Afgelopen week heb ik veel e-mails met kritiek ontvangen over mijn stukje dat vorig weekend op de Crescas-website verscheen. Om de vooral boze, en soms zelfs beledigende, teksten niet te hoeven herhalen, zal ik de inhoud ervan hier kort voor u samenvatten. Het ging voornamelijk over het feit dat ik, na een zeer bewogen week in Israël, grappig probeerde te zijn met een stukje over het onderhoud van onze straten in Haifa.
Laat ik beginnen met uit te leggen dat de meeste stukjes die hier verschijnen jaren geleden geschreven en gepubliceerd zijn en dat wij – ik werk niet alleen – de leukste daarvan uitzoeken en deze hier nogmaals publiceren. Meestal tot genoegen van de lezers.
Daarnaast zijn er op de Crescas-website, alsook in veel andere Nederlands-Joodse media, genoeg deskundigen die hun mening over het reilen en zeilen van Israël prima weten te verwoorden en daarvoor ook een podium krijgen, zelfs al wonen ze niet in Israël. Met dat in het achterhoofd zag ik er geen enkele reden voor, noch voordeel in, om u daarnaast ook nog eens een wekelijkse Simon Soesan-mening op te dringen.
Echter, na de diverse genoemde e-mails van de afgelopen week, zal ik dan toch proberen hier in het kort mijn mening over de recente en actuele gebeurtenissen in Israël weer te geven:
1. Ik ben geen aanhanger van onze huidige premier. Ik ken hem al jaren en vind hem een blaaskaak, een opruier en een man van holle frasen. Een ieder heeft recht op zijn eigen mening, zelfs ik, en ik weet het, velen die vanuit hun makkelijke stoel in Nederland experts zijn op het gebied van Israël, de zogenaamde ‘leunstoeldeskundigen’, zullen het hier volstrekt niet mee eens zijn. De uitslagen van onze laatste verkiezingen tonen dan ook aan dat ik mijzelf tot een minderheid kan rekenen.
2. Ik geloof oprecht in de Almachtige. Ik heb echter alle geloof in zijn vertegenwoordigers op aarde verloren. Ik zie religieuze leiders vooral als volksmanipulatoren, die voornamelijk uit zijn op geld en macht. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Ik ken persoonlijk een aantal rabbijnen wier werk simpelweg eerlijk en onkreukbaar is. En om dat zo te houden zal ik hun namen hier niet noemen.
3. De moordaanslag tijdens de Gay Parade in Jeruzalem toonde dezelfde kenmerken als de moord op een zekere premier in 1995, toen een aantal rabbijnen die hun afkeer wilden uiten over diens gevoerde politiek, een student ophitsten. Aangezien onze politieke en religieuze leiders moesten glimlachen toen de Gay Parade door hun collega’s als ‘perverse parade’ en ‘beestenparade’ werd omschreven, hebben zij in feite mensen die een levensstijl voeren die anders is dan die van hen, vogelvrij verklaard. Alsof het jachtseizoen geopend werd. Het resultaat moge bekend zijn. En alle daaropvolgende woorden van verontschuldiging en alle goedbedoelde brieven en toespraken zullen dit nooit meer ongedaan kunnen maken.
4. In de 42 jaar dat ik Israël tot mijn land heb gemaakt, heb ik er altijd in geloofd dat een terrorist zichzelf volledig buiten de wet en het rechtssysteem plaatst, ongeacht zijn achtergrond. En hoewel ik er altijd voor open sta om met iedereen een discussie aan te gaan betreffende vrede, ben ik ervan overtuigd dat er voor terroristen slechts een oplossing is, en dat is de dood. Terroristen arresteer je niet, je schiet ze neer. Ook als ze Joods zijn en door een krankzinnige rabbijn zijn overtuigd dat deze weg de juiste is.
5. Het akkoord met Iran – voor zover we dat kennen – ziet er niet goed uit voor ons in Israël. En nee, ik heb het niet over de leunstoeldeskundigen in Nederland, ook al vliegen ze elke maand naar Israël en ook al hebben ze een imposante verzameling foto’s van zichzelf samen met Belangrijke Israëli’s. Ik heb het over ons, degenen die daadwerkelijk in Israël wonen. Die in het leger dienden, die kinderen en kleinkinderen hebben die in dit land wonen en die een veilige, rustige toekomst willen voor hun gezin en hun familie. Het waren mijn kinderen die, toen de bussen in ons land opgeblazen werden, hoe bang ze ook waren, toch met de bus naar school moesten, niet de kinderen van de leunstoeldeskundigen uit Nederland. Het zijn onze kinderen die in het leger dienen, niet de kinderen van ongeacht welke BN-er die een indrukwekkende foto heeft gemaakt van zichzelf bij de Klaagmuur samen met een soldaat. Wij leven in Israël.
Toen Chamberlain in 1939 met ‘mister Hitler’ ging praten over de Lebensraum-problemen en over diens plannen om Tsjecho-Slowakije in te pikken, waren de Tsjechen hier erg op tegen en eisten om op zijn minst aan de onderhandelingen deel te kunnen nemen. Chamberlain vond dat alleen de Tsjechen tegen deze onderhandelingen waren en verbood ze om naar de onderhandelingen te komen. De rest is, naar ik mag hopen, bekend.
President Obama vindt dat Israël niet het recht heeft om zich tegen de huidige overeenkomst uit te laten, zelfs al herhalen de Iraniërs bijna dagelijks dat ze ons willen vernietigen. Helaas heeft onze premier niemand kunnen overtuigen, met name door zijn bijzonder slechte en ondiplomatieke aanpak van dit probleem. Als puntje bij paaltje komt, zullen we het wel weer alleen moeten oplossen.
6. Hoe dan ook, ik ben en blijf een trotse Israëli. Ik heb vertrouwen in de toekomst van ons land, omdat wijzelf deze toekomst in handen hebben en, uiteraard met G’ds hulp, we zullen hier ook wel weer doorheen komen.
Dit was, in het kort, mijn mening over de recente en actuele gebeurtenissen. Zoals ik al schreef, er zijn makkelijkere en betere opinies van de diverse experts in de Nederlands-Joodse media. Ik ben slechts een Israëli.
Simon Soesan
Bewerkt en geredigeerd door Hendrien Kloots
© Caun & Van Beem