Wereldverbeteraars verwachten veel van empathie, zeg maar het vermogen van mensen om zich in te leven in de situatie van anderen. Als we dat vermogen maar meer zouden inzetten dan zou de wereld er een stuk aardiger uit kunnen gaan zien.
De Verlichtingsdenkers formuleerden in de achttiende eeuw al de gedachte dat wij dankzij empathie – volgens hen een constante factor in de menselijke aard – in staat zijn tot altrüïstisch gedrag, ook al gaat dat in tegen ons onmiddellijke eigenbelang.
In onze tijd is een variant op deze gedachte uitgedragen door de filosofen Richard Rorty en Martha Nussbaum. Zij moedigen ons aan om veel boeken te lezen, vooral romans. Want daardoor verbreedt zich het scala van gevoelens en gedachten waarmee we vertrouwd raken en dat helpt ons om andere mensen beter te begrijpen. Daar kan de wereld alleen maar beter van worden.
In deze lijn van redeneren past de veel gehoorde opmerking dat Joden, gezien hun geschiedenis, toch wel beter zouden moeten weten wat geweld met mensen doet. Zij zouden, door die ervaringen, terughoudender zouden moeten zijn in wat ze anderen aandoen dan andere volkeren (kunnen) zijn.
Men brengt mijn favoriete filosoof Emmanuel Levinas ook wel in verband met het belang van empathie. Zijn nadruk op het fenomeen dat we ons plotseling schuldig en verplicht kunnen voelen ten opzichte van een ander mens zou vereisen dat we empathisch zijn. We zouden ons voor het bereiken van dat effect actief moeten verplaatsen in die ander.
Nu ben ik daar erg voor, maar het is volgens mij niet hetzelfde als waar Levinas over spreekt. Misschien is het wel het tegendeel. Want het kenmerkende van de ervaring van de ander zoals Levinas die beschrijft is dat je je juist niet ingeleefd hebt in de ander. Je wordt volkomen verrast door wat de ander te berde brengt, doordat hij stil valt bij waar jij enthousiast van wordt, doordat zij niet gediend blijkt te zijn van waar jij in gelooft. De schok die daarbij hoort zorgt voor het gevoel van verplichting.
Zo’n reactie die je zelf niet had kúnnen verzinnen, daar heb je volgens Levinas de ander voor nodig, dat is de essentie van zijn anders-zijn. Daar kan geen empathie tegenop.
Een voorwaarde voor het op deze manier geraakt worden door een ander is misschien wél het volgende: dat je in staat bent om je eigen beperkingen in de ogen te kijken. Dan zul je eerder de kwetsbaarheid van een ander opmerken en de kwetsuren zien die jouw tekort aan empathie heeft veroorzaakt.