Laten we het eens over iets belangrijks hebben, niet over de algemene verkiezingen die op 2 maart 2020 nu voor de derde maal zullen worden gehouden, of over het Palestijns-Israëlisch conflict, maar over een probleem waarvoor een oplossing bestaat.
Het is hier nu echt winter geworden, met lage temperaturen, onweer en stortregens. Een zware tijd voor de vele zwerfkatten in Jeruzalem. Je ziet ze overal, gestreepte cypers, witzwarte katers, een enkele witte, heel veel pikzwarte en ook veel zilvergrijze, afstammelingen van een ooit ontsnapte Russische raskat, vermoed ik. Er zijn veel goede zielen in de stad, meest vrouwen en een enkele man, die te voet of per auto rondgaan met een grote zak droogvoer en op vaste plekken de straatkatten voeren. Vol verwachting verzamelen de katten zich ruim op tijd op die vaste plekken. Daar staan ook altijd bakjes met water.
Zwerfkatten wachtend op voer
Ze zijn lastig, die straatkatten, als ze losstaande vuilniszakken openscheuren of als ze in openstaande containers zitten en je je doodschrikt als ze er uit springen wanneer jij jouw huisvuil er juist in wil gooien. Maar als ze er niet waren, liepen er hier ratten rond, met al die openstaande containers. Ze kunnen zelfs slangen doden, heb ik zelf gemerkt.
Een zwerfkat snuffelt aan een slang
Maar in de winter hebben ze het zwaar; vooral de jonge poesjes die te laat zijn geboren. Als ze geen droge plek vinden, gaan ze meestal dood aan longontsteking. De nieuwe orthodoxe burgemeester van Jeruzalem (sinds 2018), Moshe Lion, heeft beloofd overdekte voederplekken voor de straatkatten te laten aanleggen, en ze ook van gemeentewege te laten voeren, geloof ik. Die mooi bedachte voederplaatsen heb ik in de wijken Katamon, Greek Colony, German Colony, Baka’a en Mekor Chaim nog niet gezien. Het zou trouwens een beter besluit zijn om alle straatkatten te steriliseren respectievelijk castreren, en ze daarna weer los te laten op de plek waar ze zijn opgepakt. Want ze leven per straat allemaal in hun eigen groep, met een eigen hiërarchie, en die moet je niet verstoren. Helaas botst dit met de orthodox-religieuze wetgeving dat je dieren niet mag verminken en castratie geldt als zodanig. (Ik vind ook dat je dieren niet mag verminken, maar in dit geval … waar geen sprake is van leven in de natuur, maar van een veel te grote populatie verwilderde katten, is het diervriendelijker om wél licht in te grijpen. Vind ik.) Alleen de poezen (v) steriliseren helpt natuurlijk ook, en ligt misschien minder gevoelig in de halachische (mannen)wereld.
Zeven jaar geleden heb ik een hartverscheurend schreeuwend zwart kitten gered, dat inmiddels is uitgegroeid tot een grote zwarte panter. Deze herfst vond ik een graatmager schildpadpoesje in de tuin. Ze bleek maar één oogje te hebben. En aan haar tepels te zien had ze ergens een nest. Dus ging ik maar bijvoeren. Na een hele tijd bleek ze een zwart-wit kitten te hebben, met hetzelfde (genetische?) defect, slechts een oog dat kon zien. Dat poesje groeide voorspoedig zo lang ze bij ma kon drinken, en dat was heel lang. Ik voerde ze allebei, en moest er bij blijven staan, want anders at het jonkie ook de brokjes van ma op. Op een gegeven moment besloot moeder dat het genoeg was geweest en begon ze het nu flink uit de kluiten gewassen jong weg te jagen.
De eenogige kitten
Eenoogje schildpad is nu weer alleen. Ik heb een kattenbak met droog grit op het terras gezet, maar die gebruikt ze meestal als bed. Ook goed. Nu het koud en nat is, slaapt ze op de mat voor de buitendeur, die is afgedekt met een droge dweil en waar de warmte van de huiskamer uitstraalt. Afgelopen nacht heb ik een hete warmwaterzak onder de dweil gelegd. Naar binnen mag ze niet, want daar heerst Pluis, de zwarte kater.