Naar aanleiding van de chaotisch verlopen Amerikaanse evacuaties in Afghanistan staat er in Haaretz van afgelopen sjabbat een paginagroot artikel geschreven door senior militair correspondent Anshel Pfeffer. Hij spreekt met twee militaire transportpiloten, brigadier-generaals (res.) Asaf Agmon en Amir Hashkel, die hun ervaring met massale luchtbrugoperaties delen.
Deze piloten bestuurden in 1991 tijdens 'Operatie Salomon' vliegtuigen die duizenden Ethiopische Joden uit Addis Abeba ophaalden. Er staan twee foto's bij, de iconische foto van het Canadese transportvliegtuig C-177 Globemaster III waar de stoelen uitgehaald zijn, vol Afghaanse evacués; en een uit 1991 van een Israëlische Boeing 707, ook zonder stoelen, vol Ethiopische Joden.
Over het Amerikaanse vliegtuig dat moest vertrekken van Kaboel-airport terwijl er een menigte mensen op de landingsbaan stond en sommigen zich zelfs tijdens het opstijgen aan het vliegtuig bleven vastklampen, waardoor ze hun dood tegemoet vielen, zijn beide veteranen het eens: dat had nooit mogen gebeuren. Bij een dergelijke operatie is het belangrijkste dat je eigen militairen hebt die de landingsbanen en omgeving beveiligen, opdat daar geen enkele onbevoegde kan komen. De Amerikaanse piloot had waarschijnlijk nog nooit in zo´n situatie verkeerd, daar wordt niet voor geoefend. Er is altijd personeel op de grond dat ervoor zorgt dat zoiets niet kan gebeuren.
Hashkel maakte maar een keer iets dergelijks mee, toen hij in 1994 een vliegtuig met Israëlische militairen naar Rwanda bracht, tijdens de burgeroorlog daar – de soldaten gingen er een veldhospitaal opzetten. Toen hij op Kigali landde stonden er ook mensen rond de landingsbaan. Helikopterpiloten worden wel getraind om te kunnen vertrekken terwijl er wordt geschoten, die kunnen op daken landen en zijn veel wendbaarder. Maar passagiersvliegtuigen met honderden mensen aan boord kunnen dat niet, die kunnen met één, via de schouder gelanceerde anti-aircraft raket al worden uitgeschakeld.
Bij 'Operatie Salomon' in mei 1991 werden er in 36 uur 15.000 Ethiopische Joden geëvacueerd. Er was zo'n haast bij omdat men bang was dat het regime van Mengistu Haile Mariam op het punt stond te bezwijken voor het Ethiopisch Revolutionair Democratisch Volksfront. De hele luchtbrug was overigens ruim tien jaar lang voorbereid. Gedurende de jaren tachtig werden er kleine aantallen Ethiopische Joden met clandestiene nachtvluchten opgehaald, meestal uit Soedan, soms ook uit Addis Abeba. Maar bij de massale evacuatie in 1991 werden Amerikaanse diplomaten, agenten van de Mossad en medewerkers van de Joint ingeschakeld om ervoor te zorgen dat de Ethiopische regering op de hoogte was en toestemming gaf voor de luchtbrug. Met de eerste twee vliegtuigen die op Addis Abeba landden, kwamen 200 luchtmachtsoldaten van het Shaldag commando mee, onder leiding van luitenant-kolonel Benny Gantz (de huidige minister van Defensie). Het Shaldag commando hield de landingsbanen vrij. Toen er toch teveel nieuwsgierige Ethiopische soldaten op af kwamen, telegrafeerde Agmon naar de luchtmacht in Lod om met het volgende vliegtuig alle sigaretten die in de kantine voorradig waren, mee te sturen. Die sigaretten werden vervolgens uitgedeeld aan de Ethiopische soldaten, met het verzoek verder niet in de buurt van het vliegtuig te komen. De zorgvuldige planning, enig improvisatietalent, het feit dat de Israëlische luchtmacht de controle over het vliegveld had, en de combinatie van transportvliegtuigen van de luchtmacht én El Als passagiersvliegtuigen, maakte het mogelijk dat de hele operatie in 36 uur werd voltooid – terwijl men had geschat er 48 uur voor nodig te hebben.
Generaal Agmon concludeert dat de fout wat Kaboel betreft niet bij de Amerikaanse luchtmacht ligt, maar veel hogerop moet worden gezocht, bij de politieke en militaire top. "Er had van tevoren een betere planning moeten zijn en er zijn fouten gemaakt wat betreft de ernst van de dreiging. (…) Een 'failed state' kan veel eerder instorten dan je verwacht, en dan is het te laat."
Pfeffer voegt eraan toe dat we beter een vergelijking kunnen maken met de terugtrekking van de Israëlische troepen uit de zogenaamde veiligheidszone in zuid-Libanon in mei 2000. Het Zuidlibanese burgerleger, dat voor Israël tegen Hezbollah vocht, stortte plotseling in elkaar; het gevolg was dat duizenden Libanese soldaten en hun familieleden samenschoolden bij de grens, smekend om vluchtelingenstatus in Israël. Er hebben zich zo´n 7.000 Libanese SLA-leden met familie in noord-Israël gevestigd, voornamelijk in Galilea. De terugtrekking onder het bewind van Ehoed Barak, na vijftien jaar uitputtingsoorlog, werd door sommige Israëli´s gezien als een 'land voor vrede' operatie en door anderen als een capitulatie voor Hezbollah en een aanmoediging voor andere militia. Vier maanden later begon vanuit de Westbank de bloedige tweede Intifada.