De gemeente Jeruzalem heeft plannen om in zuid Jeruzalem, in het verlengde van het Park Hamesila, de wandelroute over de voormalige spoorlijn, een ‘tweede stadscentrum’ aan te leggen. Alsof de German Colony, de Greek Colony en Baqa met alle pittoreske staatjes daartussen, en met de Cinematheque, filmhuis Smadar, the First Station en de wandel- en fietsroute over de ouderwetse spoorlijn, niet al lang een tweede centrum vormen.
Bij het gerenoveerde negentiende-eeuwse treinstation zijn namelijk restaurants, een grote natuurvoedselwinkel, sportwinkels, een biertapperij; je kunt er ’s winters zowel warme erwtensoep als ijs eten, er is een draaimolen, er kunnen films worden vertoond en concerten gegeven en op vrijdag staan er kraampjes met sieraden, keramiek, en boeken. Tenminste, dat was en gebeurde er allemaal voor de coronacrisis losbarstte. Voor de seculiere bevolking in Jeruzalem was er tot dan op sjabbat iets te beleven.
Maar nu gaat er meer worden gebouwd en ontwikkeld op een locatie van circa 10,5 vierkante kilometer. De plannen bestaan uit drie projecten. De Israel Lands Authority wil achter het treinstation vijf hoge gebouwen neerzetten met kantoorruimtes, 200 appartementen (waarschijnlijk duur), 250 wooneenheden ‘assisted living’ en 6000 vierkante meter winkels en kantoorruimte.
Het tweede project, ontwikkeld door Magalit Startup Cipy, is bedoeld voor beginnende hi-tech bedrijven, en burgemeester Leon hoopt daarmee duizenden nieuwe hi-tech banen naar Jeruzalem te trekken, zodat de slimme jeugd niet langer verdwijnt naar Tel Aviv of het buitenland. Nog eens 200 appartementen, 4000 vierkante meter kantoorruimte en 7.500 vierkante meter voor educatieve instellingen.
Het derde project, Rakevet Moshava, ligt tussen de half-Joodse, half-Arabische wijk Aboe Tor, Baqa en Talbieh. Daar worden 270 appartementen gebouwd, plus een ‘gemeenschapsgebouw’, met kleine, goedkopere appartementen voor jonge gezinnen en (jonge) alleenstaanden.
Jeruzalem óp in de technologische vaart der volkeren, alleen aan ‘cultuur’ is weinig gedacht. En Emek Refaiem, met zijn bomen, kleine winkels, cafés, een Thais eethuis, een buurtcentrum, filmhuis Smadar en een biologische boerenmarkt op vrijdag, moet de prijs betalen: de aanleg van de sneltram gaat door, ondanks massaal protest van de buurtbewoners.
Wat cultuur betreft: vrijdagochtend 25 oktober werd een van de ‘boekhaltes’, die omgebouwde bushokjes langs de spoorlijn, in de fik gestoken. Daders onbekend en niet opgespoord. De gemeente beloofde de schade te herstellen en de boekhalte opnieuw in te richten. Vorige week nam ik er een kijkje: de uitgebrande halte bevatte weer kleurige houten boekenvakken, maar die waren weggehaald bij de aanpalende boekhalte, die er nu kaal en verloren bijstond. Een dag later ontdekte ik waar de rest van de boeken was gebleven: overgebracht naar een tweede boekhalte verderop, waar het aanbod meestal meer versleten en minder interessant is, want die staat tussen de nieuwe wijk Arnona en de minder bedeelde Katamonim. Breng de cultuur naar het gewone volk, dus! Of gewoon geen zin om geld te besteden aan nieuwe boekenplanken?