Een paar dagen voor Sjoesjan Poeriem (Poeriem in ommuurde steden zoals Jeruzalem) scheen de zon, de lucht was blauw en op Emek Refaiem, de hoofdader van trendy Zuid-Jeruzalem, zag ik een lange optocht van verklede kinderen en ouders langstrekken. Verschillende piraten met degens en zwarte ooglapjes, een ruimtevaarder in zilveren pak met een zilveren stofzuigerslang op zijn rug, een meisje in hoepelrok met een page aan haar zijde, verschillende in witte bruidsklederen geklede koninginnetjes Esther, veel elfjes of engelen met vleugels, duivels met rode hoorntjes op hun hoofd, poezen met snorren, een klein meisje in Japanse rode kimono met een rood parasolletje, en zelfs nog een paar Harry Potter-figuren, al is dat thema duidelijk over z’n hoogtepunt. De volwassenen hielden het voornamelijk bij roze of gele pruiken. Het was een vrolijke stoet die tenslotte verdween in de antroposofische school.
Zoals vorig jaar met Chanoeka in de krant werd bericht wie de beste soefganiot verkocht, stuurde de Jerusalem Post nu reporters er op uit om de beste Hamantaschen te vinden. En opnieuw was de winnaar banketbakkersketen Roladin, die deegwaren met echte boter had gebakken en naast maanzaad, vullingen gebruikte als appel, tahin, dadels, vanille en natuurlijk chocolade. Ik heb er een aantal aangeschaft om misjloach manot mee te maken (ik ben niet zo’n begenadigde bakker) en helaas zijn ze nu al op en moet ik opnieuw naar Roladin.
‘s Avonds was ik bij een intiem concert, geïnspireerd door de gedichten van de Perzische dichter en mysticus Rumi, in het Islamitisch Museum in Jeruzalem. Rumi werd geboren in een Perzisch dorp dat nu in Tadzjikistan ligt en woonde later in Konya (nu in Turkije), waar hij ook begraven is. Zowel Iran als Turkije als Afghanistan claimen tegenwoordig de mysticus, voor wie in alle opzichten geen grenzen bestonden, als hun nationale dichter. Ook in Jeruzalem is Rumi populair. Drie Israëlische musici, één van hen afkomstig uit Iran en alle drie Soefi’s, brachten prachtige versies van zijn gedichten ten gehore, in het Perzisch, met klaaglijke begeleiding op de ney, gitaar en tamboerijn. Sommige gedichten werden gereciteerd in Hebreeuwse vertaling. Een Israëlische danseres, Mirjam, gaf er een schitterende dansvoorstelling bij, en liet afwisselend in witte, blauwe en dieprode gewaden zien dat ze een volmaakte ‘whirling dervish’ was.
En intussen was in een ander werelddeel, voor het Amerikaanse Congres, premier Netanjahoe zijn frontale confrontatie met president Obama aangegaan. De enigen die hem daar bijvielen waren senatoren die hem staande ovaties gaven, en vanuit Saoedie-Arabië had hij ook een goede pers. Een echt Poeriemspiel, waarbij alles ondersteboven gaat. Vervolgens gingen we in Jeruzalem donderdagavond 5 maart oorverdovend ratelen en boe roepen wanneer bij het lezen van de megilla de naam ‘Haman’ klinkt, en worden we geacht zoveel te drinken dat we geen onderscheid meer maken tussen Goed en Kwaad, tussen Mordechai en Haman, tussen Bibi en Barack, of andersom.
Poeriem Sameach!