Maandagavond 20 juni om acht uur wendde premier Bennett, terzijde gestaan door minister van Buitenlandse Zaken Lapid, zich via de tv tot de Israëlische bevolking om het aftreden van zijn regering aan te kondigen. Ik werd getroffen door de waardige manier waarop dat ging. Bennett gaf aan dat men tot het laatste moment nog had geprobeerd deze situatie te voorkomen, maar dat er niets anders op zat.
Breuklijn bleek de wet die Israëlische nederzetters buiten de Groene Lijn onder Israëlisch bestuur doet vallen, en die andere jaren geruisloos wordt verlengd, maar die na eind juni niet meer zou worden verlengd. Dat betekent concreet dat settlers dan onder het militaire gezag vallen, net als de Palestijnen daar, en geen enkele aanspraak op Israëlische sociale voorzieningen zouden hebben, niet langer lid van de ziekenfondsen konden zijn, enzovoort. De oppositie – Likoed en andere (extreem)rechtse partijen – had namelijk tegen die verlenging gestemd. Vreemd, want de meeste settlers worden door Netanjahoe´s coalitie bediend, maar deze keer bleek het wegkrijgen van Bennetts kabinet belangrijker dan Netanjahoe´s politieke achterban. Bennett zinspeelde daarop toen hij in zijn afscheidsrede benadrukte dat hij door af te treden de eenheid van het land liet voorgaan boven het particuliere behoud van zijn regering.
Verder noemde hij een aantal wapenfeiten van de regering, zoals het stimuleren van de economie na de ramp van de coronapandemie, het weerstaan van een nieuwe golf van terrorisme en het feit dat het voorkomen van een nucleaire deal tussen de VS en Iran niet ten koste is gegaan van de betrekkingen met de VS Hij vergat een ander succes: het door de Knesset krijgen van de nationale begroting na meer dan drie jaar stagnatie. De warme relatie tussen Bennett en Lapid was opvallend, de eerste noemde Lapid “een Mensch”, met wie hij ondanks verschillen van mening toch altijd meer punten van overeenkomst had. In de korte rede die Lapid hield zei hij op zijn beurt "Ik wil je bedanken voor onze vriendschap – ik houd veel van je."
Bennett heeft het beter en fatsoenlijker gedaan als premier dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Hij heeft helaas niet genoeg disciplinair overwicht gehad op zijn eigen partijgenoten, van wie verschillenden hem in de steek hebben gelaten, niet in het minst door het gestook van Netanjahoe en diens beloftes op posten in een eventuele rechtse regering. Het is met de diepgaande ideologische verschillen tussen de acht partijen van de coalitie nóg een wonder dat de regering niet eerder is ontploft. Een pluim voor de diplomatieke kwaliteiten en het incasseringsvermogen van zowel Lapid als Bennett.
Op 12 juni jongstleden schreef Yossi Klein Halevi in de Times of Israel onder de kop: “The soon-to-end coalition that nurtured two visions of Israel”, een vooruitziende analyse. Door de opname van de Arabische Ra'am partij erkende de coalitie voor het eerst dat ze uit zionistisch oogpunt verantwoordelijk is voor het welzijn van álle Israëlische burgers, niet alleen van de Joodse Israëli´s. Hiermee werd de 'dubbele identiteit' van Israël, namelijk als Joodse staat én als democratische staat, eindelijk verzoend schrijft Klein Halevi. Want de impliciete deal is de Joodse acceptatie van de democratische identiteit van de staat en een wederkerige Arabische acceptatie van de Joodse identiteit van de staat. Mansour Abbas was de eerste Arabische politicus die dit uitsprak: "Israel is opgericht als een Joodse staat en zal een Joodse staat blijven." Hij zei dit eerst in het Hebreeuws en om elk misverstand te voorkomen, daarna nog eens in het Arabisch.
In een eerder onderhoud met Klein Halevi vertelde Abbas dat hij door deel te nemen aan Interfaith bijeenkomsten met Joden pas besefte hoe weinig hij eigenlijk wist over het jodendom en de Joodse geschiedenis. Hij werd als religieuze moslim geraakt door het geloof van de religieuze Joden die hij daar ontmoette. Een grote rol speelde daarbij de vriendschap met Menachem Froman z.l., de rabbijn van de nederzetting Tekoa op de Westoever, die zich tot zijn dood toe met hart en nesjomme heeft ingezet voor verzoening tussen Joden en moslims. Froman was een orthodoxe rabbijn, een settler, een unieke figuur met een lange witte baard die uitstekende contacten had met bijvoorbeeld geestelijken van Hamas uit de Gazastrook, met wie hij zich meer verwant voelde dan met progressieve Joden en die hij ook beter begreep.
Als Joden werkelijk openstaan voor Israëls democratische identiteit, dat wil zeggen de Arabieren als gelijkwaardige spelers behandelen, dan is er een opening voor Israëlische Arabieren om Israëls Joodse identiteit eveneens te erkennen, schrijft Klein Halevi. Hij voegt er aan toe dat het een langdurig en traag proces zal zijn maar dat het begin er nu is, dankzij de Bennett-Lapid coalitie. Het alternatief voor deze regering van nationale verzoening is een coalitie van nationale verwoesting die het uiteenvallen van de Israëlische samenhang tot gevolg zal hebben.
Dat is het punt waar we nu zijn beland. Netanjahoe, verwikkeld in drie rechtszaken wegens corruptie, door Klein Halevi "de meest verdeeldheid zaaiende leider in Israëls geschiedenis" genoemd, heeft als enig doel opnieuw premier van Israël te worden. Zodat hij de consequenties van de drie rechtszaken – een eventuele gevangenisstraf – kan ontlopen. Tot zijn coalitie behoort Ben-Gvir, de geestelijke erfgenaam van de racistische rabbijn Kahane.
Ooit, lang geleden in 1980, toen wijlen rabbijn Kahane de Knesset toesprak, liep premier Shamir, toch echt geen linkse rakker, aan het hoofd van de Likoed-parlementariërs demonstratief de zaal uit. Nu maken Kahane´s volgelingen grote kans op een positie in een eventueel kabinet van Likoed-leider Netanjahoe.
Nou kan ik wel ach en wee roepen, maar wie weet … Er is een oud Joods verhaal over geluk en ongeluk:
“An old man, a poor widower, lived with his only son at the top of a lonely hill. One day, his only horse broke loose. Word spread quickly and soon members of the community came to express their sympathy at his unfortunate loss. But the old man greeted their expressions of condolences with: ‘But how do you know this isn’t good luck?’ A short while later, his horse returned, and with it, as if in obedient formation, a group of beautiful, strong wild horses, who willingly entered the fenced yard, making it their home. Word spread quickly, and soon neighbors appeared, congratulating the old man on his good fortune, but he replied: ‘How do you know this isn’t bad luck?’ With a herd of horses now at their disposal, the son took to riding frequently, but soon he fell off and broke his leg. Sadly, the injury was serious and the young man was left with a bad limp. Members of the community came to sympathize, but the old man said: ‘You never know – this could be good luck.’ A year passed and war came to the region. All able-bodied men were obliged to go off to war, and many died. The son, due to his bad leg, was spared.”