Afgelopen vrijdagavond 21 mei was ik voor het eerst bij een dienst van ‘Zion’, een kehila die behoort tot de Conservative stroming en die openstaat voor iedereen die een meer spirituele belevenis wil hebben dan in de meeste sjoels mogelijk is. Een vriendin had me meegenomen en precies op de aanvangstijd zaten we in een kaal zaaltje van het buurthuis in Bak’aa, Jeruzalem, waar natuurlijk nog bijna niemand aanwezig was. Maar rabbi (rabba) Tamar Elad-Appelbaum, een slanke Oosterse verschijning, was al begonnen met de dienst en werd geassisteerd door een melodieus zingende chazzaniet. Verder was er een gitaarspeler, iemand op een oed (Arabisch snaarinstrument) en ik geloof ook nog iemand die iets ritmisch deed. Het deed Sefardisch aan: Sefardische pijoetiem worden gecombineerd met Asjkenazische melodieën en met eigentijdse Hebreeuwse poëzie, las ik later op de website van Zion. Het is een egalitaire dienst, mannen en vrouwen zitten door elkaar, en vrouwen kunnen ook de leiding nemen bij het dawwenen. Het motto van deze sjoel is: ‘Kom zoals je bent’ en de leden/bezoekers variëren van seculier tot orthodox en alles daar tussenin.
Langzamerhand druppelden er steeds meer mensen binnen en na een uur was de hele ruimte vol en moesten er zelfs mensen staan. Tussen de meest jonge mensen, en de peuters, viel me een oudere vrouw met wit haar op. Ik zag haar op de rug. Na anderhalf uur zingen stond ze moeizaam op, steunend op een stok, en nam het woord. Het was Alice Shalvi, de toonaangevende religieuze pionier van het Israëlisch feminisme, onder andere oud-rector van het (Conservative) Schechter Instituut voor Joodse Studies. Ze was heel veel ouder geworden dan toen ik haar het laatst zag, maar innerlijk was ze nog even strijdbaar. Ze sprak haar grote bezorgdheid uit over de politieke ontwikkelingen in Israël (de atmosfeer die is ontstaan rond de arrestatie van de sergeant die een reeds ontwapende terrorist doodschoot, de steun die hij ontvangt uit lagen van de bevolking, en de geïsoleerde positie van minister van Defensie Ya’alon, die duidelijk was in zijn morele verontwaardiging). Shalvi riep ons allemaal op om niet te blijven zwijgen bij deze ontwikkelingen, maar om te protesteren, alles te doen wat in ons vermogen ligt om een krachtige tegenbeweging te creëren.
Ik was zo blij dat te horen – tijdens zo’n bijzondere dienst zweef je gemakkelijk weg en vergeet je wat er nog meer aan de hand is. Shalvi houdt je wel bij de les.
De volgende ochtend was ik bij de dienst van Kol Haneshama, de reformsjoel in Bak’aa. Michael Hoffman, de ex van Anat Hoffman, vierde er zijn afgelopen week gesloten, tweede huwelijk. “Na tien jaar ben ik weer een fatsoenlijk man,” grapte hij vanaf de bima. (We hadden hem met vriendin ongeveer tien jaar lang samen binnen zien komen). De parasja was Behar, anders dan in de Diaspora: de Tora-lezingen lopen een aantal weken niet synchroon. Hoffman hield een droosje over de Haftara, Jermijahoe 32, 6-27. Het speelt ten tijde van de Eerste Tempel: aan de vooravond van de inname van Jeruzalem door de Chaldeeërs geeft G-d de profeet de opdracht een bepaald stuk grond in Anatot vrij te kopen van Jermijahoe’s neef. Dit terwijl het duidelijk is dat de stad zal worden ingenomen en de Tempel zal worden vernietigd – Jermijahoe heeft dat zelf al in visioenen gezien en aan het volk verteld. G-d bereidt hem er met deze onroerend goed-transactie vast op voor dat dit niet het einde van het bestaan van het Hebreeuwse volk in het land is. Zo eindige Hoffman zijn derasja: “Misschien niet morgen, misschien pas voor onze kinderen of voor onze kleinkinderen, misschien duurt het nog zeventig jaar, maar geef de moed en de hoop op een vrije, democratische Joodse samenleving die in vrede leeft, niet op.”
Bij de kiddoesj werd champagne geschonken om het nieuwe paar mazzeltov te wensen. Die champagne - Lechaim! - was wel nodig om de stemming er in te houden nu iedereen wist dat Ya’alon zou moeten betalen voor zijn steun aan Stafchef Gadi Eisenkot en aan plaatsvervangend Stafchef Yair Golan – beiden hadden zich uitgesproken tegen de anti-democratische tendenzen in de Israëlische regering en van daaruit in de samenleving). Na sjabbat werd het duidelijk – Netanjahoe deed nog even alsof Ya’alon minister van buitenlandse zaken kon worden, maar Ya’alon hield de eer aan zichzelf en nam voorlopig afscheid van de politiek. En nu zitten we opgescheept met Avigdor Lieberman, die in de nederzetting Nokdim op de Westbank woont, en die zich onlangs nog uitsprak voor de doodstraf voor terroristen.