Een vat olie bevat 159,9 liter ruwe olie. Om die olie uit de grond te pompen, om het vat te maken, om het vat te vullen, om het vat te dichten, het op transport te zetten naar, laten we zeggen, Rotterdam, kost wat. U weet al hoeveel? Hoeveel het kost om zo’n vat in Rotterdam te krijgen? All-in? Nee? Klopt, want de oliemaatschappijen willen helemaal niet dat u dat weet. Maar toch is het mij gelukt om deze insider-informatie te verkrijgen. Dat kost zeven Amerikaanse dollars en zestien Amerikaanse dollarcenten. Voor bijna 160 liter olie dus. Die dan wordt verkocht rond de honderdtachtig Amerikaanse dollars op de zogenaamde oliemarkt. Waarna u probleemloos één euro en zestig/zeventig cent betaalt voor één liter van dat spul.
Zodat men ver in het Midden-Oosten nòg een gouden wc kan kopen. Of een gouden Mercedes. Want dat is heel belangrijk. Waarna deze gasten even langs komen in Amsterdam, in het duurste hotel gaan zitten en iedereen hun achterste kust, want, oh, die mensen zijn zo rijk! Zo slim is men.
Ik vertel u dit, omdat niemand zijn mond open doet wanneer weer een halvegare in de media beweert dat wij, Joden, al het geld in de wereld beheersen, om even later benzine te gaan tanken.
Want de ware kosten voor een liter olie zijn dus een ietsiepietsie lager dan wat u betaalt: 160 liter kost de producent een 7 dollar, zeg iets van 5 euro en 40 cent. Voor 160 liter. En u betaalt 1.70 euro, zeg een 2.20 in Amerikaanse dollars. Voor 1 liter. En de Joden hebben het weer gedaan.
Ik moest hieraan denken toen ik onlangs in Duitsland in een forum zat, waaraan ook pro-Palestijnse activisten deelnamen. Ook ik ben pro-Palestijn. Ik gun ze graag een eigen land. Vooral hun vrijheid gun ik ze graag, maar helaas kunnen ze die niet van ons, maar slechts van hun leiders krijgen. Een dame vond het belangrijk om middenin een vrij goede discussie te schreeuwen dat alle media in Joodse handen zijn en daarom pro-Israël zijn. Ik keek die dame verbaasd aan en vroeg haar 10 namen van pro-Israëlische media te noemen, maar dat vond ze een provocatie van me. Toen ik haar daarna vroeg hoe het kan dat de wereldmedia zo tegen Israël zijn, terwijl ze volgens haar in Joodse handen zijn, was ik een racist. Later meende een man dat Israël een Apartheidsstaat is. Weer vroeg ik om uitleg en het antwoord was ‘hoezo?’ Ik legde uit dat er een definitie is voor Apartheid, en dat een land met Arabische parlementariërs, Arabische ambassadeurs en consuls, Arabische topsporters en een Arabische Miss Israël toch moeilijk van Apartheid beschuldigd kan worden. Nee, het ging meneer om Gaza, bezet Gaza. Toen ik vroeg waar wij Gaza bezetten, was dat een provocatie. Toen ik uitlegde dat de overeenkomsten tussen Israël en de Palestijnen uit 1994, getekend onder anderen door Arafat, duidelijk laten zien dat we geen bezetters (meer) zijn, was dat propaganda.
En toen hadden wij ook nog al het geld in handen. Dus vertelde ik de feiten over een vat met 159,9 liter olie er in.
Verleden week was de hele wereld blij en opgelucht. Want de Palestijnen waren eindelijk erkend. Door de VN. Als staat.
Daar ik er prat op ga dat ik de feiten ken, moest ik hierom lachen. Want u leest het nieuws en denkt dat het waar is, of het nieuws nou in Joodse handen is of niet (niet dus). Op 29 november 1947 werd Israël niet erkend. De VN vergaderde over het partitie-plan, wat een einde zou maken aan het Britse en Franse mandaat in het Midden-Oosten. De uitslag is gedeeltelijk bekend: Israël kreeg haar stukje land aangeboden. Maar wat gebeurde er werkelijk? Ook de Palestijnen kregen een stuk land toegewezen, vele malen groter dan Israël, maar dit werd geweigerd door de Arabische Liga, die eerst beloofde om de Joden de zee in te drijven.
65 Jaar later werd de Palestijnen aangeboden om officieel een waarnemend land te worden, niet als lid, van de VN. Dat moest ook op de 29e november gebeuren, want, volgens de Palestijnen, dat zou Israël een lesje leren. Ook stonden ze er op om het 194e land te worden dat min of meer erkend was door de VN, want resolutie 194 is de VN-resolutie die bepaalt dat alle Palestijnse vluchtelingen terug moeten keren naar Palestina.
Leuk dus, dat de VN de Palestijnen als waarnemend niet-lid-land accepteerde. Alleen heb ik een paar rare vragen: welk land? Waar zijn de grenzen van dit land? Wat is de valuta van dit land (Israëlische Shekel?), wat zijn de grondstoffen en infrastructuur in dit land? (water: Israël, stroom: Israël, medicijnen: Israël, telefoon en datanetwerk: Israël, benzine: Israël, vlees, fruit en meel: Israël). Niet dat ze de rekeningen betalen, maar bij de VN is dat niet belangrijk. Belangrijk is wanneer Israël iets verkeerds doet, niet Hamas of meneer Abbas (die ooit zijn scriptie schreef over de onwaarschijnlijkheid van onze Holocaust).
Daarom, beste lezers, daar velen van u mij vragen wat mijn persoonlijke mening is over dat alles, zal ik een uitzondering op mijn regel maken en u mijn mening geven over de VN: ze kunnen de pot op. Al is het een gouden van één van hun sponsors, maakt me niet uit – ze kunnen wat mij betreft gezamenlijk, of één voor één, de pot op.
En om dat mogelijk te maken moet u echt nog wat bijtanken, want echt: er zijn niet genoeg gouden wc´s in deze wereld.
© Simon Soesan