De omikron-variant van corona verspreidt zich op het ogenblik, 11 januari, razendsnel op scholen en in het Israëlische leger. Duizenden soldaten zijn besmet en als gevolg daarvan worden alle oefeningen voor reservisten afgezegd en krijgen minder soldaten uit gevechtseenheden verlof om een weekend naar huis te gaan. Minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid is besmet en zit thuis in quarantaine, waarvandaan hij meldt dat hij zich nog uitstekend voelt.
Volgens de regering koerst Israël nu aan op ´herd immunity´, wat op zichzelf niet ongunstig is. Er wordt ons aangeraden eerst een zelftest te doen als we ons niet goed voelen en pas bij een positieve uitslag naar de overbezette PCR-testlocaties te gaan. De zelftests zijn dus niet aan te slepen, veel drogisterijen moeten nee verkopen.
Ruim twee weken geleden vroeg Sara, de vrouwelijke gabbai van Kol Haneshama me of ik zin had mee te gaan naar een concert ter herinnering van Shlomo Carlebach. Ze had twee kaartjes gekregen van iemand die niet kon. Dat leek me wel wat; ik dacht dat het om een kleinschalig optreden ging. Maar het vond plaats in Binjanee Haoema, het Internationale Congrescentrum. We arriveerden er vroeg, zodat er nog een parkeerplaats was te vinden.
Wachtend in de ruime foyer hoorden we geluiden alsof er ergens een heavy metal rockband repeteerde. “Het is een enorme zaal dus we zullen wel uit elkaar worden gezet”, zei Sara geruststellend. Na lang wachten mochten we, na het tonen van onze tav jarok naar binnen. Een enorme zaal waar pas enkele tientallen mensen zaten. Het zou om half negen beginnen maar om half tien kwamen er nog steeds mensen binnen, de controle nam natuurlijk veel tijd in beslag en bovendien begon Carlebach zelf ook altijd te laat met zijn optreden. Wat ons wel verontrustte was dat de zaal helemaal volliep, en er geen sprake was van lege plaatsen tussen de bezoekers. Wel droeg iedereen een mondkapje.
Het geheel bleek georganiseerd door de gemeente Jeruzalem, met enorme schijnwerpers en een flitsende lichtshow. Achtergrondbeelden van Jeruzalem of het uitvergrote model van de Tempel droegen bij aan de messianistische sfeer. Om een uur of tien, de zaal was tot de laatst plek vol met een gemengd publiek van ultraorthodox tot keppelloos seculier, begon het met toespraken van burgemeester Moshe Lion (Likoed) en Arie King, zijn plaatsvervanger. “Een racist die alle Arabieren uit Jeruzalem wil verwijderen”, fluisterde Sara me over de laatste in het oor.
De band bestond uit vrome Joden, soms met lange zwarte jassen, of met lange grijze baarden en dito peijes, met uitzondering van een trompettist met een kaal hoofd, maar die bleek bij beter kijken toch een miniem keppeltje op het achterhoofd te hebben. Ze begeleidden de verschillende Carlebach epigonen op een fantastisch swingende manier. Alleen stond de geluidsinstallatie wel erg hard. Door met vingers in mijn oren te luisteren was het net te doen. Na enkele nummers kreeg ik van een attente jongen twee stoelen verderop een setje oordopjes aangereikt dat ik met Sara deelde. In het licht van de schijnwerpers zag je miljoenen dansende stofdeeltjes; ik probeerde maar niet aan de miljoenen aerosolen te denken.
Onder de vele, soms middelmatige optredens sprongen er voor mij een paar uit: Aharon Razel, een ernstige jongeman die aan de Rubin Muziek Academie heeft gestudeerd en in Nachlaot woont; Chaim Dovid Saraicik, een oudere zanger die in zijn oprecht devote optreden nog het meeste de nesjomme van Carlebach benaderde; Dvir Spiegel, een folksy krullenbol die de werelden van populaire religieuze muziek en van chazzanoet verbindt, want hij is naast religieuze popstar ook chazzan; en ten slotte Israel-streimel waar ga je met dit mannetje naar toe-Nachman – die in 2022 bij het jaarlijkse Chanoekaconcert in Amsterdam ‘Maoz Tsoer’ zong. Halverwege zijn optreden zette hij die enorme streimel af, wat hem een kleine ovatie van het duizendkoppige publiek opleverde. De stemming zat er tegen die tijd zo goed in dat slierten jongens en mannen zich enthousiast in polonaise door de gangpaden bewogen. Vrouwen uiteraard niet, behalve op een balkon boven waar alleen vrouwen zaten, daar begon een rij meisjes ook enigszins te bewegen.
Een kwartier voor middernacht, het concert was nog niet ten einde, begaven Sara en ik ons naar buiten, om niet klem te komen zitten in de massa. Het was een boeiende belevenis, maar er werd wel onbeschaamd misbruik gemaakt van Carlebachs muziek in dienst van rechts-politieke ideeën zoals de wederopbouw van de Tempel.
De week daarna lette ik op mogelijke coronaverschijnselen, maar nee. Ook Sara bleef gezond. Toen belde P., mijn counselmaatje en tandarts me ´s avonds op dat ze met 38 graden koorts in bed lag. O jee. Ik had inmiddels voor alle zekerheid een zelftest aangeschaft en schuldbewust ging ik daar middenin de nacht mee aan de slag. Tot mijn opluchting was de uitslag na een kwartier wachten negatief. 's Ochtends belde ik P. die zich weer prima voelde. Ze had zich herinnerd dat ze twee dagen eerder de griepprik had gehaald en dus een mini-griepje had doorstaan. Baroech Hasjem.