Ik las laatst, onder de titel ‘Oerwoudgeluiden van Google’, over de automatische zoeksuggesties waarmee Google je zoekvraag aanvult. ‘Die ongevraagde suggesties zijn, zacht gezegd, nogal suggestief’, vermeldde het NRC-artikel.
Dat kun je inderdaad wel zeggen. Typ het woord ‘Jood’ in, en Google maakt het af met ‘slecht’, ‘gevaarlijk’, ‘varkens’. En ‘rijk’ natuurlijk. Gelukkig staan Joden niet alleen, ook Marokkanen, Turken, homo’s en honden kunnen rekenen op prompte negatieve associaties.
Opmerkelijk is dat Google op andere terreinen goed in staat is om onwelgevallige associaties eruit te filteren. Zo leverde het trefwoord “gratis downloaden” niets op. En seksueel getinte trefwoorden vangen ook bot. De auteur probeerde ‘Ik wil por…’ en kreeg ‘Ik wil Portugees leren’.
Dit patroon ken ik ergens van. Namelijk van vroeger, van de Rooms-Katholieke Kerk. Als de kippen erbij om het eigen instituut uit de wind te houden, in de kramp schieten bij de minste toespeling op seks. En geneigd om andere dingen – sociale ongelijkheid, stereotypering en discriminatie van minderheden en andere levensstijlen – maar even aan te zien of te laten lopen. Het patroon is dus de combinatie van acute reactie op het ene, en een lauwe of geen reactie op het andere. Terwijl dat andere in mijn ogen juist een veel hardere reactie verdient.
Zou het iets diep (massa-)menselijks zijn? De weerspiegeling en versterking van wat onder mensen aan vooroordelen leeft. Zoals het zich ook manifesteert bij de aanhangers van de Jeruzalemse voetbalclub Beitar die oerwoudgeluiden schreeuwen tegen de Arabische tegenstanders.
Gaat het hier om een soort Algemeen Menselijk Patroon, de zwaartekracht van ons menselijke bestaan, waar massale instituten zich bijna als vanzelf door laten meesleuren? En waarbij het van het tijdsgewricht en de mate van secularisatie afhangt of dat instituut een volkskerk is of een wereldwijde zoekmachine als Google?
Het blijft oppassen voor minderheden.