Au-auw-au-auw-au-auw-au-au-au-au - als een langgerekte smartelijke kreet loeien de sirenes in Jeruzalem zoals overal in het land om acht uur ´s avonds, het begin van Jom Hazikaron, de herdenking van Israëls gesneuvelde soldaten en bij terreuraanslagen omgekomen burgers.
Op Jom Hazikaron bezoeken veel mensen de graven van hun omgekomen familieleden en vrienden. Dit jaar is men bevreesd dat de herdenkingen vanwege de grote politieke meningsverschillen over de omstreden ´hervormingen´ van het rechtsstelsel, zouden kunnen worden verstoord. Zowel oppositieleiders Yair Lapid en Benny Gantz als president Herzog, Netanjahoe en minister van Defensie Gallant hebben opgeroepen de politieke verdeeldheid er deze dag buiten te houden uit respect voor rouwende familieleden.
Een aantal familieleden wil regeringsleiders die niet zelf in militaire dienst zijn geweest, zoals Ben-Gvir, niet bij de ceremonies hebben en hebben daarom van tevoren al de graven van hun zoons en dochters bezocht. De ultraorthodoxe leden van de regering, minister Goldknopf van Huisvesting en Yaakov Tessler van Cultuur en Sport, die zelf uiteraard niet in het Israëlische leger hebben gediend, kondigden aan niet te zullen spreken bij de herdenkingsbijeenkomsten waar ze eventueel aanwezig zijn. Twee andere Likoed-ministers besloten weg te blijven of in ieder geval niet te spreken bij verschillende herdenkingsbijeenkomsten.
Alleen Ben-Gvir, partijleider van Joodse Kracht, had tegen alle waarschuwingen in besloten de ceremonie op de militaire begraafplaats van Beersjeva bij te wonen en beloofde daar "een toespraak te houden zoals het een staatsman betaamt." Op het tv kanaal 12 keek ik naar interviews met twee moeders van door terroristen gedode vrouwelijke soldaten – moeders die foto´s lieten zien van vrolijke teenagers, aan het begin van hun volwassen leven. Een moeder die vertelde hoe ze, toen de mobiele telefoon van haar dochter geen antwoord gaf, wist dat ze haar had verloren; een andere moeder die toen er politie aan de deur klopte ook meteen begreep wat dat betekende. Hartverscheurende verhalen.
Dinsdag waren de straten in Jeruzalem uitgestorven.
´s Ochtends om elf uur scheurden sirenes de stilte weer open, waarna de nationale herdenking begon op de militaire begraafplaats van Har Herzl, waar Herzog, Netanjahoe en andere officials kransen legden. Netanjahoe´s toespraak, waarin hij opriep tot eenheid, werd niet onderbroken, wel liep een aantal mensen weg. Twee uur later werden op dezelfde plek de burgerslachtoffers van terreuraanslagen herdacht. Maandagmiddag had er nog een aanslag plaatsgevonden bij Machané Jehoeda, waar een Palestijn met zijn auto bewust inreed op een groep mensen met als gevolg vijf gewonden, van wie er een, een zeventigjarige man, nu vecht voor zijn leven. "Sinds we 170 jaar geleden voor het eerst onze nationale hergeboorte begonnen in Erets Jisraeel, hebben degenen die proberen ons te vernietigen, kosten noch moeite gespaard om ons weg te rukken uit ons thuisland", zei Netanjahoe. "De Joodse staat moet in antwoord op dit soort aanvallen de greep op het land verstevigen." Dat hoeft niet alleen te betekenen meer nederzettingen in betwiste gebieden, maar ook meer bouwen in de Negev en in Galilea. In Jeruzalem worden om te voorzien in betaalbare woningen voor jongeren en jonge gezinnen op het ogenblik complete nieuwe, compacte hoogbouwwijken gecreëerd.
Tegen alle smeekbeden in had Ben-Gvir zich niet laten weerhouden om bij de militaire herdenking in Beersjeva te spreken. Tijdens zijn rede werd hij regelmatig onderbroken door geschreeuw, maar hij sprak door en er klonk na afloop een mengeling van applaus en boe-geroep. Wel raakten verschillende rouwende gezinnen buiten de begraafplaats slaags met aanhangers van Ben-Gvir, iets dat nog nooit was voorgekomen tijdens Jom Hazikaron. De voorzitter van de herdenkingsorganisatie Jad Lebanim, Eli Ben-Shem, verklaarde dat Ben-Gvir verantwoordelijk was voor die vechtpartijen. "Mijn verontschuldigingen aan de gesneuvelden dat ik jullie eer niet heb kunnen beschermen." Ben-Gvir had gewoon een krans moeten leggen zoals andere ministers en verder zijn mond moeten houden, voegde hij daar later aan toe.
Het pleit voor de beheersing en de discipline van de anti-regeringsbeweging en voor het gezond verstand van sommige ministers die afzagen van toespraken, dat de sfeer van Jom Hazikaron niet erger werd verstoord.
Woensdagochtend om 7 uur zijn de straten opnieuw uitgestorven, iedereen slaapt nog, denk ik. Als ik in de koelkast kijk merk ik dat er weinig te eten is. Ik had gisteren natuurlijk boodschappen moeten doen. Zijn er vandaag eigenlijk winkels voor eten open, vraag ik een vriendin telefonisch. Op Emek Refaim warschijnlijk wel, tot 13.00 uur, antwoordt ze. Gauw nog even wat kaas, bananen en sardientjes gekocht. Ik kom langs huizen waar dikke rookwalmen uit komen – mensen zijn aan het barbecueën, de nationale bezigheid op deze dag. Ik was uitgenodigd om net als vorig jaar mee te gaan naar de fly-over van Israëls gevechtsstraaljagers en helikopters, maar heb daar vandaag niet zo´n zin in.
In plaats daarvan zit ik in de schaduw in de tuin een voor deze dag passend boek te herlezen, Lesley Hazletons Jerusalem, Jerusalem - A Memoir of War and Peace, Passion and Politics, een uitgave van The Atlantic Monthly Press uit 1986.
De Britse Hazleton kwam in 1966 als twintigjarige voor veertien dagen naar Jeruzalem, en bleef er dertien jaar. Ze maakte er de Zesdaagse oorlog mee (haar eerste oorlog) en de extase van het bezoek van Sadat in 1977. In 1979 werd het haar allemaal te heftig en verliet ze Israël. In 1984 kwam ze voor een laatste bezoek terug en ontdekte ze hoe ze Jeruzalem niet kon verlaten. Het verslag van het bezoek wordt afgewisseld met flashbacks over die eerdere dertien jaar. Het Jeruzalem van toen was tot aan de Zesdaagse oorlog een stoffige, provinciaalse en verdeelde stad, met 224.000 inwoners. Prikkeldraad en mijnenvelden markeerden de grens met Jordanië; de Oude Stad was Jordaans grondgebied.
Ik las het boek voor het eerst in 1991 en vond het zo´n poëtisch en tevens journalistiek geschreven boek dat ik uitgeverij Van Gennep trachtte over te halen het uit te geven, in een vertaling van mijn hand. Voor in het boek zit nog de vriendelijke afwijzing van redacteur Jaap Jansen: “Het is inderdaad sympathiek en mooi geschreven, maar 't is niet erg nieuw/actueel/verrassend. Er is trouwens een spiritueel accent in het boek waar ik gevoelsmatig minder van ben gecharmeerd dan ik veronderstel dat jij dat bent.”
In 2023 heeft de stad 969.804 inwoners en verrijzen er overal hoge natuurstenen complexen en flatgebouwen om aan de vraag naar woningen te voldoen. Maar bepaalde zaken lijken niet te zijn veranderd. Hazleton schrijft in 1984: “The country is now deeply divided. A struggle is going on inside it for power, for influence – for its soul. The democratic and humanistic concepts on which it was founded are wavering in the face of a growing tolerance for violence, messianism and contempt for the law. As Israel swings to the right, as the religious impose more and more on the secular, as force overpowers reason, a sense of despair has spread among those who once held the middle ground. The sense of 'we' is breaking up. And with it, for many, the sense of home.”
Hoe meer het verandert, hoe meer het hetzelfde is? Niet helemaal. Nu zitten de messianisten inderdaad in de regering, maar is er ook een grote, sterke protestbeweging, links maar vooral ook centrum, niet alleen seculier maar ook gematigd religieus. Modern-orthodox, conservative, reform, reconstructionist, jewish renewal, allemaal nieuwe vormen van Joods religieus-zijn die halverwege de jaren tachtig opkwamen of sterker zijn geworden en waarvan de vertegenwoordigers in de demonstraties te vinden zijn.