Wat is erger? Een Palestijnse baby die omkomt bij een brandbomaanslag door Joodse kolonisten, of vier neergestoken deelnemers aan de Jeruzalemse Gay Parade, van wie er één al overleden is en de anderen waarschijnlijk voor hun leven getekend?
Dit is geen soort van vraag natuurlijk. Voor de direct betrokkenen is dit soort leedvergelijking niet aan de orde.
En voor ons als toekijkers? We stellen voor de zoveelste keer weer eens vast hoe gevaarlijk ideologieën kunnen zijn. In de beide gevallen gaat het om politiek-religieuze denkbeelden die met mensen aan de haal gaan. Het maakt hen tot misdadigers die in hun ideologische verdwazing geen grenzen meer kennen.
Die vaststelling kan ons aansporen om de gang van ons denken nog kritischer te bekijken en ons af te vragen waar wij onaanvaardbaar ideologisch worden. Immers, juist goed bedoelde denkbeelden – en daar wil ik religieuze of politieke ideeën voorlopig nog wel toe rekenen – kunnen wanstaltig ideologisch worden.
Los daarvan vind ik het werpen van de brandbom de meeste kwalijke van de twee misdaden. Want die kolonistenactie vindt plaats binnen het kader van ideologische verdwazing die niet meer beperkt is tot individuen. De – al dan niet religieus gemotiveerde – wens tot het inpalmen van zoveel mogelijk Palestijns gebied is de ideologische verdwazing van een heel Israëlisch kabinet. Met door de overheid gesanctioneerde rechteloosheid en vogelvrijheid van de Palestijnen tot gevolg. Dat is echt heel ernstig.
Ik hoop dat de brandbomgooiers deze keer wel geïdentificeerd en berecht worden.