Het wordt tijd dat Europa wakker wordt uit zijn decennialange zoete slaap, zo zegt Caroline de Gruyter in haar NRC-column. Zij meent dat al decennialang een immense allergie voor machtspolitiek het fundament vormt van de EU. Buitenlandse politiek zou volgens de leidende politici vooral nog draaien om handel, mensenrechten en humanitaire ontwikkeling, terwijl ondertussen Amerika zorg draagt voor onze militaire bescherming. We moeten, aldus De Gruyter, weer leren begrijpen wat Echte, Grote Politiek is: landjepik en schatgraven.
Gemeten naar de normen van De Gruyter doet Israël het zo gek nog niet. Aan landjepik doet het zelfs heel letterlijk mee, al zal De Gruyter daarmee niet instemmen. Wat wel past in haar visie is het scherpe Israëlische bewustzijn van geopolitieke bedreigingen, zoals van IS of Iran. Logisch, want hun vijandigheid tegenover Israël is voor niemand een geheim. Maar een gevolg daarvan is dat Israël geen stap zet zonder een gedegen inschatting van de machtspolitieke gevolgen. En het zal continu proberen die gevolgen te beïnvloeden. Dat na te laten kan het land zich eenvoudigweg niet permitteren.
De boodschap van Caroline de Gruyter is nu: geen enkele beschaving kan zich dat permitteren, ook Europa niet. Voortgaande verwaarlozing van het grote machtspolitieke spel zou Europa wel eens ernstig kunnen opbreken.
Qua aard en aanleg voel ik me niet direct thuis bij de benadering die De Gruyter propageert. Ik houd wel van vreedzame reservaten, waar kunst en cultuur en het denken kunnen opbloeien. Maar ze heeft onmiskenbaar een punt. Paradijselijke reservaten blijven niet zomaar uit zichzelf in stand en als je realistisch bent zie je dat enge machtspolitieke formaties zoals Rusland en IS dichterbij willen komen. Zonder machtsdenken vindt Europa daar nooit een antwoord op.
Het is alleen wel heel moeilijk om dan niet op een hellend vlak terecht te komen, zoals Israël in de bezette gebieden. Of zou inpalming daarvan een machtspolitieke en militaire noodzaak zijn?