We zijn allebei van dezelfde leeftijd, Isham Yunis en ik. Hij heeft vijf kinderen, wij hebben er drie. Beiden wonen we in Haifa en beiden zijn we zeer bezig met wat wij trots de ‘samenleving’ noemen: het samen leven van mensen van alle religies en achtergronden in onze stad Haifa. Niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is. Er zijn genoeg problemen, maar we proberen ze op te lossen. Zo sturen we onze kinderen naar openbare scholen, opdat ze samen opgroeien, zonder vooroordelen. Zo openen we al drie jaar lang elk jaar de moskee van de Kababirwijk voor een hele dag, zodat we elkaar beter leren kennen.
Beiden zijn we gek op zwemmen. Samen zwemmen we onze 60 baantjes trouw om 5 uur elke ochtend. Niet dat we de enige gekken zijn. Onze groep, ‘De Slapelozen’ genoemd, bestaat uit een voormalig lid van de Knesset, zakenlui, dokters etc. En elke ochtend, na het zwemmen, om een uur of zes, drinken we gezamenlijk een kopje koffie voordat we onze werkdagen beginnen. Ons parlement bespreekt dan het nieuws, veel politiek en, eerlijk is eerlijk, ook de laatste roddels en geruchten.
De laatste dagen waren niet gemakkelijk: de barbaarse moord in Itamar was moeilijk te verwerken. Iedereen, zelfs ik met mijn duidelijke opinie tegen de nederzettingen, was geschokt. Ook Yunis maakte duidelijk dat het hem allemaal vreemd was. Als vrome Moslim vertelt hij veel over hoe hij zijn geloof belijdt. We weten allang dat hij in ‘zijn Koran’ voor al het geweld in het Midden-Oosten geen justificatie kan vinden. Het verwachte aanhouden van het wapenschip verraste niemand: sinds Iran zo nodig met twee marineschepen voor het eerst door het Suezkanaal moest, was het duidelijk dat het foute boel was. Het uitladen van de vracht in een Syrische haven liet geen twijfel bestaan en ook het oppikken door de Victoria, die daarna een tijd in Turkije bleef om geen argwaan te wekken, werd een lachertje. Alleen de idioten in Iran en Syrië dachten dat we in slaap waren gevallen. Niet dus.
Maar Yunis had iets veel belangrijker op zijn lijstje: Dov, een zakenman van 86 die nog elke dag na het zwemmen een volle dag werkt in zijn houthandel, was de dag ervoor niet komen opdagen in het zwembad. ‘Was je lekker bezig soms? Daardoor was je zeker te moe hè, Dov?’ merkte hij lachend op. Dov keek hem aan. ‘Jochie ik ben 86, ik kan me amper herinneren wat jij suggereert’, reageerde hij kalm. Yunis knipoogde.
‘Maar in elk geval weten we wat er met jou gebeurt als je een dagje hier overslaat ... twee keer per week, is het niet?’ voegde Dov er schalks aan toe.
Yunis, ondanks zijn olijfkleurige huid, bloosde en keek diep in zijn kopje koffie. Dov glimlachte tevreden en klopte me op de schouder. ‘Je zult verbaasd zijn wat mij op mijn leeftijd plezier doet’, zei hij lachend, terwijl hij naar Yunis knikte. Deze reageerde met het gooien van een prop papier naar Dov.
© Simon Soesan