Horen Nederlandse Joden historisch gezien nu bij de onderdrukkers of bij de onderdrukten? De vraag komt voort uit een te simplistisch denkkader, maar naar aanleiding van de groeiende belangstelling voor het slavernijverleden van Nederland wordt hij toch regelmatig gesteld.
Het antwoord kan nooit eenduidig zijn. Het is overduidelijk dat Joden in de Nederlandse geschiedenis te maken hebben gehad met juridische achterstelling (tot 1800), met maatschappelijke discriminatie (negentiende en twintigste eeuw) en uitroeiingsmaatregelen. Dus dat ze hun portie onderdrukking wel gehad hebben.
Maar historisch onderzoek naar de slavernij maakt ook duidelijk dat van de zeventiende tot de negentiende eeuw Joden een flink aandeel hadden in de Surinaamse en Antilliaanse plantages en daar slaven hielden. Ze hebben daar opgetreden als onderdrukkers.
Om die laatste reden worden Joden in de huidige racismediscussie, die zich versmalt tot de vraag of je wit/onderdrukker bent of zwart/onderdrukt, regelmatig in het witte kamp ondergebracht. De tentoonstelling Zijn Joden wit? in het Joods Cultureel Kwartier probeert in die zwart/wit-discussie wat tussenschakeringen aan te brengen. Niet door feiten over het slavernijverleden te verdoezelen of te ontkennen dat Joden soms inderdaad geprivilegieerde posities van macht konden bekleden. Maar door te laten zien dat het voor Joden als de eeuwige ander ook zo maar, ineens, onvoorspelbaar afgelopen kon zijn met iedere macht of positie. En dat vanuit die ervaring, gevoegd bij de eeuwenlang liturgisch herdachte bevrijding van de Joden uit de Egyptische slavernij, Joodse groeperingen een bijna vanzelfsprekende solidariteit hebben gevoeld met emancipatiebewegingen van anderen, zoals de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging in de jaren zestig van de vorige eeuw en de Black Lives Matter beweging nu.
Wat mij opvalt, naar aanleiding van een artikel van historicus Karwan Fatah-Black, is dat op een gevoelig punt de Nederlandse Joden en de Nederlandse nazaten van tot slaaf gemaakten een onmiskenbare gelijkenis vertonen. Waar mainstream Nederland, zoals vertegenwoordigd door opiniemakers, politici en kunstenaars, het wel een beetje heeft gehad met de ‘enge focus’ in het herdenken van historische rampen van het slavernijverleden en de Jodenvervolging en de aandacht wil uitbreiden naar ‘moderne slavernij’ of ‘universeel onrecht’, maakt zowel de Joodse als de zwarte gemeenschap daar ernstig bezwaar tegen. En zij gebruiken dezelfde woorden om hun bezwaren te formuleren: de verbreding betekent ‘verwatering’ en leidt af van waar het de herdenkers om gaat: de ramp die hun voorouders trof. Die is te groot om te vermengen met andere rampen, hoe gerechtvaardigd de aandacht daarvoor ook is.
‘Haal er niet van alles bij’ als je gaat herdenken. Dat is kennelijk wat onderdrukking – van welke aard ook – als impact achterlaat bij de onderdrukten. Je kunt het er gewoon niet bij hebben.