Toon

Naud van der Ven

vrijdag 20 mei 2016

Het in herinnering brengen van wat antisemitisme en Sjoa zoal voor Joden betekenen, is niet eenvoudig. Dat hebben we de afgelopen weken weer kunnen ondervinden na opmerkingen van Ken Livingstone (“Hitler was een zionist”), het gedoe rond Abou Jahjah en ongelukkige reacties van Leon de Winter.

Wie wat mij betreft de juiste toon treft, is historicus Auke Kok. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de afwezigheid van iedere stereotypering van de Joden die hij in zijn columns opvoert. Waar er in herdenkingsteksten nogal eens sprake is van een eerbiedig fluisterend noemen van slachtoffers, en waar het bij Leon de Winter altijd uitdraait op good guys versus bad guys – met Joden voorspelbaar in de rol van de eerste, daar tekent Kok gewoon levensechte mensen.

Zo sprak hij naar aanleiding van de herdenking van de Februaristaking over de vechtcultuur in de arme Joodse buurten in de jaren twintig en dertig. Daar waren Joodse “boksers, gewichtheffers en worstelaars: straatjongens die in de oorlog knokploegen vormden. Met alles wat hard en scherp was sloegen ze op de WA’ers in. Omdat Joden heus niet allemaal van die lekkertje waren – of zijn.”

En bij gelegenheid van 4 mei voerde hij Han Hollander op. Hollander was sinds de jaren dertig een landelijk bekende voetbalcommentator, die in 1936 voor de AVRO enthousiast verslag gedaan had van de Olympische Spelen in Berlijn. Daarvoor had hij een door de Führer zelf ondertekende betuiging van dank gekregen die bij Hollander ingelijst aan de muur hing en op grond waarvan hij zich beveiligd waande tegen transport. Totdat hij en zijn vrouw in juli 1942 werden opgepakt en in Sobibor vermoord.

Auke Kok brengt slachtoffers tot de juiste, menselijke proporties terug. Joden waren en zijn ni ange ni bête. Zij zijn gewoon mensen met alle hebbelijkheden en onhebbelijkheden die daarbij horen.

En inderdaad, zulke mensen willen ook gewoon een veilig land.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.
Dit is op alle niveau's verkeerd: ten eerste hadden de Joden het recht om zich met alle middelen te verdedigen tegen de provocaties van de WA in de Amsterdamse Jodenbuurt; ten tweede is de formulering van de conclusie 'omdat Joden heus niet allemaal van die lekkertjes waren' standaard voor Nederlanders met schuldgevoelens over het gedrag van hun ouders in de oorlog. Ik heb deze opmerking persoonlijk te horen gekregen van een dochter van een Nederlandse SSer. Het gaat er niet om of het waar is: het spreekt vanzelf dat Joden dezelfde tekortkomingen hebben als andere mensen; maar de formulering en vooral de context - de sjoa - maken duidelijk dat de spreker buitengewoon verdachte opvattingen heeft. En om die nu hier met instemming te citeren gaat wel erg ver.
Ben het helemaal met Manja Ressler eens. Ik volg die historicus Auke Kok niet, mischien is het een beste man, maar de zinsnede "omdat Joden heus niet allemaal van die lekkertjes waren - of zijn" doet mijn haren meteen recht overeind staan.
Misschien mag ik er als agressieveling, want (oud)judoka, en vader van nog 3 judoka’s, niets over zeggen, maar het is moeilijk om je mond te houden na het lezen van Koks onzin. Het is ook niet de eerste keer, dat Auke Kok een aanvechtbare mening verkondigt, maar deze keer slaat hij de plank wel heel erg mis. Afgezien van het feit dat gewichtheffen niet direct een vechtsport is heeft Kok kennelijk geen kennis van de vechtsporten. Wat je bij binnenkomst van een sportzaal als eerste leert - of dat nu gaat om (kick)boksen, worstelen, judo, kendo, karate of straatvechttechnieken - is dat je je sport nooit op straat mag toepassen, tenzij je wordt bedreigd en je jezelf moet verdedigen. Dat is nu zo en was ook in de jaren ’20 en ’30 al zo. Bovendien gaat Kok volledig voorbij aan de achtergrond van de sport in het algemeen in die jaren. De bokssport was onderdeel van het streven van de moderne arbeidersbeweging om de arbeidersjeugd naar buiten te krijgen, in de frisse lucht. Dat gebeurde met wandelen, volksdansen en sport in jeugdbewegingen als de A.J.C., en de Culturele Sportbond en specifiek joodse organisaties als Simson, Olympia, Maccabi en de Joodse Turnvereniging Spartacus. Het gros van de leden van die verenigingen deed niet aan boksen of worstelen maar aan athletiek en turnen. De door bokstrainer Joel Cosman geleide opstandelingen van 11 februari 1941 waren beoefenaren van allerlei sporten en niet alleen vechtsporten en bovendien werden ze gesteund door een aantal niet-joodse sporters. E was wel degelijk een gegronde reden voor die actie en begin 1941 dacht men nog dat je je tegen de nazi’s zou kunnen verzetten. Kok historicus? Dan had hij dit moeten weten. Roland van Geens Huizen, 23 mei 2016
Mij was de lading van de uitdrukking "niet van die lekkertjes" niet bekend. Ik ken hem, net als de uitdrukking "niet van die lieverdjes", als vrij gangbare uitdrukking van de gedachte dat eerbare mensen bij tijd en wijle zo hun eigen portie agressiviteit vertonen.
Zeker als daar reden voor is.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010