De Italiaanse school in Haifa, gelegen in de oude stad, onderaan de Carmelberg, staat bekend om zijn hoge niveau van onderwijs. Maar ook om het feit dat, typisch voor Haifa, een ieder er welkom is, ongeacht geloof of afkomst. Uiteraard is deze school voornamelijk Christelijk, maar dat is geen probleem voor heel wat van onze stadgenoten. Ook onze werkster, Rushdia, stuurt haar dochter, Eden, naar deze school.
Rushdia is een Druze en dus geen Moslima, Christen of Jodin. Onlangs, onder het genot van een kopje koffie, deed ze haar beklag: “Er komt me toch een week aan: eerst hebben we Poerimfeest op school. Dus moet Eden zich verkleden en moet ik voor haar een Sneeuwwitjesjurk organiseren. Dan hebben we Paasfeest, met die optocht en de trommels en fanfare erbij. Dan hebben we de voorbereidingen voor de nationale dodenherdenking en de Onafhankelijkheidsdag, waarna ze ook nog gaan marcheren in de traditionele 1-mei optocht. Een mens komt nooit tot rust!”
Ik keek naar deze kleine Druze, die al meer dan 15 jaar in ons leven is en eigenlijk een soort ‘familie’ is geworden. Ze is weduwe en heeft in haar eentje drie kinderen grootgebracht en dat zelfs bijzonder goed gedaan. Als inwoners van Haifa zijn we eraan gewend dat alle tradities een beetje door elkaar lopen. Ik had haar beloofd om de Paasoptocht te komen zien, want Eden zou meelopen en op een trommel slaan.
Aangekomen bij de Italiaanse school kwamen we de directrice, Zuster Josephine, tegen. Met trots keek deze naar ‘haar’ kinderen. Ze keek me even aan. “Weet u, we zijn dan wel een Christelijke school, maar we zijn ook erg gekleurd met andere religies en afkomsten,” zei ze glimlachend. “U bent er anders maar druk mee, met al die verschillende feestdagen. Knap hoor!” antwoordde ik. Rushdia boog zich naar de Zuster. “Dertig jaar woont de man in Haifa en hij blijft zich verbazen hoe alle kinderen hier met elkaar kunnen opschieten. Dertig jaar!” Zuster Josephine knikte glimlachend. Er kwam iemand naast me staan. Wassim, de beste vriend van mijn zoon. Hij had zijn jongste zusje aan de hand die me gedag zwaaide. “Leuk hè?” vroeg ze, “lekker weer matzes eten!”
Haar broer legde haar uit dat Pasen, Pascha in het Ivriet, niet Pesach was. “Maakt toch niets uit,” zei het meisje handig, “het zijn toch allemaal feestdagen?”
Een typisch antwoord voor een Moslim-meisje, dat op een Christelijke school in Haifa zit, waar ze Poeriem, Pasen, Pesach en 1 mei achter elkaar vieren.
Omdat het kan. Echt!
© Simon Soesan