Afgelopen woensdag bezocht ik de veldjes en de bedrijfsruimte van Kedem, in het dorpje Karmel, in de heuvels van Hebron. (‘Waar Abigail, de vrouw van Nabal, Davids hart veroverde’, las ik later). Over Kedem, dat 100% natuurlijke cosmetica en medische zalven bereidt, misschien een andere keer uitgebreider.
Ik kreeg een lift in de oude Ford van Amir Kitron, de chemicus die zich verdiept heeft in de eigenschappen van de planten die in de regio tussen Hebron en de Dode Zee groeien, een overgangsgebied waar twee klimaatzones op elkaar botsen: de koele regenachtige heuvels bij Hebron en het hete woestijnklimaat bij de Dode Zee. De planten die daar groeien, hebben speciale eigenschappen, sommige hebben specifieke hormonen, andere hebben extra sterke aromatische oliën. In 1998 werd in samenwerking met de universiteit van Be'er Sjewa een onderzoekscentrum opgezet, onder leiding van Kitron. Daarvoor had hij zes jaar gewerkt in de gewone klassieke chemie, maar na een ontmoeting met een bioloog verlegde hij zijn aandacht naar de ‘natuurlijke chemie’ die zich in planten afspeelt. Daarna werd de firma ‘Herbs of Kedem’ opgericht, om de researchresultaten praktisch vorm te geven en de onderzoekskosten terug te verdienen.
Toen we Jeruzalem uitreden, stopte Kitron bij een groep lifters en nam twee vrouwen mee die naar de nederzetting Neve Daniel moesten. Ik kom niet vaak ‘over de Groene Lijn’ en ik keek mijn ogen uit naar het landschap met de vele kleine veldjes en uit ruwe stenen opgebouwde muurtjes, waar al sinds bijbelse tijden ‘terrassen-landbouw’ wordt bedreven. Het was nu op zijn mooist, alles groen door de regen die de laatste dagen gelukkig weer is gevallen, want de winter van 2013/14 was tot nu toe veel te droog. Kitron, die zelf in Tene woont, een kleine nederzetting, en een voorstander is van één staat voor Joden en Palestijnen, vertelde mij dat de verhoudingen tussen de twee groepen bewoners in het gebied ten zuiden en oosten van Hebron goed is. Als voorbeeld stopte hij even bij de grote Rami Levy supermarkt in Tekoa, waar op de parkeerplaats auto’s met Israëlische en Palestijnse nummerborden stonden. Ook het publiek was duidelijk gemengd: religieuze Joden, religieuze Palestijnen en seculieren die minder duidelijk onder te verdelen waren. Nu zegt dat allemaal niet zoveel, Rami Levy is waarschijnlijk de beste en goedkoopste supermarkt, maar er was geen sprake van molotov-cocktails, dat niet.
Geurend naar kruiden en balsems kwam ik 's avonds laat thuis – ik had van alles mogen ruiken en smeren en een speciale ontgiftingsthee gedronken – en donderdagochtend was ik ziek, met opgezwollen klieren, hoofdpijn en pijnlijke oren. Dat kan een homeopathische reactie zijn geweest waarbij de gifstoffen loskwamen, want vandaag voel ik me weer normaal. Maar ook botsten woensdag niet alleen klimaatzones op elkaar, ik was ten prooi aan botsende ideologieën: nederzettingen en kolonisten op de Westoever, dat is natuurlijk slecht, maar wat ik zag, waren aardige mensen, een sympathiek biologisch bedrijf en een uiterst enthousiaste ondernemer die gelooft in een ideaal: samenwonen en -werken van Joden en Palestijnen.
Donderdagochtend zette ik Kol Hamusica aan, de klassieke zender, en hoorde toen pas dat er weer een escalatie van geweld aan de gang is bij de Gazastrook (want de dag tevoren lag ik alleen maar in bed). Boker tov, Jisraeel. Israël heeft drie jeugdige strijders van Islamic Jihad uit de weg geruimd en in antwoord daarop schoot Islamic Jihad de nacht van dinsdag op woensdag, toen het in Jeruzalem hevig onweerde en stortregende, volgens eigen zeggen 130 raketten af op Sderot. Israël antwoordde met het bombarderen van 29 doelen in de Gazastrook, voornamelijk bases van Islamic Jihad en de militaire vleugel van Hamas. Arme mensen en vooral arme, doodsbange kinderen, aan beide zijden van de grens. Vannacht waren er ‘slechts’ twee raketten vanuit de Gazastrook afgevuurd, die allebei geen schade hadden aangericht. Nieuws om onmiddellijk weer pijnlijke oren van te krijgen.
In Sderot woont overigens een vrouw die van mij de Israël Prijs mag krijgen. Betsy Benjaminson, alleenstaande moeder van een elfjarige zoon en vertaalster uit het Japans. Vanaf 2010 gebeurden er vreemde noodlottige ongelukken met bepaalde types Toyota’s: het gaspedaal ging opeens aan de haal met de auto, ook als die stilstond, en er kon niet meer worden geremd. Dat heeft geleid tot een aantal noodlottige ongelukken, waarbij een keer een heel gezin omkwam. Toyota bleef lange tijd tot aan de rechter toe volhouden dat dit lag aan de bestuurders of aan ‘vloermatten die onder het gaspedaal schoven’. Maar Benjaminson kreeg documenten onder ogen waaruit bleek dat Toyota-ingenieurs erkenden dat er iets grondig mis was met het elektronisch systeem van de wagens. Al voelde ze zich als een mug tegenover een olifant, ze besloot actie te ondernemen. Ze lekte haar informatie aanvankelijk anoniem, maar in 2012, na raad te hebben gevraagd aan haar rabbijn en aan een juridische firma over de te verwachten gevolgen, kwam ze officieel als klokkenluidster naar buiten. Daardoor verloor ze haar goedbetaalde baan en wordt ze niet meer aangenomen bij andere bedrijven waar geheimhouding vereist is. Toch heeft ze vrede met haar besluit: na jarenlange rechtszaken die Toyota aanvankelijk won, heeft het bedrijf tenslotte schikkingen moeten treffen, ook voor de nabestaanden van de omgekomen slachtoffers. “De mug heeft de olifant ten slotte gebeten,” aldus Benjaminson.