De afgelopen zondag, Rosj Chodesj Tammoez, was het de omgekeerde wereld voor de Women of the Wall. Ze hadden zich verzameld in een park en werden vandaar per bus onder politiebegeleiding naar de Kotel (Klaagmuur) gebracht. Ook daar vormde de politie een sterk kordon om hen af te schermen van protesterende orthodoxe betogers. Ik was er zelf niet bij, ik houd niet zo van dat soort confrontaties en ik sta vooral niet gemakkelijk op om half zes ‘s ochtends, maar ik kreeg verslag van een vriendin die er wel bij was.
De Women of the Wall was tijdens een overleg met minister van religieuze zaken Bennett verzocht geen Tora-rol mee te brengen om de spanningen niet nog hoger op te drijven, dus er werd gedavvend uit gebedenboeken, maar door sommige vrouwen wel met tallitot en tefillin.
De politie schermde hen af met een barricade en tussen de barricade en de vrouwen stond een dertigtal sympathiserende mannen, eveneens getooid met tallit en tefillin, die meezongen en -davvenden. De agressie van de ultra-orthodoxe mannen richtte zich op hen, er werden rotte eieren naar hen gegooid. Ultra-orthodoxe vrouwen aan de vrouwenkant probeerden de biddende feministen te overstemmen door hun eigen gebeden luid uit te schreeuwen – “niet echt een heiliging van G-d’s Naam,” aldus mijn vriendin. Toch was het aantal protesterende ultra-orthodoxen veel kleiner dan de maand ervoor.
Merkwaardig genoeg zijn volgens een peiling meer Israëlische mannen dan vrouwen voorstander van het recht voor vrouwen om met tallit en tefillin te bidden. In de Jerusalem Post spreekt Leah Aharoni, een orthodoxe business-coach voor vrouwen die kleine ondernemingen opzetten, zich fel uit tegen Women of the Wall, die zich volgens haar inspireren op Korach, die berucht werd door zijn opstand tegen het leiderschap van Mozes.
Ach, het zal op den duur wel rustiger worden als er, dankzij bemiddeling van Nathan Sjaransky, een uitbreiding van de Kotel komt, waar progressieve Joden gewoon volgens eigen ritus kunnen bidden, zodat er geen machtsstrijd meer gevoerd hoeft te worden.