Wat opvalt in veel vormen van hedendaags antisemitisme is dat het geïnspireerd is door misstanden in Israël. Maar in veel gevallen is de formulering zodanig dat de bevooroordeeldheid ten opzichte van Joden in het algemeen eraf spat. Als je zegt dat bepaalde toestanden in Israël goed laten zien dat ‘ze’ niet deugen, dan is duidelijk dat je vertrekpunt al was dat ze niet deugen en dat Israël daar nu het zoveelste bewijs voor levert.
Een beetje dom vind ik zulke opzichtige bevooroordeeldheid in die richting. Net zo dom trouwens als die andere vooringenomenheid: “Goh, van Joden had ik dit niet verwacht want die hebben zelf zoveel meegemaakt”. Tegenover al dit soort vooringenomenheden zou ik willen zeggen: noem de dingen bij hun naam. Het deugt gewoon niet om olijfgaarden te vernielen, illegale nederzettingen te bouwen en om anderen te vernederen. En zo denken veel Israëliërs er ook over.
In het rijtje domheden vond ik nog zo’n uitspraak. Ditmaal van de Israëlische vice-premier Eli Yishai naar aanleiding van het Nederlandse voornemen om producten uit de bezette gebieden van een apart etiket te voorzien in plaats van het etiket Made in Israël. “Het is vreemd dat Nederland geen stappen onderneemt om Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog alles hebben verloren volledig te compenseren, maar het wel nodig vindt om Joodse producten van een stempel te voorzien”.
Wat haalt hij er allemaal wel niet bij, zijn uitspraak gaat alle kanten op. Ook hier zou ik zeggen, beperk je tot de zaak in kwestie. Maar dan zou Yishai er misschien weinig over te zeggen hebben, want de bezette gebieden behoren volgens internationaal recht nu eenmaal niet bij Israël.
Een beetje dom, die voortdurende onterechte uitbreiding van associaties en vooroordelen, ze frustreren iedere zinvolle uitwisseling van argumenten. Ik ben er een beetje allergisch voor.