Geloof heeft het moeilijk. Sinds de Verlichting is de vanzelfsprekendheid van het aanhangen van een geloof zo goed als verdwenen. En met geloof bedoel ik dan de overtuiging dat God ons regels en leerstellingen heeft opgelegd. Ze zijn er nog steeds, mensen die dat geloven. Maar die hebben tegenwoordig meer uit te leggen dan niet-gelovigen.
Dat geldt in Joodse kringen, waar het nog maar voor een kleine minderheid vanzelfsprekend is dat de sjabbat strikt gehouden wordt, de vrouwen een sjeitel dragen en huwelijkskandidaten onder rabbinaal toezicht gekoppeld worden. En de minderheid die zich liberaal noemt kan aan zijn omgeving ook niet altijd goed duidelijk maken wat sjoel nu precies te bieden heeft.
Voor de Islam weet ik het niet precies, maar de defensieve positie van geloven geldt zeker ook voor onze inheemse, oorspronkelijk Christelijke omgeving. Erfzonde, Hel en Hemel, zelfs Voorgeborchte en Vagevuur, bestaan officieel nog wel, maar er zijn nog maar weinig Christenen die daar dagelijks mee bezig zijn. De meesten die zich Christen noemen voelen zich vooral aangesproken door de figuur van Jezus.
Je kunt dus best zeggen dat een groot deel van onze samenleving bezig is (geweest) om afscheid te nemen van het geloof. Daarbij is het wel opmerkelijk dat de gang die Christenen maken na het afscheid van het geloof er meestal heel anders uit ziet dan de gang die Joden maken.
In Trouw werd met betrekking tot de Christenen vastgesteld dat velen misschien wel het geloof vaarwel zeggen, maar niet de religie. Zij laten dus wel de traditionele leerstellingen en de verplichtingen los, maar hechten nog wel aan mystieke ervaring of persoonlijke godsdienstige routines. Vaak buiten iedere gemeenschap om, en hyperindividueel vormgegeven.
Als Joden het geloof loslaten kunnen ze natuurlijk dezelfde richting inslaan. Zo zijn er behoorlijk wat Israëliërs die (vaak na hun diensttijd) oriëntatie zoeken in boeddhistische of hindoeïstische wijsheid. Maar wat je ook veel ziet is de blijvende gehechtheid aan het Joodse collectief, nu niet meer geduid in religieuze termen, maar als een culturele denk- en gevoelsgemeenschap. De traditie blijft nabij.