A. is een alleraardigste Britse vriendin van me, wier leven verdeeld is tussen Londen en Jeruzalem. Londen is haar hoofdwoonplaats, ze heeft er werk, twee volwassen zoons en anderhalf (eentje in wording) kleinkind. Maar om de paar maanden is ze in Jeruzalem, waar ze helemaal opleeft door het intensieve spirituele leven, zoals de modern-orthodoxe sjoel Jedidja en de Jewish Renewal gemeenschap Nava Tehila, onder de inspirerende leiding van rabbijn (v) Ruth Kagan waar men eens in de maand met muziek, zang en dans de sjabbat inluidt. A. is tevens een heel sociaal betrokken iemand, die als ze in Jeruzalem is, niet ontbreekt bij de diensten van Women of the Wall (op een afschuwelijk vroeg tijdstip in de ochtend) en die meedoet met acties van Rabbis voor Human Rights.
Afgelopen zondag is ze mee geweest met een excursie van ‘Breaking the Silence’ naar Hebron. Toen ik haar twee dagen later vroeg hoe het was, antwoordde ze: “challenging”. Ze liet me foto’s zien van de bufferzone tussen het gedeelte van Hebron waar de Joodse settlers zitten en de rest van de stad. Die bufferzone, ofwel ‘de steriele zone’ ziet er uit als een treurige ghost town, waar geen mens op straat te zien is, alle neringen hebben hun ijzeren deuren al lang geleden gedwongen moeten sluiten. De enkele Palestijnse bewoners die er zijn blijven wonen, moeten via achteruitgangen of zelfs via daken hun huis verlaten. (Toevallig las ik een paar dagen geleden dat zeven Palestijnse winkeliers hun deuren daar weer mogen openen). Tuvia Tenenbom, auteur van het satirische boek “Catch the Jew”, beschrijft het Arabische gedeelte van Hebron (97% van de stad, 33% van de Palestijnse Westoeverbevolking woont daar volgens zijn Saoedische gids) als een welvarende, levendige stad, heel anders dan het volgens hem treurige en vieze settler-gedeelte (3% van Hebron). A. liet me foto’s zien van een drukke markt in het Arabische gedeelte die dat beeld bevestigde, al is de groep niet ver in de stad gekomen. De enige Israëli in de groep die niet (ook) een buitenlands paspoort had, mocht Arabisch Hebron namelijk niet in – voor zijn eigen veiligheid.
Ha'aretz-journalist Benny Ziffer geeft intussen op 26 juni uiting aan zijn gemengde gevoelens over Breaking The Silence. Enerzijds heeft hij grote bewondering voor de morele normen van IDF-soldaten die hun mond durven opendoen over criminele incidenten die ze in dienst hebben meegemaakt. Anderzijds is hij kwaad dat deze getuigenissen mensen en groepen buiten Israël bereiken die deze als munitie gebruiken om de IDF en heel Israël af te schilderen als misdadige onderdrukkers. De enkeling die een dag eerder in de krant dit beeld probeerde te corrigeren – rechtenstudent en officier Matan Katzman - werd door een andere Ha'aretz-journalist als 'betaalde propagandist van de regering' weggezet.
Tijdens een besloten etentje ten huize van een Duitse diplomaat, waar ook een kern-activist van Breaking The Silence aanwezig was, voelde Ziffer zich bij de cynische opmerkingen over zijn land even ongemakkelijk als zijn vader in de jaren dertig in Wenen, die, om geaccepteerd te worden, moest meelachen met de antisemitische grappen die in zijn klas werden gemaakt. Ziffer besluit nooit meer aan zo’n dinertje mee te doen. “Het is misleidend om de getuigenissen van uitzonderingen als werkelijkheid te behandelen, en dat is in het bijzonder problematisch als buitenstaanders deze getuigenissen gebruiken om Israël als geheel in een kwaad daglicht te stellen,” vat hij zijn artikel samen.