Het Park Hamesila (spoorrailspark) is een zeven kilometer lange wandel- en fietsroute, gebouwd op de door de Turken in 1892 aangelegde spoorlijn van Jeruzalem naar Jaffa, die sinds 1998 niet meer werd gebruikt. De route begin bij het gerestaureerde Eerste Treinstation en loopt langs of door zeven verschillende buurten: de German Colony, Baka, Katamon, de volkswijken Pat en Gonen (de Katamonim), Mekor Chaim en het Arabische Beit Safafa. Het wandelpad bestaat uit betonnen ‘planken’ met nephoutnerven over de bielzen; daarnaast loopt een geasfalteerd rijwielpad. Aan beide kanten is er groen: gras, struiken, bomen, soms weelderig en soms minder, afhankelijk van de bebouwing.
Ter hoogte van Pat en Gonen is een uitgebreider park aangelegd, compleet met een vijver vol waterlelies en goudvissen, en verder een skatebaan en een beschaduwde kinderspeelplaats. Het treinspoor loopt door tot Malcha en ondertussen wordt het groen wilder, met olijfbomen, vijgenbomen en watergeulen en mondt uit in de natuur van de Jeruzalemse heuvels. Op twee plekken zijn langs het spoor ‘boekenhaltes’ aangebracht, waar ik al menig pocket heb uitgehaald of naartoe gebracht.
De aanleg van het park, door de gemeenteraad en de Society for the Protection of Nature, onder leiding van burgemeester Barkat en vooral vice-burgemeester Naomi Tzur, heeft 40 miljoen sjekel gekost, wat op zichzelf niet zoveel is. Het park is ook bedoeld om de ‘klassenkloof’ tussen de rijke wijken, zoals de German Colony, en de achterstandswijken van de Katamonim enigszins op te heffen, of om de verschillende bewoners op zijn minst te laten mengen; dat laatste is goed gelukt. Als ik er wandel, komt me eerst een halfnaakte gebruinde man tegemoet, zwetend, met koptelefoon op zijn hoofd. Verder fietsen er twee kleine meisjes op driewielers, de moeder in jeans met haar Iphone in de hand. Dan word ik ingehaald door twee jonge ‘schwartze’ chassidiem op sportfietsen. Eentje heeft een ruimvallende talliet katan om die door de wind wordt opgebold als een laken aan de waslijn. De tsitses (schouwdraden) wapperen gevaarlijk rond zijn achterwiel, linke soep.
Ik haal ze later in als ze in een grotere groep staan te kletsen, meld dat ik uit Holland kom en ze dus kan wijzen op het gevaar. Hij bedankt me, stopt zijn talliet, tsitses en alles in zijn zwarte broek en stapt weer op. De volgende voetgangers die ik tegenkom, zijn twee gesluierde Arabische vrouwen, met volle boodschappentassen van supermarkt Rami Levi, (de grote gelijkmaker van Joden en Arabieren).
Twee dagen later ben ik in Tel Aviv in de buurt van Allenbystraat, Frishman, Sheinkin en Dizengoff. Overal wemelt het van de regenboogvlaggen, ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien, en een winkel pronkt met een regenboogkleurige strandjurk. De Gay Pride mars is pas een paar dagen later, op een vrijdagmiddag. Ik ben er niet bij geweest, maar lees dat het ondanks de hitte nog nooit zo druk is geweest, 250.000 deelnemers, onder wie 30.000 toeristen. Het is dan ook de twintigste mars, en Israël bestaat zeventig jaar, twee kroongetallen.
Burgemeester Ron Huldai houdt de openingstoespraak en roept op tot “gelijke rechten voor iedereen” – de foto’s zien er vrolijk uit, veel kleurige slingers en beschilderde gezichten. Er rijden praalwagens mee met alweer halfnaakte, maar dit keer heupwiegende mannen. Een van de wagens is gesponsord door Engeland en heeft als thema “Love is Great Britain”, misschien op instigatie van de Engelse ambassadeur in Israël, die openlijk gay is. De mars trekt langs een kleine groep activisten, gekleed in zwart en roze, die protesteren tegen de ‘pink washing’, het feit dat de bezetting van Palestijnse gebieden op de Westoever op dit ogenblik gewoon doorgaat en dat daar geen aandacht aan wordt besteed. Niemand schijnt zich van hen iets aan te trekken, er is politie aanwezig en er komen geen rellen. ’s Avonds treedt onder anderen Netta Barzilay op, winnares van het Eurovisie Songfestival.
Al zoekend naar foto’s van de Gay Parade lees ik dat tijdens een besloten internationale conferentie (13 juni) onder auspiciën van het ministerie van Openbare Veiligheid en Strategische Zaken het hoofd van de Shin Beth bekendmaakt dat Israël in 2018 tot nu toe 250 terreuraanslagen heeft weten te voorkomen. De zwart-roze activisten hebben een punt …