Toen Miri midden jaren tachtig in onze wijk een kleine kapsalon opende, had ze meteen succes. In Haifa doet het er niet toe wat je achtergrond is en de christelijk-Arabische Miri werd zonder problemen ontvangen, ook omdat ze een goede kapster is.
Ze was getrouwd met een Libanees. Een christen, die tegen de Hezbollah had gevochten en niet meer in Libanon kon blijven, uit angst voor zijn leven. Helaas, na de geboorte van hun zoon, Assad, werd de man ziek en overleed. Miri begreep dat ze niet van haar magere uitkering kon leven en opende een kapsalon. Assad kwam na school naar de zaak en speelde in een hoekje, totdat ik besloot dat hij, even oud als onze zoon, wel af en toe bij ons terecht kon.
Zo werd Assad, die Assie werd genoemd door onze zoon en die die naam adopteerde, letterlijk kind aan huis. Toen Assie vijftien was moest hij samen met zijn moeder naar een bruiloft in een Arabisch dorpje. Miri vertelde me dat ze hem graag in een kostuum had gezien voor de gelegenheid, maar ze hadden het niet breed en dat kostuum zou hij niet veel gebruiken. Met een smoes overtuigde ik haar dat ik een vriend had met een tweedehands kostuum in prima staat (ik vertelde dat er een zoon was die er uit was gegroeid).
Assie mocht met me mee en uiteraard gingen we naar een winkel, waar we een mooi pak voor hem kozen, dat ter plekke werd versteld. Daarna nam ik hem mee naar een Roemeens restaurant voor een heerlijk steak en Assie’s dag kon niet meer stuk.
Uiteraard waren ze bij onze familiefeesten, tot de bruiloften toe. Assie, een echte Israëli, zit dan altijd tussen onze kinderen en samen praten ze non stop. Assie ging naar de kappersschool en ging in de kapsalon van zijn moeder werken, waar hij in enkele jaren een naam opbouwde als Meister. Ook ik laat alleen Assie aan mijn kop knippen.
Onlangs overleed mijn vader. Mijn baard liet ik staan, tot hij eraf kon. Daar ik ook toe was aan een knipbeurt, liep ik naar Assie. Die keek bedenkelijk naar me.
“Die baard kan er volgens mij nu wel af”, zei hij terwijl hij me serieus aankeek. Ik legde hem uit dat ik dat meteen na mijn knipbeurt thuis zou doen, maar hij legde zijn hand op mijn schouder en zijn ogen doorboorden me.
“Laat mij het doen, het is een koved voor mij om jouw verdriet om je vader weg te scheren”, zei hij resoluut.
Daar ik hierop niets kon antwoorden, zette ik me gelaten in de stoel, waar Assie gedurende een half uur aan het werk ging.
Toen ik mezelf weer met kort haar en een glad gezicht in de spiegel zag, merkte ik dat hij erg geëmotioneerd was. Ik keek hem vragend aan.
“Dank voor de koved; ik had het graag voor mijn eigen vader gedaan, maar jij bent het dichtste bij een vader wat ik heb.”
Assie, een christelijke Arabier, is getrouwd met een christelijk Russisch meisje en ze wonen in Haifa. Gewoon, een Israëlisch koppel. U mag raden hoe hun zoontje heet.