Tel Aviv is niet zo ver van Haifa: 90 kilometer ten zuiden van onze stad. En onze wegen worden steeds beter. Toch zijn er dagen, of beter nog, uren, dat men deze afstand in twee uur tijd kan afleggen: files. En waaròm weten we echt niet: tussen Haifa en Tel Aviv zijn al jaren geen stoplichten, terwijl we nabij Netanya al in de file komen te staan en heel langzaam vooruit kunnen. Dat willen we met betere infrastructuur oplossen. Maar onze president, Peres, ziet het anders. Deze man, waarschijnlijk de meest geliefde president in de korte geschiedenis van onze staat, had een idee. Op eigen houtje ging hij daarover praten met de directeur van Renault. Hij haalde Shai Agassi, een wonderkind uit de hi-tech, erbij, en het resultaat is dat we vanaf 2012 tienduizenden wagens in Israël zullen hebben, die alleen op elektriciteit rijden. We beginnen met alle leasewagens en tegelijkertijd wordt ook de privémarkt aangepakt.
Wij hebben in Israël geen benzine in de aarde zitten. Onze buren wel. En daar onze buren ons nou niet bepaald mogen, willen we ook zoveel mogelijk van die afhankelijkheid van benzine af. Is ook goed voor het milieu trouwens. Dus gaan we over op elektrische auto’s die vlot en aardig ver kunnen reizen. Hoewel: ver? Zo groot is ons landje nou ook weer niet en we kunnen nog steeds niet met onze wagens de grens over.
Jaren geleden was er een vergadering met Ariël Sharon. “Vergeet niet dat onze buren olie hebben”, werd hem toegeroepen. Sharon reageerde droog: “Zij hebben de olie – wij hebben de lucifers”, was alles wat hij zei.
Nu hebben wij elektrische wagens. Duizenden oplaadpunten worden neergezet en velen van ons hebben besloten te wachten met het kopen van een nieuwe wagen, totdat deze elektrische te verkrijgen zijn.
In één van zijn oudejaarsconferences in de jaren zestig zong Wim Kan ooit “twaalf miljoen oliebollen op aardgas” en hij vertelde dat, als het zo zou doorgaan, de olieman aan de deur zo komen en zou horen: “Nee dank u, niet meer nodig ...” Ik moest daar aan denken toen enkele maanden geleden groot nieuws Israël wakker maakte:
Ten westen van Haifa zijn de poppetjes aan het dansen. 90 Kilometer naar het westen, in de zeebodem, is een gasbel gevonden. Itzchak Tsjoeva, een succesvolle zakenman, die onder andere het wereldberoemde New Yorkse Plaza Hotel heeft opgekocht, besloot enkele jaren geleden in de zee te gaan drillen. Uiteraard werd hij voor gek verklaard en het volk in Zion maakte zich op om zijn faillissement mee te maken. Tsjoeva gaf geen sjoege. Hij besloot de plaats van het olieboren naar zijn kleindochtertje te noemen, Tamar. Het resultaat? Bijna 88 triljoen vierkante kilometer natuurgas zijn nu het eigendom van Tsjoeva en de staat Israël.
Uiteraard kwam half Europa in de rij staan om zaken te doen met Tsjoeva, maar die heeft geen haast. “We gaan eerst zorgen dat Israël helemaal onafhankelijk wordt van de benzine en olie”, zei de gemoedelijke voormalige boekhouder. Ook heeft hij geen enkele zin zaken te doen met een land dat ook maar iets van de atoommachines aan Iran heeft geleverd. Dus kan de EU het wel vergeten. Ondertussen is hij weer aan het boren geslagen en ... u raadt het al, Tamar 2 heeft een bijna identieke hoeveelheid gas opgeleverd. Domper voor British Gas, dat al klaar stond om Israël voor een opgeschroefde prijs gas te leveren. Engeland, toch al erg pro-Israël de laatste maanden, zal dus nieuwe klanten moeten vinden want Israël heeft al “nee, dank u, niet meer nodig ...” gezegd.
Al met al niet leuk voor diverse “goede zielen” die Israël al jaren olie leveren voor opgeschroefde prijzen. Maar aan alles komt een eind, ook aan de olie.
90 Kilometer ten oosten van Haifa ligt het stadje Beth She’an. Een onbekend gehucht, totdat een van de inwoners, David Levi, minister werd en het zelfs tot vice-premier schopte. Maar Beth She’an heeft nog een andere kwaliteit. Bijna tweeduizend jaar geleden werd het Romeinse dorp (toen Scythopolis geheten) getroffen door een aardbeving. Israëlische archeologen zijn er in geslaagd om het dorpje op te graven, op zo’n intacte wijze dat het nu lijkt alsof de aardbeving gisteren heeft plaatsgevonden: straten, huizen, winkels en zelfs informatieborden kwamen bijna intact tevoorschijn, inclusief een bordeel waar de prijzen met mozaïek in de vloer staan geschreven.
Uit Italië kwam men kijken hoe de Israëli’s erin geslaagd waren de Romeinse ruines een nieuw leven in te blazen. Het zag er, volgens de Italianen, veel beter uit dan het Forum in Rome.
We gaan er soms naar toe, want in het Romeinse amfitheater, dat volkomen gereconstrueerd is, worden opera’s opgevoerd. Beth She’an, een stadje waar de werkeloosheid elke familie heeft aangetast, krijgt nu een fabriek. Kunt u het raden?
President Peres, samen met Renault en Shai Agassi, heeft voorgesteld om de elektrische wagens in Beth She’an te gaan bouwen. Voor een embargo van de Arabische landen is niemand ongerust: de wagens rijden niet op olie. En ondertussen wordt er al gekeken of de wagens ook op natuurgas kunnen rijden.
90 Kilometer ten noorden van Haifa ligt Beiroet. De regering daar heeft Israël aangeklaagd bij de VN, want een land dat eigenlijk niet bestaat kan toch niet zomaar gas uit de zee halen? Toen Tsjoeva onlangs de derde gasbel aankondigde, werd het teveel voor onze buren. Je kunt toch geen land de lakens laten uitdelen, alleen maar omdat ze energie hebben gevonden??? Is toch nog nooit gebeurd???
Even recapituleren: we gaan met elektrische wagens rijden, die we in Beth She’an gaan produceren, we gaan ons eigen natuurgas gebruiken om energie te verkrijgen en misschien, als er nog wat overblijft, zullen we wat aan een bevriend land verkopen. Dat vertaalt zich in economische onafhankelijkheid, wat wel weer op een veroordeling van de VN zal uitlopen ...
© Simon Soesan