Czernowitz, topografie en poëzie (2)

Harrie Teunissen

vrijdag 20 mei 2011

Waarom schrijf ik? Misschien omdat ik in Czernowitz ter wereld kwam, omdat de wereld in Czernowitz tot mij kwam. Met deze ontboezeming van Rose Ausländer (Czernowitz 1901 - Düsseldorf 1988) als thema laveer ik tussen de presentatie van haar verdichte herinnering en mijn reconstructie van het verleden van de Boekovina. Rose/Ruth wordt als Scherzer geboren; Ausländer heet zij naar haar man. Na hun scheiding blijft ze de naam gebruiken die haar heimatlose leven met koffers goed typeert. In veel gedichten gaat zij terug naar haar jeugd, naar haar geboortegrond aan de Proet waar mensen elkaar verstaan, zoals in het volgende uit de tweetalige bloemlezing Moederland Woord.

BOEKOVINA III

Groene moeder
Boekovina
vlinders in je haar

Drink
zegt de zon
rode melk van meloenen
witte melk van mais
ik maakte ze zoet

Paarse denneappels
luchtvleugels vogels en loof

De rug van de Karpaten
nodigt je vaderlijk uit
om je
te dragen

Vier talen
viertalige liederen

Mensen
die elkaar verstaan

In haar vrijzinnig-Joodse gezin in Czernowitz komen tradities van West en Oost bij elkaar. Haar moeders familie komt uit Berlijn en haar vader uit het sjtetl Sadagora. Een prachtig gedicht verhaalt hoe haar vader, die daar aan het hof van de wonderrabbi moeilijke geheimen leerde, als zeventienjarige eens de andere kant wilde zien. Hij ging naar de wereldse stad, raakte verliefd op Czernowitz en bleef plakken.

DER VATER

Am Hof des Wunderrabbi von Sadagora
lernte der Vater die schwierigen Geheimnisse
Seine Ohrlocken läuteten Legenden
in den Händen hielt er den hebräischen Wald

Bäume aus heiligen Buchstaben streckten Wurzeln
von Sadagora bis Czernowitz
Der Jordan mündete damals in den Pruth -
magische Melodien im Wasser
Der Vater sang sie lernte und sang das
Erbe der Ahnen verwuchs mit
Wald und Gewässern

Hinter den Weiden neben der Mühle
stand die geträumte Leiter
an den Himmel gelehnt
Jakob nahm auf den Kampf mit den Engeln
immer siegte sein Wille

Von Sadagora nach Czernowitz und
zurück zum Heiligen Hof gingen die Wunder
nisteten sich ein im Gefühl
Der Knabe erlernte den Himmel kannte die
Ausmaße der Engel ihre Distanzen und Zahl
war bewandert im Labyrinth der Kabbala

Einmal wollte der Siebzehnjährige
die andere Seite sehn
ging in die weltliche Stadt
verliebte sich in sie
blieb an ihr haften

Dergelijke melancholische gedichten bezingen meer dan de persoonlijke idylle van haar kindertijd. In het Czernowitz van haar jeugd leven Joden, de grootste minderheid, naast en met West-Oekraïeners, Polen, Roemenen en Duitsers-Oostenrijkers. De onderlinge verhoudingen zijn redelijk, vooral omdat in het veelvolkerenrijk van de Habsburgers geen enkel volk de meerderheid heeft. En Joden genieten hier rechten die hen elders in Oost-Europa nog geweigerd worden. Bij artsen en advocaten vormen zij de meerderheid en zij domineren het onderwijs en de handel. Als de Boekovina na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog onderdeel wordt van de Roemeense natiestaat is het echter spoedig afgelopen met die multi-etnische tolerantie. Roemeens wordt meteen officiële taal en vanaf 1924 is het de enige ambtstaal, zelfs bij rechtbanken. Op de staatsscholen en aan de universiteit mag alleen nog maar in het Roemeens les worden gegeven, al zijn er nauwelijks daarvoor gekwalificeerde leerkrachten. En de stad vervangt Duits-Oostenrijkse namen door Roemeense, zie de onderstaande plattegrond uit 1936. De Schillergasse blijft wel Strada Schiller en de Judengasse Strada Evreiasca, maar de Herrengasse heet nu Strada Flondor Iancu en de Rudolfs Platz wordt omgedoopt tot Piatsa Dacia, etcetera. Zo krijgen lokale helden en nationale mythen hun plek in de stad en op de kaart.

Planul municipiului Cernauti

Januari 1922 bestormen Roemeense studenten het stadstheater en dopen het om in Roemeens Nationaal Theater. Voor Duits- en Jiddisjtalige toneelstukken moet men voortaan naar het Duitse Huis of het Joodse Huis. De verdringing van het Duits, de toenemende corruptie en de economische crisis leiden tot emigratie naar de USA of tot een innerlijke emigratie van achterblijvende Joden. Naarmate het antisemitisme in Groot-Roemenië toeneemt, koesteren Joden meer dan ooit hun gouden tijd onder de Oostenrijkse Habsburgers. Daarom stempelen Roemeense fascisten hen tot ‘verraders van de nationale zaak’. Zelfs de opkomst van het nazisme in Duitsland en hun sympathisanten in Cernauti, na 1933 vlagt het Duitse Huis met hakenkruis, weet bij veel Joden de mythe van het Kulturdeutschtum niet te doorbreken.

Rose Ausländer emigreert na de dood van haar vader in 1920 noodgedwongen naar New York, maar moet twee maal terugkeren om haar zieke moeder te verzorgen. Zo raakt zij verstrikt in de lotgevallen van Cernauti in de Tweede Wereldoorlog. Na het Hitler-Stalin-Pakt wordt de Noord-Boekovina in 1940 door de Sovjet-Unie bezet. De Duitse bevolking moet ausgesiedelt en duitssprekende Joden worden gewantrouwd en bedreigd. Zo’n 3500 ‘bourgeois-figuren’ gaan op transport naar Siberië. Juli 1941 bezetten Roemeense troepen en Duitse officieren de stad, binnen 24 uur nadert het aantal vermoorden de 2000, vooral Ostjuden. Op 11 oktober 1941 wordt het getto ingesteld, binnen acht uur moeten de 50.000 Joden daar zijn.

Stad en getto van Cernauti (1947)

Kort daarop beginnen de deportaties naar Roemeense concentratiekampen in Transniestrië; 60% van de gettobevolking wordt weggevoerd. Rose Ausländer hoort bij de 20.000 ‘nuttige Joden’ die de Roemeense burgemeester voor dwangarbeid in de stad weet te houden. Heimelijke poëzie-avonden, waarop zij onder meer Paul Celan ontmoet, sterken haar. Wir zum Tode verurteilten Juden waren unsagbar trostbedürftig. Und während wir den Tod erwarteten, wohnten manche von uns in Traumworten - unser traumatisches Heim in der Heimatlosigkeit. Schreiben war Leben. Überleben. Hier begint ook haar cyclus Ghettomotive. Als maart 1943 haar naam verdwijnt van de werklijst, duikt ze met haar moeder in kelders en kuilen onder. Maart 1944 nemen de Sovjets de stad in, die voortaan Tsjernovtsi heet. Ze verdenken de inwoners, zelfs de resterende Joden, van collaboratie met Roemenië en Nazi-Duitsland. Rose weet aan hun werkkampen te ontkomen door zich nuttig te maken in de gemeentebibliotheek. In 1946 bereikt ze via Boekarest en Marseille weer New York. Later verdicht zij de herinneringen aan haar geboortestad aldus:

CZERNOWITZ
‘Geschiedenis in een notedop’

Stad met trappen
          in een berijmde groene rok
Onvervalste taal
          van de leeuwerik

De spiegelkarper
in gelei en peper
zweeg in vijf talen

De zigeunerin
las ons lot
in de kaarten

Zwart en geel
de kinderen van de monarchie
droomden van Duitse cultuur

Legenden rond Baäl-Sjem
De wonderen van Sadagoera

Na het rode schaakspel
wisselen de kleuren

De Walach ontwaakt -
          slaapt weer in
Een zevenmijlslaars
staat voor zijn bed -
          vlucht

In het getto :
God liet het afweten

Opnieuw het spel met vlaggen :
De hamer slaat de
          vlucht in tweeën
De sikkel maait de
          tijd tot hooi

De monumentale stad heeft de oorlog vrijwel ongeschonden doorstaan, maar haar bevolking niet. De Duitsers waren al ausgesiedelt, de Joden zijn gedecimeerd en geëmigreerd. Nu worden de Roemenen verdreven, zelfs West-Oekraïeners worden weggevoerd naar het Oosten omdat men hen van collaboratie verdenkt. De nieuwe stadsbevolking deelt dus geen verleden met Tsjernovtsi. Voormalige Boekoviners, vooral Duitsers en Joden, koesteren daarentegen hun Czernowitz.


Rose Ausländer in New York (1951)

Voor Rose Ausländer is haar Muttersprache Mördersprache geworden. Jarenlang zal zij alleen in het Engels dichten tot Marianne Moore en Paul Celan haar aanmoedigen weer Duits te schrijven, maar in een nieuwe naakte stijl. In 1965 trekt Rose met koffers vol manuscripten naar de Duitse Bondsrepubliek, waar zij een uitkering ontvangt en langzaam erkenning krijgt. Na een ongeluk belandt zij 1972 in het Nelly Sachs Huis van de Joodse gemeente te Düsseldorf. Bedlegerig verovert deze ‘Joodse psalmiste’ heel literair Duitsland met onder andere:

MUTTER SPRACHE

Ich habe mich
in mich verwandelt
von Augenblick zu Augenblick

in Stücke zersplittert
auf dem Wortweg

Mutter Sprache
setzt mich zusammen

Menschmozaik

RUIMTE II

Nog is er ruimte
voor een gedicht

Nog is het gedicht
een ruimte

waar je kunt ademen

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2012

Columns 2011