Amos Oz was niet alleen een groot schrijver en een zionistisch vredesactivist, hij was ook een bijzonder aardige man. Dat blijkt bijvoorbeeld uit ervaringen die andere schrijvers nu hebben gedeeld. David Grossman vertelt vlak na het overlijden aan Haaretz dat hij Oz 25 jaar geleden voor het eerst ontmoette, nadat hij Oz een boek had gestuurd. Die schreef terug en nodigde Grossman uit voor een ontmoeting in Tel Aviv. “Dat werd een wandel-ontmoeting, we liepen en we praatten. Die vriendschap werd door de jaren heen steeds sterker.” Amos Oz, A.B. Yehoshua en David Grossman werden meestal als Israëls Grote Drie aangeduid. Ze noemden zich “de Drie Tenoren” vertelt Grossman: “ik ben dat nooit ergens anders tegengekomen, deze soort dialoog en wederzijdse bewondering tussen een aantal schrijvers – we hadden nog meer vrienden. Die diepe vriendschap is nu onherroepelijk anders van aard – en dat is erg pijnlijk.”
Grossman: “De manier waarop [Amos] voor zo velen in Israël en daarbuiten de complexiteit en verstrikkingen van Israël formuleerde, en al Israëls onmogelijke combinaties, van de grootste tot de meest pijnlijke. Ik voel dat we iemand hebben verloren die in staat was zich met de grootst mogelijke precisie uit te drukken. Als een mens zoals hij wordt weggerukt, gaat er iets in ons contact met de werkelijkheid verloren.” Hij voegt daar aan toe “Amos was buitengewoon edelmoedig. En hij was buitengewoon nieuwsgierig. Als ik nu over hem praat in de verleden tijd kan ik mijn tranen bijna niet inhouden.”
Chaim Be’er, een andere schrijver die vele jaren met Oz bevriend was, vertelt dat hij op het punt stond een boek uit te brengen over de relaties tussen drie schrijvers, Agnon, Bialik en Brenner, met de titel Their Love and Their Hate. Tot hij een pakketje van Amos Oz ontving, met het manuscript van diens eveneens te verschijnen boek over Agnon, dat bijna dezelfde titel had. Toen hij nogal overstuur zijn uitgever belde, stelde deze hem gerust: Amos had de uitgever gebeld dat er geen probleem was, hij zou gewoon de titel van zijn eigen boek veranderen. (Dat werd tenslotte: The Silence of Heaven: Agnon’s Fear of God).
Oz werd begraven in kibboets Choelda, de kibboets waar hij als vijftienjarige jongen heen trok, om na de zelfmoord van zijn moeder, hij was toen twaalf, te ontsnappen aan de zwaarmoedige atmosfeer in Jeruzalem. Die zelfmoord komt verborgen en in tal van variaties terug in zijn werk, bijvoorbeeld in De heuvel van de Boze Raad, het eerste boek dat ik van Oz las. Pas in zijn magistrale boek Een verhaal van liefde en duisternis komt het tragische einde van zijn moeder onverhuld tevoorschijn. In de kibboets veranderde hij zijn achternaam Klausner in Oz (kracht).
Van wat ik er op foto’s en video van heb gezien, was de begrafenis in Choelda een sobere plechtigheid, waar Israëlische volksliedjes werden gezongen. Oz’ weduwe Nili speelde een melancholisch wijsje op haar blokfluit. Rabbijn Benny Lau had, in de veronderstelling dat Oz dat wel zou hebben gewaardeerd, een zakje Jeruzalemse aarde meegenomen om in het graf te leggen, grond uit de stad waar Oz in 1939 werd geboren.
Haaretz drukte op 4 januari de grafrede van dochter Fania Oz-Salzberger af. Zij vertelde dat haar vader de Bijbel en de Tien Geboden terugbracht tot één gebod: “Veroorzaak geen pijn. Dat is alles. Veroorzaak geen pijn. En als dat niet mogelijk is, veroorzaak dan in ieder geval minder pijn. Zo weinig als maar mogelijk is. Hij heeft dat zijn hele leven geprobeerd, en soms mislukte het”, zei ze. Nu haar vader is gestorven, vrezen sommige mensen dat de hoop die Oz altijd bleef koesteren ook verloren is. “Dan ken je mijn vader nog niet”, zei ze, “want vader wist dat we door zouden gaan. Wij zullen sterven, maar de hoop die hij koesterde, zal niet sterven; zo lang hij hier kinderen en kleinkinderen en vrienden en studenten en lezers heeft, en gesprekspartners en eerlijke mensen die het met hem oneens zijn en die hem waard zijn, zal die hoop niet sterven. Ik heb het over de hoop dat er hier werkelijke vrede zal zijn in een democratisch Israël, een staat van de Joden en van al zijn burgers, een rechtsstaat en een staat van sociale gerechtigheid, een staat waarin de taal van de Tora bloeit, tezamen met de Joodse en Hebreeuwse cultuur, en tezamen met de Arabische en de wereldcultuur.”
Op internet circuleert een opname van een vlammende lezing die Amos Oz vorig jaar juni gaf, waarin hij nog eens duidelijk maakte waar het zionisme om ging. “We kwamen hier omdat geen enkel land ons wilde opnemen.” Ook de Joden uit Azië en Noord-Afrika hadden weinig keus, ondanks romantische noties over idyllisch samenleven in Irak of Marokko. Wat er nu met de Yezidi moslims is gebeurd zou ook het lot geweest zijn van de Irakese Joden. Nadat hij de legitimiteit van de staat Israël duidelijk heeft gemaakt, zegt hij dat opdeling in twee staten even onvermijdelijk is, tenminste als Israël niet wil eindigen als een Arabische staat van de Jordaan tot de zee, met een Joodse minderheid. De meeste Israëli’s beseffen dat diep in hun hart wel.
“Mijn vader heeft ons woorden nagelaten, er zijn andere woorden en er zullen nog tienduizend woorden bij komen. Woorden kunnen de wereld veranderen. Woorden gaan niet dood en we zullen hier nog een aantal van de gehoopte zaken tot werkelijkheid maken”, zo eindigde Fania Oz-Salzberger haar grafrede.