Dat zou je kunnen denken. Een keppeltje op het hoofd van een leraar in Marseille was voldoende aanleiding voor een, overigens keurige, 15-jarige Moslim om hem neer te steken. Moslima’s worden ook wel aangevallen vanwege hun hoofddoek, maar dat ze erom neergestoken worden heb ik in West-Europa nog niet gehoord.
Maar daar staat veel tegenover. Zoals bijvoorbeeld de vaststelling dat Joden niet meer de spreekwoordelijke vreemdelingen zijn waar ze altijd voor werden aangezien. Zij zijn nu één van de vele groepen etnische minderheden, eerder zelfs nog iets meer geïntegreerd dan die andere groepen. Vreemdelingenhatend extreemrechts moet nu zijn aandacht verdelen over al die groepen en daarmee wordt het van die kant voor Joden relatief veiliger.
Wel is er de afgelopen decennia het gevaar bijgekomen van extremistische Moslims, zie boven. Maar dat geweld richt zich niet exclusief tegen Joden. Dat heeft het ook gemunt op cartoonisten, popconcertgangers en terrasbezoekers. Seculier, Joods, Christelijk, zelfs Moslim, het maakt niet meer uit.
Ook op het niveau van nationale gemeenschappen krijgen Joden gezelschap. Was het rond 2005 nog ‘ongehoord barbaars’ om een veiligheidsmuur te bouwen zoals Israël deed, op dit moment is de lijst met namen van landen die muren bouwen bijna eindeloos. Zoals die op de grenzen van Tunesië en Libië, Iran en Pakistan, de VS en Mexico, Botswana en Zuid-Afrika, Saoedi-Arabië en Jemen en nog veel meer. Het gevoel van veiligheid dat voor Israël gekoppeld is aan grenzen, is nog niet zo anachronistisch als algemeen gedacht werd.
Van de muur op zichzelf kan de internationale gemeenschap dus niet gemakkelijk meer een nummer maken. Van het Israëlische beleid op de Westbank natuurlijk wel, dus vanuit dat oogpunt blijven Israël en Joden onverminderd kwetsbaar.
Maar het zou goed kunnen dat dat morele aspect in de relaties met Israël minder zwaar gaat wegen naarmate de terreur verder om zich heen grijpt in de Westerse wereld. Een gevoel van verwantschap met Israël ligt dan meer voor de hand. Israël strijdt immers al sinds zijn oprichting – dus voorafgaand aan de bezetting – tegen terreur.
Dat kan verklaren waarom er de laatste tijd bijvoorbeeld veel aandacht is voor de Israëlische manier van het beveiligen van vliegtuigen. Volgens de Economist is de, tot voor kort omstreden, Israëlische aanpak effectiever dan de Amerikaanse. “Amerikanen zoeken naar wapens, Israëliërs zoeken naar verdachten.” Dit laatste impliceert een benadering waarbij verdachten of gewoon zenuwachtige personen aan vaak vernederend onderzoek worden onderworpen. Verijdeling van aanslagen is langs die weg vaker geslaagd dan door bagagecontrole.
Zou Adjiesj Bakas gelijk hebben als hij, naast de ‘surinamisering van de liefde’, de ‘israëlisering van de samenleving’ ziet aankomen? Of het er daardoor leuker op wordt, is de vraag, maar die geldt dan voor iedereen.