Van Jeruzalem naar Amsterdam en van Amsterdam naar Jeruzalem vliegen – het is tegenwoordig alsof je even op de tram stapt, maar bij aankomst in Israël voelt het alsof ik land op een andere planeet. En dan heb ik het niet alleen over de overgang van sneeuw, oostenwind en loodgrijze luchten naar bloeiende amandelbomen en blauwe luchten; of van huizen met vaste vloerbedekking en comfortabele centrale verwarming naar huizen met koude tegelvloeren en kleine elektrische radiatoren, waar je binnen een jas moet aantrekken die buiten weer uitkan. Of over de overgang van een (over)gereglementeerd land naar een rommelig improviserend land. Het grootste verschil vind ik de overgang van een seculiere samenleving – waar het ‘fundamentalistisch atheïsme’ in opkomst lijkt te zijn - naar een samenleving waar godsdienst een grote rol speelt en waar zelfs seculiere Israëli’s nog veel rituelen in ere houden: de seider, briet mila, bar of bat mitswa, Jom Kipoer. In het vliegtuig zit ik naast een aardige Nederlands-Joodse vrouw die haar in Israël orthodox geworden dochter gaat opzoeken. En zodra ik met mijn bagage naar de sjeroet loop, zie ik overal weer mannen met zwarte hoeden en dito keppels, vrouwen in lange rokken met sierlijke hoofdbedekkingen of sjeitels.
Eenmaal thuisgekomen lees ik in de krant dat professor David Hartman op 81-jarige leeftijd is overleden. Hij werd afgelopen maandag begraven. Rabbijn Hartman was één van de belangrijkste leiders van de moderne orthodoxie, zijn naam is voor altijd verbonden aan de orthodoxe vernieuwingsbeweging. Hij werd in 1931 geboren in een charedi gezin in Brooklyn, studeerde aan verschillende charedi jesjiwe’s en kreeg in 1953 semicha (rabbinale wijding) van de Yeshiva Universiteit in Manhattan. Hij was student van rabbijn Josef Soloveitchik, een van de intellectuele ‘reuzen’ van die generatie. David Hartman hield vast aan de halacha en stond tegelijkertijd open voor pluralistische en liberale waarden. Hij vond het belangrijk dat ook vrouwen Tora en Talmoed konden studeren. In 1976, toen er na de Jom Kipoeroorlog een ‘messianistisch ontwaken’ begon in Israël, geleid door de Merkaz Harav jesjiwa in de Oude Stad, richtte Hartman misschien als respons het Shalom Hartman Instituut op (genoemd naar zijn vader), een pluralistisch beit midrasj (studiehuis) waar kritische religieuze en academische studie samengaan. Het Hartman Instituut stond vanaf het begin open voor zowel religieuze als seculiere studenten, voor mannen en vrouwen, voor Joden en niet-Joden. Dat was in de jaren ’70 nogal revolutionair. De laatste jaren heeft zijn zoon Daniel Hartman de leiding overgenomen. David Hartman was in de Engelssprekende wereld bekender dan in Israël, misschien omdat hij naast het Hebreeuws ook in het Engels doceerde en schreef, en misschien omdat hij zijn tijd vooruit was. Hij vertegenwoordigde een orthodox jodendom zonder messianistische koorts. Hij was meer een denker, die vragen stelt, dan een profeet die de enige waarheid verkondigt.
Shira Chadasha, de modern-orthodoxe gemeenschap waar Bloeme Evers laatst in het NIW enthousiast over schreef, is in het leven geroepen door Tuvia Hartman, een dochter van David Hartman. Shira Chadasha bezit geen eigen sjoel, maar de leden komen bijeen in de aula van een gemeenschapsgebouw en hun diensten zijn inspirerend. Ze volgen de orthodoxe ritus, maar zijn volkomen egalitair: mannen en vrouwen worden gescheiden door een mechitsa van wegschuifbare vitrages in het midden, de bima staat half aan de vrouwenkant, half aan de mannenkant. Zowel vrouwen als mannen laajnen uit de Tora, en na lezing wordt de Tora aan beide zijden van de mechitsa rondgedragen. Als er niet wordt gelaajnd of gebeden, worden de vitrages even opzij geschoven. Het is er meestal vol, en aan de vrouwenkant bijzonder kleurig en veelvormig, van dames met tallit, met allerlei hoeden en prachtig gedraaide sjaals om het hoofd, tot blootshoofdse en broekdragende dames. Na afloop is er meestal een bescheiden kidoesj. De populariteit van sjoels in Zuid-Jeruzalem valt te vergelijken met die van café’s in Amsterdam. Jaren geleden was Café ’t Is Fris de plaats om gezien te worden, in Jeruzalem ging jaren geleden iedere zichzelf respecterende modern-orthodoxe persoon naar Yedidya; nu is Shirah Chadasha in. Beide sjoels zijn modern-orthodox, maar Shira Chadasha trekt naar mijn idee een jongere, iets intellectuelere en iets meer Anglo-groep.
David Hartman – may his memory be a blessing.