Eén van de nadelen van mijn geliefde stad Amsterdam is - vind ik - dat je, gewoon op straat lopend, regelmatig overvallen wordt door hasjdampen. Vooral in de binnenstad, maar ook in andere woonwijken. Die weezoete walm, ik kan er niet tegen. Dat heb je in Jeruzalem in ieder geval niet, dacht ik. Tot ik laatst in de bijlage van Haaretz onder de kop High Times, geschreven door Shay Fogelman, lees over de groei en bloei van de thuiskweek. Achter de voordeuren van schamele appartementen in Tel Aviv, Jeruzalem of Petach Tikva blijken sophisticated kwekerijen schuil te gaan. Die zijn meestal opgezet door jonge mensen, gemiddelde wietgebruikers zeg maar, geen criminelen.
De kweek en het bezit van marihuana of hasjiesj zijn strafbaar in Israël. Alleen medisch gebruik, voorgeschreven door een arts, is toegestaan. Twaalf landbouwbedrijven hebben wettelijke toestemming om marihuana te verbouwen, slechts zeven daarvan doen dat op het ogenblik ook. In heel Israël zijn 8744 patiënten die medische marihuana mogen gebruiken. Eén van hen is Shosha, een vriendin van me die aan een chronische ziekte lijdt. Ze krijgt haar jointjes keurig verpakt thuisbezorgd door een scooterrijdende koerier.
Shay Fogelman beschrijft een professionele thuiskwekerij in Tel Aviv. Daar wordt gewerkt met 600-watt lampen en krachtige airconditioners, de wanden van de kamer zijn geïsoleerd tegen het lawaai van de airco’s en daar bovenop voorzien van aluminiumfolie om de warmte terug te kaatsen, terwijl elektrische filters er voor zorgen dat de sterke wietlucht niet doordringt in de rest van het gebouw. Zelfs voor de drempel van de voordeur ligt een dweil om de kier af te dichten. De kweker woont met al zijn spullen en zijn hond in de overblijvende slaapkamer.
Niet alle kassen zijn zo groot of professioneel, sommige bestaan uit een plastic schuurtje op een plat dak, of een speciale tent in een appartement. Sommige mensen kweken alleen voor eigen gebruik, anderen zijn echte handelaars (geworden). Twee maanden geleden bijvoorbeeld, rolde de politie een kwekerij van vierhonderd vierkante meter op in een bedrijfshal in Or Yehuda. Een eenduidig profiel van de kwekers is niet te geven, het zijn mannen uit alle lagen van de bevolking, tot settlers, ultra-orthodoxen en Arabieren aan toe. Ook niet echt uit de verarmde onderklasse, want voor apparatuur moet je wat kunnen investeren.
Dat de thuiskweek in Israël zo is toegenomen heeft verschillende oorzaken. Allereerst het success van de strijd van de politie tegen de misdaadsyndicaten die lang het alleenrecht hadden van de illegale drugshandel. Verder het einde van de smokkelroute vanuit Libanon (waar de befaamde Rode Libanon vandaan kwam), want sinds 2006 wordt de grens met het noordelijk buurland streng bewaakt. De bouw van het grenshek met Egypte, hoewel nog niet voltooid, bemoeilijkt de smokkel van drugs door Bedoeïenen vanuit de Sinai. En op internet kan de eenvoudige wietroker leren hoe je de thuiskweek precies aanpakt. Sommige thuiskwekers zien zichzelf als idealisten, beoefenaars van duurzame landbouw, recyclers die afwillen van handelaars uit het criminele circuit. Op de website van het Trachtenbergcomité, dat na de sociale protesten in de zomer van 2011 door de staat werd opgericht om de wensen van het volk te registreren, staat de oproep tot legalisatie van marihuana bovenaan de lijst van publieke voorstellen, hoger dan het voorstel om het televisiekijkgeld af te schaffen.
Daarbij wordt niet gesproken over een groot bezwaar van de thuiskweek: door de sophisticated kweekmethodes heeft de binnenlandse marihuana een veel hoger THC-gehalte (het psycho-actieve element) dan vroeger. Het gevaar van bad trips of een doorbrekende psychose is bij deze wiet veel groter. Het is niet meer met goed fatsoen een ‘soft drug’ te noemen, alle groene ideologie ten spijt.