Er werd vorige week nogal kwistig gestrooid met de term ‘de goede kant van de geschiedenis’. De aanleiding was de publicatie van het NIOD-rapport over de oorlog die Nederland in Indonesië voerde ter onderdrukking van de onafhankelijkheidsbeweging. Nederland zou in dat conflict aan de verkeerde kant van de geschiedenis hebben gestaan, zo stelden diverse commentatoren.
Het gebruik van de uitdrukking ‘de goede kant van de geschiedenis’ kan van alles betekenen. Bijvoorbeeld dat je goed hebt gegokt in de onoverzichtelijke kluwen van tegenstrijdige belangen in een bepaald historisch conflict. Je hebt de kant gekozen van de uiteindelijke overwinnaar, en omdat geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars zit je goed. Zo (cynisch) bezien heeft Poetin nog een kansje, maar het is wel duidelijk dat Nederland dan aan de verkeerde kant stond in de jaren veertig van de twintigste eeuw, want Indonesië heeft de onafhankelijkheidsoorlog gewonnen. Maar dan stond Nederland ten tijde van de VOC aan de goede kant, want het wist eeuwenlang nagenoeg onomstreden de bovenliggende partij te zijn.
Maar het kan ook betekenen dat de goede kant van de geschiedenis moet worden opgevat in morele zin, en dat wij weten wat moreel goed of slecht is in de geschiedenis. De geschiedenis zou bijvoorbeeld een constant menselijk streven naar vrijheid te zien geven en als je dat ondersteunt, kies je de goede kant. Dat hoeft niet te betekenen dat je de machtsstrijd wint, je kunt strijdend voor de goede zaak ten onder gaan. Allemaal heel actueel in deze voor Oekraïne bange dagen.
Overigens staat Nederland tegenover de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders ook vanuit dit laatst perspectief aan de verkeerde kant. Dus welk van de twee genoemde perspectieven je ook kiest (er zijn er vast meer mogelijk), voor Nederland eind jaren veertig laat zich de uitdrukking ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis’ al gauw gebruiken, moet ik toegeven. Maar ik blijf ongemak voelen. Dus laat ik besluiten met een aantal vragen die de uitdrukking bij me oproept.
Welke van de twee genoemde perspectieven bedoelen gebruikers van de uitdrukking?
Koloniaal zijn in de twintigste eeuw was verkeerd, maar hoe was dat in de zeventiende en achttiende eeuw?
Gaat het misschien om stabiliteit? Is een rechtvaardige oplossing vooral goed omdat die het meest duurzaam is? Of biedt de overwinning van de sterkste partij de meest stabiele uitkomst? Ik denk hierbij ook aan de situatie van Israël en de Palestijnen op de Westbank.
Is finlandisering van de Oekraïne ‘goed’ omdat het de beste kansen biedt voor een nieuw globaal machtsevenwicht? Of moet je per definitie de vrijheidsdrang van de Oekraïners steunen omdat dat de goede richting is van de geschiedenis?