We zitten middenin de ‘negen dagen’ die uitmonden in Tisja be’Av. Volgens de Joodse traditie is dit een periode waarin alles hafoech is, op zijn kop staat, omdat het ‘schild’ van goddelijke bescherming voor het Joodse volk in deze tijd fragieler zou zijn. Als de maand Av eenmaal is begonnen, dus ruim een week voor Tisja be’Av, neemt de bescherming weer toe. Dit jaar lijkt er in de hele wereld veel op zijn kop te staan.
Wat Israël betreft: de tevredenheid over het coronabeleid in februari, maart en april, waar Netanjahoe zelf iedere avond op de televisie luid de lof van zong, is omgeslagen nu er sprake is van snel gestegen besmettingscijfers, een hoger dodental en een zigzag-beleid: eerst wordt er van alles verboden zonder dat dat berust op duidelijke cijfers. Zwembaden en fitness centra die dicht moesten, zijn bijvoorbeeld slechts verantwoordelijk voor een klein percentage van de besmettingen, het opengooien van de scholen heeft meer tot oplopende besmettingen geleid. Ook café’s en restaurants kregen vorige week plotseling te horen dat ze het weekend moesten sluiten en alleen aan take-out konden doen. Na protesten van restauranthouders, die hun ingeslagen voorraden zouden kunnen weggooien, werd het sluitingsdecreet een paar dagen uitgesteld, en nu geldt het geloof ik helemaal niet meer, want de eethuisjes en café’s zijn gewoon open. Ook zwembaden en fitness centra zijn open, zij het dat je een duur half jaar abonnement moet hebben, een kaartje kopen voor een dagje zwemmen kan weer niet.
In plaats van een budget voor coronamaatregelen te bediscussiëren, besteedde de Financiële Commissie van de Knesset drie uur aan de behandeling van een belastingteruggave van 1 miljoen sjekel aan Netanjahoe. Dit op een moment dat de werkloosheid is opgelopen tot twintig procent en veel jongeren door de economische crisis die de lockdown heeft teweeggebracht, voor langere tijd geen zicht hebben op een baan. Het feit dat de premier zich alleen verontschuldigde voor het “ongelukkige moment” dat zijn belastingteruggave werd behandeld, viel niet goed bij het publiek.
Afgelopen sjabbat liep ik eind van de middag opnieuw naar de demonstratie op Kikar Paris, het plein met de fontein in de nabijheid van Netanjahoe’s ambtswoning, Er waren meer mensen op het plein dan ik ooit eerder had gezien, en nieuwe demonstranten bleven toestromen. (Het bleken er achteraf 5000 te zijn). Een heel gemengd gezelschap: er komen steeds meer jongeren bij, maar ook opvallend veel bezorgde oudere burgers, en ouders met kleuters. En niet alleen Asjkenazim, zoals Netanyahu beweert, maar evengoed Sefardim en Mizrachim. Ik ontwaarde een paar leden van mijn sjoel en wuifde naar ze; door het lawaai van de gele en rode vuvuzela’s, fluitjes, megafoons en een blikken trommelaar was een gesprek niet echt mogelijk. Maar de sfeer was vrolijk, niet grimmig, met uiteenlopende en vaak handgeschreven protestborden. Een man die een met ‘kerstboomlichtjes’ versierd bord torste, trok de aandacht van een cameraman en poseerde geduldig terwijl er een enorme zwarte paraplu werd geïnstalleerd voor de juiste belichting: “Liefde overwint het kwaad van Bibi” stond er op het bord.
Ik bleef vanwege corona enigszins aan de rand van de menigte staan, tegen de betonnen omheining waarachter de oproerpolitie stond, mizrachi jongemannen die de menigte wat bezorgd stonden op te nemen. Eentje bood mij vriendelijk een flesje water aan, maar ik zei dat hij het waarschijnlijk harder nodig zou hebben dan ik.
Er kwamen steeds meer mensen bij, de opwinding leek te groeien en na circa anderhalf uur zette een stoet zich onder tromgeroffel in beweging naar het Independence Park. Het tromgeroffel klonk nogal opzwepend, dus liep ik terug naar huis, ik had geen zin betrokken te raken bij botsingen met de oproerpolitie. Dat gebeurde die avond inderdaad opnieuw, met wat minder geweld dan eerder in de week. Toen werden er twee verschillende waterkanonnen gebruikt (met gewoon en met blauw gekleurd water) die continu betogers met zoveel kracht bespoten dat sommigen door de straat vlogen, vielen en hun hoofd bezeerden, of rechtstreeks in het gezicht werden getroffen – wat verboden is. Zelfs demonstranten die al wegliepen, Agronstraat in, werden nog in de rug getroffen. Deze zaterdagavond kwam het geweld ook van pro-Netanjahoe demonstranten; individuele betogers die naar huis liepen, werden onderweg aangevallen door in het zwart geklede leden van ‘La Familia’, de fans van voetbalteam Beitar Jeroesjalajim, die zich tijdens sportwedstrijden ook agressief en racistisch uitlaten. Op een andere plek in het land werden mensen die op een kruispunt demonstreerden vanuit een passerende auto met peperspray belaagd. Bij Kikar Paris werden pas na half een ’s nachts waterkanonnen ingezet tegen betogers die nog niet wilden vertrekken. Twaalf mensen werden gearresteerd, onder wie enkele Beitar fans. Dat heb ik uit de krant, want op dat tijdstip lag ik thuis al veilig te slapen.
Minister van Veiligheid Amir Ohana, ik neem aan dat de oproerpolitie onder zijn verantwoordelijkheid valt, ontpopt zich als een law and order man; in een uitgelekt gesprek van Ohana met politiecommissaris Motti Cohen klaagde Ohana dat de politie veel te zacht optreedt tegen wat hij “radicaal-linkse anarchisten” noemt, vergeleken met de manier waarop de politie Arabieren, ultra-orthodoxen en Ethiopische Israëli’s aanpakt … (in plaats van op te roepen deze groepen ook humaner te behandelen.) Hij heeft verschillende keren beweerd dat de campagne om Netanjahoe tot aftreden te bewegen ernstiger is dan de opruiing die in 1995 vooraf ging aan de moord op premier Rabin. Daarbij vergetend dat het doden van politieke tegenstanders meestal wordt uitgevoerd door rechts-radicale activisten (denk aan de Vrede Nu demonstratie in 1983, toen de 33-jarige Emil Grünzweig werd gedood door een granaat van een rechtse tegendemonstrant; of aan settler Baruch Goldstein, lid van Kahane’s Kach-beweging, die in 1994 in de Grot van de Patriarchen 29 biddende moslims doodschoot – de Kach-partij werd daarna verboden.)
De grote demonstraties tegen het regeringsbeleid bestaan uit een coalitie van veel verschillende groeperingen – jeugdbewegingen, scholieren, de Zwarte Vlag anti-corruptie beweging, de Gay Liberation beweging, feministes, net afgezwaaide dienstplichtigen, vredesactivisten, leden van de Arabische Joint List, mensen die bezorgd zijn om het voortbestaan van de democratie – dat is de kracht maar ook de zwakte: er is geen centraal leiderschap. Zoals journalist Nir Hasson, die de demonstraties op de voet volgt, in een podcast van Haaretz zegt: “Er is geen politiek mechanisme in deze protestbeweging die de macht van de straat kan omzetten in een politieke beweging” (die de premier kan doen aftreden).