Het is langzamerhand tot het Israëlische publiek doorgedrongen dat we in Israël meer betalen voor ons gemiddelde voedselpakket dan in de meeste West-Europese landen. Fruit en groente die in Israël verbouwd worden, zijn nog steeds relatief goedkoop en door de overvloedige zon en de slimme drip-systemen meestal van goede kwaliteit. Maar zuivelproducten, vlees, vleeswaren, noten, honing, pindakaas, en allerlei als luxe aan te merken etenswaren (buitenlandse kazen), zijn flink duurder, zeker als je de gemiddelde Israëlische lonen in de vergelijking betrekt. De grote protestdemonstraties van twee jaar geleden waren niet gericht tegen het beleid in de bezette/betwiste, dan wel bevrijde gebieden: de verhoging van de prijs van cottage cheese was de trigger.
De grote supermarkten die zo langzamerhand de kleine makollets (kruideniers) verdringen, spelen daar op in, door - net als in Nederland - met acties en klantenbinding te werken. Ze concurreren scherp met elkaar: ze werken met vaste klantenkaarten of zelfs creditkaarten van het bedrijf en weten dan precies wat je als klant koopt. Ze sturen de klanten op de persoon toegespitste aanbiedingen – zo krijg ik kortingsbonnen voor bittere (70%) chocolade, voor biologische dadels en appelsap.
Ik was tot nu toe klant bij de Supersol, de dichtstbijzijnde supermarkt, en bij de plaatselijke biologische winkel. En het allerliefst koop ik op de markt, de Machane Yehuda, daar kun je het boodschappen doen zo prettig combineren met een maaltijd bij een plaatselijk Jemenitisch eettentje, of een kopje koffie bij Aroma. Sinds enige tijd heb ik een enorme Rami Levi super ontdekt, daar kan ik naartoe lopen via het park Hamesila, de fiets- en wandelroute op de voormalige spoorlijn. Het is dus meteen een ochtendlijke powerwalk, tenminste op de heenweg. Vanochtend dacht ik slim te zijn en de vrijdagboodschappen alvast even te halen bij de Supersol, dichtbij, want ik had weinig tijd. Foute beslissing, zo bleek.
Overal in de super hingen schreeuwerige plakkaten met prijsverlagingen en het was er erg druk. De pre-Pesachkoorts. Bij de vleesafdeling stond een opstopping van dames met een gekwetter als van een kippenhok, ik kon niet eens waarnemen wat daar te halen viel. Ik liep rond met mijn braaf tevoren geschreven lijstje van circa tien boodschappen, veranderde hier en daar iets, en liep tenslotte naar de snelkassa, waar de rij als een slang enige bochten had gevormd. Natuurlijk stonden daar weer de gebruikelijke klanten met volgeladen karren, die beweerden dat twee gebraden kippen een is, en zes flessen pils ook een fles, en vergat ik mijn mindfulness weer eens en bemoeide me er mee. Niet zozeer vanwege mezelf (ook), maar vooral omdat er verschillende echt oude mensen in de rij stonden met drie sinaasappels en een pakje pita’s, dat soort boodschappen. Na 30 minuten was ik ook aan de beurt en bleek na het afrekenen een bepaald bonnetje recht te geven op een Pesachgeschenk. Dat kon je bij de klantenservice ophalen. Daar stond dan weer zo’n rij, dus dat heb ik maar laten zitten.
Thuisgekomen merkte ik dat ik de appels was vergeten. En het droogvoer voor de katten! Daar staat tegenover dat ik een pak van 32 rollen superzacht toiletpapier in huis heb, voor slechts 20 shekel. Dus voorlopig hoef ik geen Supersol meer binnen te gaan.