Jom HaSjoa begint maandagavond. Ik heb geen zin om op tv naar de officiële ceremonie te kijken, maar volg samen met de leden van Nava Tehilla (Jewish Renewal) via Zoom het aansteken van de gedenklichtjes, onder leiding van Michael Kagan, die het eerste licht aansteekt ter herinnering aan zijn grootouders, hun ingelijste portret hangt boven het lichtje. Vijf anderen ontsteken hun lichtjes en vertellen er bij wie van hun familieleden stierven tijdens de Sjoa. Ik steek intussen ook mijn gedenklicht aan en dan zeggen we allemaal Kaddisj. Daarna volgt een preview van een film die Michael Kagan samen met een Poolse vrouw heeft geproduceerd. Ik mag er niet veel over schrijven, want de documentaire is nog niet officieel uitgebracht. Hij gaat over een aantal in het Hebreeuws geschreven vellen; een verslag van het leven in een door de nazi’s bezet Joods getto, dat een paar jaar geleden werd gevonden.
De volgende ochtend klinkt om tien uur de herdenkingssirene. Al deze weken ben ik om de andere dag namens Kol Hanesjama, de reform sjoel, gebeld door Sally, om te horen hoe het met me ging, of ik nog zelf boodschappen deed en dat ik niet moest aarzelen om hulp te vragen als dat nodig was. Nu heeft ze aangeboden me gezelschap te houden tijdens de sirene van tien uur ’s ochtends. Ze heeft zelfs een bloeiend plantje voor me meegenomen! We staan op gepaste afstand van elkaar in de tuin. Ze volgt de ceremonie via de app van Kol Hanesjama op haar smartphone en we zeggen samen Kaddisj. Daarna laat ik haar foto’s van mijn grootouders zien, de ouders van mijn moeder. Sally’s voorouders blijken nog voor de Eerste Wereldoorlog naar de Verenigde Staten te zijn geëmigreerd.
Na de Pesachweek zijn de strenge beperkingen vanwege corona iets versoepeld. We mogen nu 500 meter van ons huis verwijderd zijn, of meer als we boodschappen doen, naar dokter of ziekenhuis gaan, of naar een begrafenis moeten. Er kan ook weer aan fitness worden gedaan, als het maar in de buitenlucht gebeurt en men twee meter afstand houdt van elkaar. En er mogen buiten weer gebedsdiensten worden gehouden, met inachtneming van de voorgeschreven afstanden. Ook mag je weer van de ene stad naar de andere. Het verschil is meteen te merken: ik moet weer wachten bij stoplichten, want er rijden veel meer auto’s. het leven lijkt al veel normaler – behalve dat café’s, restaurants en de meeste winkels nog dicht zijn.
Wie zich naar buiten begeeft, moet wel een mond-neus masker op, en als je voor de tweede keer zónder wordt betrapt, krijg je een boete van 200 sjekel (circa 53 euro). (Door het stralende weer vergeet ik steeds mijn masker van de waslijn te halen en merk ik dat pas op de hoek van de straat – terug!)
Ik loop naar het postkantoor om de waterrekening te betalen. Het is stralend weer, chamsin zelfs. Overal bloeiende planten en bomen. Onderweg zie ik voor het eerst weer een ochtendminjan: een aantal mannen staat op de weg en de stoep, gehuld in tallitot, sidoer in de hand. Waarschijnlijk Sefardiem. Er worden witte plastic stoelen aangesleept.
Bij het postkantoor staat een hele lange rij gemaskerden te wachten, allemaal netjes een of twee meter apart. Ik krijg nr. 100; nr. 79 wordt net binnengeroepen. Mensen die duidelijk bejaard zijn – witte baard, of grijs haar, of lopend met een stok, mogen voorgaan. De voortgang is traag en er breekt, door dat voorgaan, af en toe gemor uit. Als ik na veertig minuten aan de beurt ben, zie ik dat het kantoor van binnen helemaal met bijna ondoorzichtig plastic is bekleed. Er zijn brievenbusachtige spleten in aangebracht, waardoor je je rekening kunt schuiven. Het is een beetje moeilijk elkaar te verstaan, door mondmaskers aan beide zijden en dat plastic ertussenin, maar het werkt.
Teruglopend zie ik dat café Aroma weer een luikje heeft geopend voor take-out koffie en thee; misschien zelfs wel ijskoffie en thee, gezien de temperatuur. Het hoogtepunt van mijn vorige week was een ijsje bij een salon aan Derech Betlehem die open was. Ik voelde me net een kind van vier, zo blij was ik, en ik kreeg op verzoek zelfs twee verschillende smaken voor maar vijftien sjekel! Na zes weken quarantaine – ik was uit voorzorg wat eerder begonnen – ga je dit allemaal dubbelop waarderen. En tenslotte heeft Israël weer een regering – al lijkt het er op dat Gantz daarbij wel erg veel veren heeft moeten laten, en is tot mijn verbijstering Litzman opnieuw minister van Volksgezondheid – maar je hoopt toch dat er nu enige verantwoordelijke volwassenen bij zijn gekomen, die bepaalde heethoofdige besluiten kunnen tegenhouden.