Gorilla

Simon Soesan

vrijdag 24 februari 2012

"Ja, dat moet je echt doen!" riepen onze kinderen opgetogen. Dit jaar was besloten dat iedereen op Poerim onherkenbaar naar het werk moest komen. Ik vertelde dat tijdens ons avondeten, en mijn wederhelft suggereerde mij als gorilla verkleed te gaan. "Je hebt de maat en het gewicht..." voegde zij er subtiel aan toe. De kinderen waren het daar mee eens. Ik wist niet waarmee, de vermomming of de andere opmerking?
Voor dit soort klusjes heb ik een vast adres: mijn vriend en collega Bassam. Ik belde hem op en legde hem uit waar het om ging. "Dat is toch makkelijk?" reageerde hij. "Je hebt je uiterlijk mee, pak een banaan en iedereen begrijpt het." Vervolgens beloofde hij iemand te bellen voor een gorillapak.
De dag voor Poerim kwam Bassam ’s avonds met een grote kartonnen doos waar een heus gorillapak in zat. "Ruikt smerig en de haren vallen uit," constateerde ik. "Zitten er geen luizen in?" vroeg ik bezorgd. "Het is gratis, hoor!" riep mijn vriend verontwaardigd. Ik bedankte hem.
Even later besprak ik de technische details met mijn levenspartner. "Je moet het thuis al aantrekken met die rits op je rug. De kop doe je daar maar," zei zij meelevend.
De volgende ochtend trok ik het pak aan. Mijn gezin kwam behulpzaam kijken. "Die kop heb jij helemaal niet nodig," zei mijn naamdrager. De anderen moesten daar hartelijk om lachen.
Moeizaam stapte ik in mijn auto en reed naar mijn werk. Vlak voor mijn kantoor werd ik aangehouden door een agent. Controle. Ik toonde mijn papieren. "Stapt u even uit," zei hij met een vreemde blik. Hierna begon hij te lachen. "Het is wel Poerim vandaag!" verdedigde ik me. Hij wees op de vele haren op de vloer van de auto. "Ik zou een andere shampoo overwegen als ik u was," adviseerde hij. Na nog enkele geestigheden van zijn kant mocht ik weer gaan.
Aangekomen bij mijn werk parkeerde ik mijn auto. Ik zette de gorillakop op en trok de handen/klauwen aan. Strompelend stapte ik uit en begaf me naar de eetzaal waar het feest zou worden gevierd. Ik besloot bovendien mijn ware aard meteen te tonen. Luid grommend opende ik de deur. Te laat zag ik dat alle aanwezigen slechts een masker droegen.
"Problemen met het lezen van memo's, Soesan?" vroeg de directeur, zonder masker, lachend.
"Maar hoe herken je me dan?" vroeg ik verbaasd. De baas wees naar Bassam, die zonder vermomming en breed lachend een stuk taart stond te vermoorden. Ik keek hem aan. "Kon je me niet waarschuwen?" vroeg ik hem. Hij veegde zijn mond af.
"En de kans missen jou eindelijk voor aap te zetten?"

© Simon Soesan

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011