Op 5 juli jongst leden is de cineast, schrijver en journalist Claude Lanzmann op 92-jarige leeftijd overleden. Lanzmann heeft natuurlijk de meeste bekendheid gekregen met zijn magnum opus, de ruim negen uur durende documentaire Shoah, waar hij twaalf jaar aan heeft gewerkt. Midden jaren tachtig werd Shoah voor het eerst in twee delen uitgezonden op de Nederlandse televisie. Ik leidde in die tijd een zelfhulp ‘steungroep’ voor naoorlogse Joden. We hadden afgesproken dat niemand die film in z’n eentje zou gaan bekijken, maar in gezelschap van ten minste één ander persoon. Die avond zat ik met twee anderen samen op mijn gele Bijenkorfbankje voor het tv-scherm voor het eerste deel van Shoah.
Nog steeds vind ik Shoah de beste, meest indringende film over de massamoord op de Europese Joden, ondanks – of dankzij – het feit dat er geen historische archiefbeelden zijn gebruikt. Ik zou willen dat (gedeelten van) Shoah ieder jaar op 4 mei werd(en) uitgezonden.
In 2013 heb ik Lanzmanns documentaire The Last of the Unjust gezien. Die film bestaat uit een lang interview met rabbijn Benjamin Murmelstein, de enige overlevende van de uit drie man bestaande Joodse Raad die in naam van de nazi’s het zogenaamde modelkamp Theresiënstadt moest besturen. De twee andere leden van de Joodse Raad werden een voor een door de nazi’s doodgeschoten. Lanzmann had dit materiaal al in 1975 gemaakt, maar het niet opgenomen in Shoah. Hij had volgens eigen zeggen veertig jaar nodig gehad om de juiste vorm te vinden.
Murmelstein werd na de oorlog door velen gezien als collaborateur met de nazi’s, maar is nooit veroordeeld. En misschien was dat terecht; hij zegt zelf dat hij in een vertragend kat-en-muisspel duizenden Joodse levens heeft gered. Het was een duivelse positie waarin hij was geplaatst, en de film laat dat goed zien. Tijdens het interview zie je een nog jonge Lanzmann langzamerhand warmere gevoelens krijgen voor Murmelstein. Deze stond direct onder bevel van Eichmann en werkte met hem samen. In tegenstelling tot Hannah Arendt, die Eichmann als “banale schrijftafel moordenaar” definieerde, beschrijft Murmelman hem als een overtuigde en enthousiaste antisemiet. (Dat was ook de mening van de Israëlische aanklager in het Eichmann-proces.)
Ook deze film zag ik in gezelschap van drie anderen, onder wie R., die als jongetje in Theresiënstadt had gezeten. Na het zien van de film hadden we een paar uur napraten in een belendend café nodig.
In 2017 zag ik op het Jeruzalem Filmfestival mijn derde Lanzmann film, Napalm. Lanzmann keert met een filmploeg terug naar Noord-Korea, het land dat hij in 1958 als journalist voor het eerst bezocht (zie zijn autobiografie De Patagonische haas). Het gezelschap journalisten moest destijds een vermoeiend programma van fabrieksbezoeken en solidariteitsbijeenkomsten afwerken, maar desondanks wist Lanzmann hartstochtelijk verliefd te worden op een Koreaanse verpleegster en plande hij een amoureuze ontmoeting, die hen beiden in grote moeilijkheden had kunnen brengen – dacht hij. Tijdens een boottochtje wordt duidelijk waarom zijn documentaire over Noord-Korea Napalm heet, maar de geplande liefdesscène valt letterlijk in het water.
Na afloop van de film, die ik samen met Y. zag, raakten we in gesprek met R., een Joodse uitgever uit Nederland, die van mening was dat de Koreaanse schone “natuurlijk een geheim agente was” en expres was ingezet om Lanzmann te compromitteren en dus chantabel te maken. Dat hadden wij nog niet bedacht, en Lanzmann op zijn oude dag kennelijk ook niet. Bovendien is een Fransman meestal trots op zijn buitenechtelijke veroveringen en valt er daardoor weinig te chanteren, wierp ik tegen. R. beaamde dat de Noord-Koreaanse geheime dienst wat dat betreft nog iets moest bijleren.
Nu heeft de man die de wereld met Shoah en The Last of the Unjust (en zijn film over Sobibor, die ik niet heb gezien) als geen ander heeft laten zien hoe en met welke medewerking de massamoord op de Joden werd uitgevoerd, en die met films over Israël en het Israëlische leger de herleving van het Jodendom (ook het religieuze) heeft laten zien, deze wereld verlaten. Lanzmann was een reus die zich bezig hield met Thanatos en met Eros als tegenpool. Moge de herinnering aan hem tot zegen zijn, en mogen zijn films, boeken en artikelen nog lang een groot publiek bereiken.