“In de groots opgezette, vijfdelige BBC-serie ‘The Story of the Jews’ duikt historicus Simon Schama in de geschiedenis van het Joodse volk. Hij begint zijn verhaal drieduizend jaar geleden met de opkomst van een aantal stammen in het land van Kanaän, hun heilige boek en de stormachtige relatie met hun wraakzuchtige god. De komende weken doet Schama uit de doeken hoe de Joden vochten – en nog steeds vechten – voor hun land en hoe oorlogen met rivaliserende volkeren, buurlanden en overheersing door de Romeinen en andere invasiemachten de geschiedenis van het Joodse volk hebben bepaald.”
Als deze aankondiging in Trouw een adequate samenvatting is van Schama’s serie, dan valt me dat van hem tegen. Heersen en overheersd worden, daar zou het volgens deze tekst om gaan bij de Joden.
Nu is dit op zichzelf niet zo opzienbarend. Er zijn genoeg cynische darwinisten die de strijd om de macht beschouwen als de basiswet van het menselijke bestaan en van de interactie van volkeren met elkaar. En waarom zou het Joodse volk aan die wetmatigheid ontsnappen?
Maar is met een dergelijke beschrijving dan alles gezegd over een volk? In dat geval kun je de geschiedenis van een volk inderdaad afdoen als een geweldsgeschiedenis en zijn God als wraakzuchtig.
Maar naar mijn mening heb je dan veel interessante aspecten gemist, in ieder geval van het Joodse volk. Want, wat als zo’n volk zich vragen stelt bij het geweld dat het uitoefent of ondergaat? Wat als een ‘wraakzuchtige God’ een metafoor wordt voor de als grillig en despotisch ervaren bloedige werkelijkheid? En daarmee een enscenering mogelijk maakt voor verhalen die mensen in staat stellen om beter om te gaan met het ervaren geweld?
Er is een waarheid die verschijnt als grove willekeur en die je niet begrijpt. Maar de bijbelverhalen maken die waarheid iets tastbaarder en daardoor iets meer geschikt voor de zoekende reflectie dan het brute geweld zelf. Dankzij de verhalen, met hun willekeur en ongerijmdheden, kun je je daar enigszins toe verhouden in plaats van er midden in te zitten.
Je kunt daardoor gaan houden van die verhalen en van de reflectie die ze mogelijk maken. En daardoor zelfs van de God die in de verhalen figureert. En omgekeerd blijkt die God van ons te gaan houden en barmhartigheid en liefde te kunnen tonen. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in de liturgie van de Joodse feestdagen van deze weken met het terugkerende zinnetje ‘Heer, Heer, God vol liefde en genade, geduldig en groot is uw trouw en waarheid, die zijn trouw bewaart tot aan duizenden geslachten, die de misdaden en het verkeerde en de tekortschieting vergeeft en die ongestraft laat’.
Ik ben bang dat, zonder vermelding van de menselijke liefde voor de Toraverhalen en de goddelijke liefde voor de mens, de serie maar matig interessant zal zijn.