Behalve het laatste nieuws over de ontwikkelingen van de Covid-19 pandemie lezen, en het vervaardigen van tot nu toe helaas mislukte mondkapjes, volg ik deze periode tussen Pesach en Sjawoeot ook lessen over het ‘Tellen van de Omer’. Lessen via Zoom uiteraard, gegeven door Michael Kagan, de echtgenoot van rabbi Ruth Gan-Kagan. Ruth leidt al enige jaren op haar uitbundige wijze de diensten de Jewish Renewal groep Nava Tehila, en haar echtgenoot ondersteunt haar daarbij op de achtergrond. Zelf is hij een soort renaissance man, chemicus van beroep, producer van Joodse documentaires, hartstochtelijk begaan met natuur en klimaatverandering, en daarnaast geeft hij op een persoonlijke manier, kijkend door een psychologische lens, les in de Joodse traditie.
Zo neemt Michael op het ogenblik zijn Zoom-leerlingen één keer per week op zondag, mee op een psychologische reis door de Ets Hachajim – de Boom des Levens – dat is de blauwdruk van het hele universum, fysiek en meta-fysiek. Die blauwdruk lijkt minder op een boom dan op een diagram bestaande uit drie kolommen, of energiebanen, een rechter, een linker en een middelste kolom. Op die drie energiebanen bevinden zich tien sefirot (uitstralingen, energetische centra) (en nog een verborgen sefira). De hoogste van de sefirot is Keter (Kroon), het ontvangststation van de goddelijke energie. Die energie beweegt zich als een zigzaggende bliksemflits via de negen overige sefirot, tot aan Malchoet, de laagste. Voor het tellen van de Omer zijn de zeven lagere sefirot van belang – de drie hoogste sefirot behoren al tot een hogere dimensie dan onze aardse wereld. Al beïnvloeden ze via de drie kolommen de aardse wereld wel.
Die reis van het tellen van de Omer duurt zeven weken (49 dagen), en culmineert de vijftigste dag in Sjawoeot, het feest van Matan Tora, het geven (en ontvangen) van de Tora. Het is tevens een oogstfeest, landbouwproducten en de eerste tarwe werden naar de Tempel gebracht, toen die er nog stond. In socialistische kibboetsim werd het ook louter als oogstfeest gevierd, in een met bloemen versierde zaal of sjoel. Bij religieuze Joden is het tellen van de Omerdagen bedoeld als een proces van individuele bewustwording van je eigen blokkades, daar waar je zelf nog in Mitsrajim bent. Die Hebreeuwse naam voor het Bijbelse Egypte betekent letterlijk “een nauwe, beperkte plek.” Het is een proces om in 49 dagen te proberen je eigen karaktertrekken te verfijnen.
De telling begint de avond na de Seder. Die eerste week staat onder invloed van Chesed (genade; uitbreiding, grenzeloosheid, ‘loving kindness’, vrijgevigheid); de tweede week onder invloed van Gvoerah (strengheid, oordeel, grenzen stellen, beperking, vorm, samentrekking, spaarzaamheid); de derde week onder invloed van Tiferet (schoonheid, harmonie, waarheid, compassie, evenwicht tussen Chesed en Gvoerah); de vierde week staat onder invloed van Netsach (traditioneel vertaald als overwinning, maar door Michael als “leiderschap nemen”, Gods oproep beantwoorden). De vijfde week staat onder invloed van Hod (traditioneel vertaald als weerkaatsing, pracht, Michaels interpretatie: empathie, nederigheid, iemand ondersteunen, terughoudend zijn); de zesde week onder invloed van Jesod (fundering, basis, seksualiteit, het ego); de zevende week ten slotte, onder invloed van Malchoet (traditioneel: koninkrijk en Am Jisraeel; de aarde, de fysieke dimensie, het lichaam).
Dit is al ingewikkeld genoeg, maar het wordt nog ingewikkelder doordat in iedere week de zeven dagen ook weer zeven sefirot vertegenwoordigen. De allereerste avond na de Sedermaaltijd – de Joodse dag begint ’s avonds – staat in het teken van Chesed (week), beïnvloed door Chesed (dag); de tweede dag in teken van Chesed, beïnvloed door Gvoerah, enzovoorts.
Ik schrijf dit op dinsdag 19 mei, vijf weken plus vijf dagen in de Omer-telling, in het teken van Jesod beïnvloed door Hod. Wanneer u dit bijvoorbeeld leest op vrijdagmiddag 22 mei, is de week in het teken van Malchoet begonnen, zes weken plus één dag, Malchoet beïnvloed door Chesed. Dat past goed bij de vrijdagavondmaaltijd: uitgebreid boodschappen doen voor sjabbat en even uitgebreid en lekker eten op vrijdagavond, (alleen de gastvrijheid wordt nu ingeperkt door het coronavirus, dat ons allemaal al weken Gvoerah – beperkingen – oplegt.)
In deze lessen werd mij duidelijk wat een dynamische energiedans er plaatsvindt wanneer de goddelijke energie al die kleuringen van de sefirot doorloopt, en hoe schijnbaar tegengestelde energiecentra elkaar in evenwicht behoren te houden. Behoren te houden, want als wij niet op een lijn zitten met de energie van de Bron, ontstaan er blokkades en kan de door Keter ontvangen energie niet goed doorstromen tot in Malchoet, tot in onze aardse werkelijkheid.
Volgende week donderdagavond begint Sjawoeot, dat niet alleen wordt gevierd met kwarktaart en andere zuivelgerechten, maar in Jeruzalem traditioneel door de hele nacht ‘door te lernen’. In allerlei sjoels, jesjiwes en centra van hoger Joods onderwijs worden lezingen aangeboden; je kunt echt de hele nacht doorbrengen door van plek naar plek te trekken, overal zie je op straat in het wit geklede mensen (wit als teken van onschuld na 49 dagen van zelfreflectie), en als je het tot vier uur ’s nachts volhoudt – wat mij slechts één keer lukte – kun je met die stroom mensen mee naar de Kotel (de Klaagmuur). Dat zal dit jaar hoogstwaarschijnlijk niet doorgaan. Er is kennelijk nog een heleboel Gvoerah nodig om het economische, ecologische en psychologische evenwicht op aarde weer te herstellen.