Bijna alles mag weer in Israël, behalve grote samenkomsten, wat inhoudt dat ook synagoges en kerken nog geen diensten mogen houden (wel als dat in de buitenlucht gebeurt.) Bioscopen, concertzalen en disco’s blijven nog dicht en ook de treinen rijden nog niet. Bussen wel. De meeste scholen zijn ook open. In het publieke domein, dat wil zeggen op straat, op school, in winkels en in het openbaar vervoer en taxi’s, moeten mondkapjes worden gedragen. Zelfs als je even het vuilnis naar buiten draagt om het in een container te gooien, zou je zonder mondkapje al een boete kunnen krijgen.
Niet verrassend dat door de versoepeling ook het aantal infectiegevallen weer omhoog schiet, na meer dan twee weken betrekkelijke rust. Er wordt over een tweede golf gesproken. Het totale aantal virusgevallen bedraagt dinsdag 16 juni 19.338, maar daarvan zijn slechts 3.598 ‘actieve gevallen’. Daarvan zijn er 27 ernstig ziek. Afgelopen maandag werden er 13.425 mensen getest, waarvan er 216 positief testten. Het aantal sterfgevallen is nu 302. Het infectiepercentage voor de hele bevolking is circa 1,6 procent. Dat klinkt niet als veel; maar volgens deskundigen moet zo’n percentage niet te lang boven de één procent blijven, omdat de ziekenhuizen de exponentiële groei dan weer nauwelijks aan zouden kunnen. Op het zorg- en gezondheidsstelsel is ook al jarenlang bezuinigd, dat kraakte vóór deze pandemie al in merkbaar in zijn voegen. Tot de nieuw geïnfecteerden behoren overigens elf werknemers – drie artsen, twee verpleegkundigen, zes paramedici en de rest niet-medisch personeel – van het Ichilov Ziekenuis in Tel Aviv-Jaffa. Volgens Ynet werden de regels aangaande sociaal afstand houden in Ichilov verschillende keren overtreden; het laatst bij een afscheidsfeestje in het ziekenhuis met meer dan twintig deelnemers die langere tijd geen mondkapje droegen.
Nu ik weer overal in Jeruzalem mag rondlopen kan ik een beetje kijken wat de wekenlange lockdown vanwege corona economisch heeft aangericht. In Emek Refaiem is de vestiging van de supermarkt Supersol verdwenen, maar dat was altijd al een doodgeboren kindje in een straat vol andere groentewinkels en supermarkten met een verser en uitgebreider assortiment.
Op weg naar de Machané Jehoeda markt zie ik in rechov Agrippas dat het boetiekje met Indiase hippiekleding zoals lange rokken met ruches en witte kanten bloesjes, populair bij jonge orthodoxe vrouwen, de crisis niet heeft overleefd. De markt zelf is afgesloten met metalen hekjes en daar word je temperatuur opgenomen. Ligt die boven de 38 graden dan kom je er niet in. Binnen die hekjes is het wel rustiger dan normaal. De mondkapjes hangen bij twee derde van het publiek onder de kin. Van de twee grote concurrerende noten- zuidvruchten- en chocoladekramen, staat er nu nog maar een – de beste is weg. Hopelijk maar tijdelijk. Op de terugweg zie ik dat de kranten- en tijdschriftenwinkel van een Russische ondernemer, waar ik mijn Haaretz vaak van betrok, ook al is gesloten.
Een andere keer ben ik in Kenjon Israel, een overdekt winkelcentrum in Industrial Talpiot, op zoek naar een dunne zomerbroek. Die denk ik te vinden op de hoogste verdieping, waar een outlet zit, een winkel die overschotten verkoopt van Israëlische designers: Tal Beck, Ronen Chen, meest modellen van het voorgaande jaar. Helaas, de winkel blijkt te zijn opgeheven. Er zit nog een andere outlet, van merken als Castro en Golf, maar die verkoopt nu echt alleen maar schmattes (troep).
Bij de kapper waar ik vandaag zit te wachten met een tijdschrift op schoot, word ik gemaand mijn mondkapje op te trekken zodat het ook mijn neus bedekt. “Anders krijg ik een boete van 5000 sjekel!” betoogt de kapper. In feite zijn de maatregelen die nog wel gelden, vandaag niet meer geldig, want de noodwet van drie maanden is juist afgelopen nacht verlopen. Waarschijnlijk wordt deze wet vanochtend in de zitting van de Knessetcommissie die constitutionele en juridische zaken behandeld, weer verlengd, maar tot die uitspraak leven we even in een vacuüm.
Tot slot nog een wat beter bericht, tenminste voor de betrokkenen: er is afgelopen vrijdag een groep van 37 Peruviaanse Joden met een speciale chartervlucht op Ben Goerion geland. Peru heeft na Brazilië het hoogste aantal Covid-19 gevallen van Zuid-Amerika, 200.000 geregistreerde infecties en 5.700 sterfgevallen. Bijna de helft van de infectiegevallen is afkomstig uit Lima, waar de meeste Peruviaanse Joden wonen, en de lockdown daar heeft geleid tot geweld en straatrellen vanwege gebrek aan voedsel en medicijnen. De vlucht werd georganiseerd en betaald door de International Fellowship of Christians and Jews, en de Peruviaanse immigranten moeten net als iedereen eerst veertien dagen in quarantaine.