Amsterdam gaat een stedenband aan met Tel Aviv en met Ramallah, een lofwaardig streven, lijkt me. Het zal wel begonnen zijn met het idee van een stedenband met het vrolijke en progressieve Tel Aviv, maar om ideologische oproer in Nederland te voorkomen is Ramallah er ook bij gehaald. Of misschien wel andersom: eerst het idee van een stedenband met Ramallah, en om ideologische oproer te voorkomen … enzovoort. Gisteravond laat (woensdag 17 juni) belde een Joodse vriend uit Amsterdam me op, overstuur door ingezonden brieven die ’s middags als reactie op dit plan in Het Parool stonden. Met name de brief van ‘oud-diplomaat’ Jan van Wijenberg die schrijft over ‘de genocide die Israël weer begaat in de Gazastrook’. Ik heb nooit van deze Van Wijenberg gehoord, maar enig gegoogel levert op dat hij onder andere diplomaat was in Saoedie-Arabië en bestuurslid is van ‘Stop de Bezetting’, de club van Gretta D.
Ratna Pelle beschreef al in 2007 in haar IMO-blog (Israël en het Midden-Oosten) hoe fantasievol deze oud-diplomaat omgaat met feiten en cijfers (het ging over halve en hele leugens betreffende aantallen gedode journalisten in Gaza gedurende een bepaalde periode). In een brief aan NRC beschreef hij Israël als ‘het misdadigste regime van het Midden-Oosten na de val van (de Irakese dictator) Hussein’. Zo’n soort man dus, wiens ingezonden brief nu in de voormalige verzetskrant staat.
Een andere niet-Joodse vriend uit Nederland, historicus, liet me onlangs weten dat hij zich afvraagt of de oprichting van de staat Israël niet een grote vergissing is geweest. Wel zou hij het nog steeds erg vinden als Israël door toedoen van zijn Arabische buren zou verdwijnen, en de Palestijnen zijn natuurlijk ook geen lieverdjes, maar toch. Ik was zo ontzet door zijn mail dat ik hem nog steeds niet heb teruggeschreven, met de vraag of hij hetzelfde vindt van de staten Syrië, Libanon, Jordanië, Irak, Koeweit, Qatar, enzovoorts.
Twee voorbeelden uit mijn eigen vriendenkring van de enorme kanteling die de publieke opinie in Nederland heeft gemaakt ten aanzien van Israël. Ik ben niet 100% enthousiast over het in mijn voorlaatste column besproken boek van Tuvia Tenenbom ’Catch the Jew’ – hier en daar maakt de in Israël geboren en in de VS volwassen geworden Tenenbom het zich te gemakkelijk door niet dieper op zijn gesprekspartners in te gaan, maar ze met satirische opmerkingen de grond in te boren – maar een zaak die hij duidelijk en verontrustend blootlegt, is de diepgaande bemoeienis van Europese en in mindere mate Amerikaanse NGO’s met het Israëlisch-Palestijnse conflict. Vooral Duitse, Zwitserse en Scandinavische NGO’s en diplomaten. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: ‘penetratie’ in plaats van ‘bemoeienis’. Met een schijnbaar onuitputtelijke stroom euro’s, afkomstig van de EU, weten ze de beeldvorming over Israël beslissend te overheersen. Bijvoorbeeld door alleen kritische documentaires van jonge Israëlische filmmakers te subsidiëren – Israëlische cineasten die het over andere onderwerpen willen hebben, hoeven niet op de Europese geldkraan te rekenen. Tegen deze vorm van ‘hasbara’ (public relations) kan geen CIDI of Israëlische overheids-hasbara op.
’The 2014 Gaza Conflict: Factual and Legal Aspects’ is een zojuist verschenen Israëlisch rapport, waarin wordt geschreven dat er circa 2.125 Palestijnse doden zijn gevallen in Gaza, waarvan 44% (936) gewapende militanten (Hamas en andere facties), 36% burgers (761) en van 20% is nog niet zeker of het burgers of militanten waren. In maart van dit jaar stond in een rapport van Amnesty International, dat niet echt bekend staat als fanclub van Israël, hun derde rapport over Operatie Protective Edge, dat er in de Gazastrook meer burgers zijn gedood door ‘verkeerd neergekomen’ Palestijnse raketten dan door Israëlische bommen. Maar waarom zou je dat geloven, de Israëli’s zijn immers allemaal zionistische leugenaars en het CIDI is hun zionistische roeptoeter. ‘Kritiek op het Israëlische regeringsbeleid is geen antisemitisme’ is de populaire opvatting geworden, en dat zou waar moeten zijn. Maar omdat er in Nederland (om het even bij Nederland te houden) nooit aan is gewerkt om antisemitische vooroordelen collectief te ‘ontleren’ – die zijn na de oorlog alleen maar ondergronds gegaan – heeft sommige, anti-Israëlkritiek wel degelijk een antisemitische achtergrond. Socioloog Abram de Swaan noemt het geen antisemitisme, maar anti-Israëlisch enthousiasme.
Daarover misschien meer in een volgende column. Nu moet ik me haasten om naar de bijeenkomst te gaan waar de hespeds (grafredes) worden uitgesproken voor Bonna Devorah Haberman, de veel te jong (55 jaar) gestorven religieuze feministe, een van de oprichtsters van Women of the Wall, een vrouw met een meisjesachtige uitstraling, aan wier uiterlijk je niet zag dat ze een Tora-geleerde was, een radicale vernieuwster en moeder van vijf volwassen kinderen. Moge haar nagedachtenis tot zegen zijn.