Het NIW deed kort geleden verslag van een ontmoeting tussen de atheïst Paul Cliteur en rabbijn Raph Evers. Dit naar aanleiding van Cliteurs nieuwe boek Het monotheïstische dilemma: theologie van het terrorisme. Daarin stelt hij dat monotheïstische godsdiensten mensen kunnen inspireren tot blinde ideologie en geweld en dat polytheïsme minder gewelddadig uitpakt omdat verschillende goden elkaar daar in evenwicht houden.
Volgens het verslag reageerde rabbijn Evers met een pleidooi voor het monotheïsme. “Juist in onze tijd van wetenschap en rationaliteit”, zegt hij, “is het monotheïsme onmisbaar. Het geloof in één G’d gaat ervan uit dat alles vanuit één centraal punt geschapen is. Dit verklaart waarom alles in het universum met elkaar samenhangt. De wetenschap stelt steeds vaker het bestaan van een enorme correlatie vast tussen allerlei natuur-, psychologische, sociologische, fysiologische en andersoortige wetten. De wetmatigheid en samenhang van alle fenomenen in deze wereld kan alleen verklaard worden vanuit één besturend principe”.
Hier is de redenering dus: er is een oude stelling, die van het monotheïsme, en naarmate de tijd en de wetenschap voortschrijden wordt die steeds geloofwaardiger. Immers, de wetenschap toont zoveel samenhang aan in de schepping dat het ondenkbaar is dat er meerdere goden aan de touwtjes trekken. Het monotheïsme wordt dus door de wetenschap bevestigd.
Deze redenering is verwant aan de kerngedachte van de Christelijke denkstroming die Intelligent Design genoemd wordt. Die kerngedachte luidt: de wereld zit zo knap en kunstig in elkaar, het kan niet anders of daar zit een masterplan achter, en dus een Master. En ook bij Intelligent Design is er altijd sprake van één Master, en niet meerdere Masters. Waarschijnlijk omdat wij zoveel mis zien gaan als mensen samenwerken dat we iets geniaals alleen maar kunnen associëren met één brein, en niet met samenwerking.
Wat mijzelf betreft, eerlijk gezegd snap ik de redeneringen van rabbijn Evers en van de ID-aanhangers niet goed. Waarom wil je nu zo graag dat je geloof wetenschappelijk houdbaar is? Het voelt toch een beetje als een zwaktebod: dat je aan je geloof niet genoeg hebt en de ondersteuning nodig hebt van ander gezag, in dit geval dat van de wetenschap.
Toch moet ik toegeven, als ik kón geloven in die rechtvaardiging van het geloof door de bevindingen van de wetenschap, dan zou ik me waarschijnlijk ook uitputten in het zoeken naar bewijs en het trekken van parallellen. En, wat Raph Evers ook doet, ik zou allerlei wonderlijke lettercombinaties gaan aanwijzen in de Tora waaraan je getalswaarden kunt koppelen, die je weer kunt verbinden met natuur-, psychologische, sociologische, fysiologische en andersoortige verschijnselen.
Het probleem is: ik kan daar maar niet in geloven. Die combinatie van sferen heeft voor mij iets gezochts. Het heeft een hoog wishful thinking gehalte en is daardoor niet geloofwaardig. Zo’n beetje alsof Mahler 6 in elkaar gezet is op basis van een managementmodel of Rembrandts zelfportret na tussenkomst van een consultant.
Zo lineair is het allemaal niet. De sferen van het intellect en de Schepping lopen niet zo vloeiend in elkaar over. En er zijn gewoon te veel ongerijmdheden, met misschien wel als belangrijkste: waarom het kwaad goede mensen treft.