Ervaring tijdens de tweede lockdown. Bij een wandeling over het voormalige treinspoor in het park Hamesila kwam ik twee weken geleden S. tegen, een vriendin die ik al tijden niet had gezien. Maar toen ze me zag riep ze: “ik kan niet praten!” Ook toen ik zei, nou dan loop ik een eindje met je mee zonder te praten, schudde ze driftig van nee en snelde verder.
Later vond ik thuis een mailbericht met excuses. Ze had een afspraak gemaakt met een vriendin om elkaar te ontmoeten bij een kiosk waar je koffie kon kopen, ongeveer de toegestane kilometer van beider huis. Toen ze er met hun kartonnen bekertje koffie stonden, werden ze aangehouden door twee politieagenten die hun identiteitsbewijzen vroegen. Ze bleken respectievelijk 1200 meter en 1300 meter van hun huisadres verwijderd te zijn en kregen allebei een boete van 1000 sjekel, ongeveer 260 euro. Een duur bekertje koffie. Er stonden nog veel meer mensen bij de kiosk, zoals een vroom gezin met veel kinderen, en een aantal Arabische jongeren. Die werden met rust gelaten, schreef S. nog steeds briesend, ze moesten alleen ons hebben, want wij zien er uit als ‘Balfour street asjkenazim’ (anti-corruptie demonstranten). “De vromen pakken ze niet en van de Arabieren weten ze dat die toch nooit boetes betalen.” Beide vrouwen gingen bezwaar aantekenen, dat wil nog wel eens helpen.
"We moeten leren met het coronavirus te leven", is de kop van een twee pagina’s groot artikel in Haaretz van 16 oktober jongst leden. Het zijn korte gesprekken met vijftien artsen, meest ziekenhuisdirecteur, verder met specialisten, een statisticus en met het hoofd van ziekenfonds Maccabi. Hun conclusie: de ziekenhuizen zijn niet overbelast – tenminste, niet méér overbelast dan normaal, omdat op het gezondheidssysteem al jaren lang financieel wordt bezuinigd – maar men heeft op het ogenblik bedden genoeg voor alle coronapatiënten. De tweede lockdown is een foute beslissing, die op politieke gronden is genomen, niet in het belang van de gezondheid van het publiek. Er zijn betere manieren om met de crisis om te gaan.
Een groot aantal artsen wijst op de negatieve consequenties van de lockdown: het enorme aantal werklozen, de toename van huiselijk geweld, toename van angststoornissen en depressiviteit onder hun patiënten, en de groeiende eenzaamheid. (En de woede over hoge boetes, mag ik daaraan toevoegen.) Een specialist interne geneeskunde zegt zelfs: we zijn beland in een horrorfilm, met een totaal verlies aan evenredigheid. Alle middelen die we hebben, worden ingezet om jonge gezonde mensen te achtervolgen, in plaats van de senioren te beschermen. Dat beleid is volgens hem uitgezet door Netanjahoe, die ieder ander geluid het zwijgen heeft opgelegd. Deze arts, die op Netanjahoe heeft gestemd en anderen heeft overgehaald dat ook te doen, zegt zich nu te schamen.
Net als in Nederland heeft een deel van het publiek wat betreft de aanpak van corona het vertrouwen in de overheid verloren. Hier komt dat voornamelijk doordat er tenslotte een coördinator werd aangesteld, dr. Ronni Gamzu, wiens zinnige voorstellen om alleen bepaalde ‘rode’ steden of wijken te isoleren onmiddellijk werden genegeerd. Ieder ministerie had een eigen beleid, de minister van Onderwijs wilde alle scholen weer openen; de minister van Transport wilde de luchthaven openen; en charedische politici wilden niet dat synagoges en mikwes enige beperkingen werden opgelegd. Als de charedische bevolking niet wil meewerken en mikt op onbeperkte infectie en groepsimmuniteit, dan moet de ultra-orthodoxe groep hermetisch afgezonderd blijven van de rest van de bevolking, waar we proberen het aantal infecties zo laag mogelijk te houden, is de mening van dr. Ariella Levkovich, specialiste infectieziektes.
De ultra-orthodoxe bevolking heeft die scheiding niet afgewacht, in zoverre dat men een geheim grassroots initiatief is begonnen om duizenden charedische patiënten thuis te behandelen, in plaats van in de ‘overbelaste’ ziekenhuizen. Dit initiatief begon in anti-zionistische kringen, die niets met de staat te maken willen hebben, maar is al snel overgenomen door de grotere gemeenschap. Het was in zoverre ‘geheim’ dat de autoriteiten er niet van op de hoogte waren, en de patiënten dus ook niet werden meegeteld in de nationale statistiek. Patiënten worden thuis bezocht door charedische vrijwilligers, dat zijn naast leken ook artsen en verpleegkundigen van gerenommeerde instellingen die kunnen testen, bloed kunnen afnemen en doorsturen naar reguliere laboratoria. De artsen beslissen wanneer opname in het ziekenhuis toch nodig is. Naar schatting 7000 van die patiënten heeft op het ogenblik zuurstofapparaten van Yad Sarah thuis. Verscheidene charedische leiders zijn zo thuis behandeld, onder wie de Rebbe van de Belzer chassidim, die volledig hersteld is.
Er werd in de media nogal verontwaardigd gereageerd op deze ‘staat in de staat’, ook denk ik omdat men over betere testkits en meer zuurstofapparaten leek te beschikken dan de overheid, maar in feite doet de charedische gemeenschap wat de bovengenoemde artsen en specialisten als beleid aanbevelen, namelijk decentralisatie, de macht delegeren naar lokale centra, zoals huisartsenpraktijken en verzorgingstehuizen. Huisartsen zouden lijsten kunnen opstellen van hun kwetsbare en oudere patiënten, die dan door de overheid worden getest en als ze in quarantaine moeten blijven, hulp kunnen krijgen, bijvoorbeeld voedselpakketten of hulp bij het online boodschappen bestellen. Wat verzorgingshuizen betreft wordt door de artsen/specialisten aanbevolen alle bewoners en al het personeel te testen, evenals ieder ander (de privé-verzorgsters die veel bejaarden er bij hebben) die zo’n tehuis in- of uitgaat. En een einde te maken aan het ongedifferentieerde testen van iedereen, ook van alle gezonde of asymptomatische jongeren, waardoor de besmettingscijfers zo hoog blijven en de tweede lockdown (in iets versoepelde vorm) voortduurt, terwijl die besmette personen lang niet allemaal ziek worden.
Dat lijkt me een goed idee. Wat de uitvoering betreft kan de overheid wel iets leren van de ultra-orthodoxe gemeenschap, waar in tijden van nood de handen uit de mouwen worden gestoken, in plaats van ruzie te maken.