Regelmatig lees je trotse berichtjes in de krant dat de wilde dieren terugkeren in Nederland en Europa. Wolven en beren worden, dankzij expliciet daarop gericht beleid, weer gesignaleerd in het oosten van Duitsland en tot tevredenheid van de beleidsmakers vertonen zich voor het eerst sinds vijftig jaar weer met enige regelmaat haaien in de Oosterschelde.
Zoiets zie ik in Israël nog niet zo gauw gebeuren: gesubsidieerde leeuwen of hyena’s die worden teruggebracht in de gebieden waaruit ze met succes verdreven waren. Gesubsidieerde wilde dieren lijken mij bij uitstek symptomen van een verveelde samenleving die na zeventig jaar rust weer toe is aan een beetje opwinding en avontuur. Want de EU levert dan wel vrede maar is voor veel mensen zo spannend als een belastingformulier. We willen het gevaar weer kunnen ruiken.
Israël heeft zonder wilde dieren al meer dan genoeg om regelmatig van wakker te liggen, zoals raketbeschietingen, aanslagen, nucleaire dreiging of recent gesneuvelde familieleden. Dat is geen situatie waaraan je voor je plezier wat spanning gaat toevoegen.
Of lijkt dat maar zo? Dat zou je soms denken als je ziet hoe ideologisch gedreven kolonisten het nodig vinden om zich diep in Palestijns gebied te vestigen en daarmee hun lot en iedere kans op vrede te tarten. Of bij berichten over arrogant gedrag en willekeur van soldaten die tekeer gaan op de Westoever. Er wordt wel gezegd dat het voor de veiligheid gebeurt, maar dat is niet goed vol te houden. Het lijkt mij spelen met vuur, gevaarlijker dan een paar gesubsidieerde wolven.