Dokter Ehrlich is al twintig jaar onze huisarts. In deze tijd heeft hij bewezen niet alleen een goede arts te zijn, maar ook een goede intuïtie te hebben. De man heeft het zelden mis. Onlangs ging ik bij hem langs om mijn jaarlijkse check-up-resultaten met hem te bespreken.
Aangekomen bij het gezondheidscentrum zag ik hem in de deuropening van zijn spreekkamer staan. “Zo dokter, iets teveel gegeten tijdens de feestdagen?” riep ik vrolijk naar hem. Gegeneerd keek hij in het rond en ging vervolgens met een patiënt zijn kamer in. Toen ik aan de beurt was, wees hij naar de stoel naast zijn bureau. Ik kon gaan zitten. “Unbesjrieën, als jij hier voor jezelf komt is dat een uniek moment,” zei Ehrlich, doelend op het feit dat ik zelden voor mezelf bij hem langs kom. Ik liet hem het rapport zien met de uitslag van de diverse testen die ik eenmaal per jaar onderga en hij bestudeerde ze kort. Na enkele minuten gooide hij de papieren verveeld op zijn bureau. “Je komt hier dus alleen om me jaloers te maken? Alles ziet er prima uit, dat weet je best,” zei hij.
“Ja, maar ik vind het altijd prettig als jij er even naar kijkt, dat weet je,” zei ik.
“Ik heb gekeken,” antwoordde hij en keek me aan.
“Goed, dan ga ik nu,” zei ik en schudde zijn hand.
Hij liep met me mee naar de deur en deed deze voor me open. Juist toen ik over de drempel stapte, riep hij: “En niet zoveel choemoes eten bij Chaled met die dikke vriend van je, want binnenkort hou ik jullie niet meer uit elkaar!”
Ik stopte en keek verbaasd naar hem om. “Waar heb je het over? In het rapport staat dat ik maar vijf kilo moet afvallen!” protesteerde ik zachtjes, me bewust van de andere patiënten die naar ons keken en luisterden.
“Die stoel van me kraakte anders wel, toen je erop zat!” zei de dokter nu nog luider. De andere patiënten keken geamuseerd. Ik was aardig versjteerd en keek mijn huisarts aan.
“Waar heb je het over?” vroeg ik hem zachtjes.
Hij gebaarde me weer naar binnen te komen en sloot de deur achter ons. “Jij moest toch zonodig iets over mijn gewicht zeggen tegenover al mijn andere patiënten?” zei hij gemeen. “Nou heb je een koekje van eigen deeg!” Hij keek me triomfantelijk aan en deed de deur open. Ik kon vertrekken. Ik wenste hem sjabbat sjalom en liep de deur uit.
“Kop op!” riep hij me na. “Een paar maanden sla eten en je bent die twintig kilo zo kwijt!”
© Simon Soesan