Het waren de zwartste dagen van ons volk. Duitsland bezette veel landen en ook Nederland. Twee jonge Joodse mensen, met hun beider ouders, gingen onderduiken. De vaders hadden een plek ontdekt, in Limburg: Sevenum. Een Hollandse familie, de familie Snellen, die ook actief was in heel wat verzetswerk, nam hen op, maar niet voordat ze trouwden. En dus, op een koude dag in januari 1943, trouwden ze – met jodenster en al, in een korte ceremonie.
Toen ze in 1945 begrepen dat ze, dankzij deze goede Nederlanders, het ergste overleefd hadden, gingen ze terug naar Amsterdam. Langzaam kwam de waarheid naar voren. De jonge vrouw was haar broertje verloren. Hij stierf een tergende dood in Auschwitz. Van de honderden familieleden, vrienden en kennissen kwamen er slecht enkelen terug. Later zou blijken dat het grootste percentage Joden, dat door de nazi’s was afgeslacht, uit Nederland was gekomen.
Ze begonnen hun leven weer op te bouwen. In 1946 werd hun eerste geboren, een zoon. Tien jaar later, na nog een zoon en twee dochters, werd ik geboren. Mijn ouders bouwden hun leven op in Beverwijk. Eerst een herenmodezaak, later ook nog een damesmodezaak, die beide floreerden. In de zestiger jaren kwam daar nog de eerste boetiek van Europa bij: Shop-a-gogo, die feestelijk werd geopend door niemand minder dan de Bintangs. Later waren er zelfs 5, 6 winkels, een keten.
De vijf kinderen gingen ieder hun eigen weg en eind zestiger jaren kwam de volgende generatie eraan met de geboorte van hun eerste kleindochter. Deze stoet van kleinkinderen, dertien in totaal, kwam pas in de jaren tachtig ten einde. Toen begon de stoet van achterkleinkinderen: 18 tot nu toe!
13 Januari vieren ze feest: 69 jaar getrouwd en nog steeds wonen ze op zichzelf. Met alle ups en downs die een ieder van ons ervaart en waar sommigen onder ons voor afhaken, gingen ze gewoon door.
Het is een stel apart, mijn ouders. Terwijl mijn vader vol energie met van alles en nog wat bezig blijft, is mijn moeder degene die de dingen graag van een afstand bekijkt en dan op het juiste moment met een simpele zin een voltreffer plaatst. Tweemaal in de week spreek ik ze, want ik woon niet meer in Nederland. Dankzij de familie Snellen uit Sevenum leven mijn ouders, mijn broers en zusters, hun kinderen en hun kleinkinderen, leef ik en heb ik kinderen en al een kleinzoon.
Mijn ouders hebben er 69 jaar samen op zitten. Veel hebben we van ze geleerd: nooit opgeven, optimistisch blijven en weten dat, wat er ook gebeurt, hoeveel klappen je ook krijgt, je altijd weer moet opstaan.
Ze kwamen met z’n tweeën uit de oorlog. Als we nu, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, met partners, allemaal bij ze langs willen, moet er plaats worden gemaakt voor bijna 50 man. Daar neem ik mijn petje voor af. Voor de familie Snellen uit Sevenum. En voor mijn ouders: Jaap en Betty Soesan.
© Simon Soesan