Ook ik behoor tot de velen die Arik Sharon persoonlijk gekend hebben. Mijn ontmoetingen en ervaringen uit het leger zijn niet van belang: er zijn er genoeg die hun verhalen over hun legerervaring met Arik Sharon aan u kwijt willen. Of u graag zijn vele slimme uitspraken willen laten lezen (mijn ‘lievelingsuitspraak’ van Sharon is trouwens: ‘de Arabieren hebben misschien alle olie, maar wij hebben de lucifers’). Toch heb ik een – waar gebeurd – verhaaltje over deze veelzijdige man.
Ergens in de jaren ‘90 moest ik met mijn vrouw op reis naar New York. Onze nationale luchtvaartmaatschappij had mij aangeboden om business class te vliegen op de beroemde en beruchte nachtvlucht uit Tel Aviv naar de Big Apple. Aangekomen op het vliegveld werden we naar de business class lounge gebracht om op onze vlucht te wachten. Daar aangekomen werd ons gevraagd of we het erg zouden vinden om in de VIP-lounge te wachten, daar de business class lounge erg vol was. Niet dat ik VIP was. Maar een knipoog van een bevriende duty manager van El Al deed me begrijpen dat dit niet zomaar gevraagd werd.
De VIP-lounge is iets exclusiefs. Niet veel mensen komen er in. We nestelden ons op de bank en gastvrouwen kwamen met drank en voedsel. Na enkele minuten liepen er veiligheidsmensen de lounge binnen, die rondkeken, ons gedag knikten en, in de bekende ‘handen-voor-het-kruis’ positie langs de muren bleven staan. Belangstellend hield ik de deur in de gaten. Even later liep Lily Sharon naar binnen. Daar dit niet de eerste keer was dat we elkaar zagen, begroetten we elkaar. Arik Sharon kwam er achteraan en ging, na een hartelijke begroeting, bij ons zitten. Arik hield van eten en viel de schaal met boreka’s aan. Ze waren onderweg naar een bijeenkomst van Joodse organisaties en hij liet mij een seiderschotel zien die Lily had uitgekozen als cadeau voor een van de hoge Pieten daar.
Toen we naar het vliegtuig moesten en Arik opstond, veegde Lily, als altijd, de kruimels van de boreka’s die Arik had gegeten, van hem af. “Jullie rijden met ons mee, ja?” commandeerde Arik. Aangekomen bij het vliegtuig namen we afscheid van elkaar, want Arik en Lily zaten first class.
Een half uur na het opstijgen liepen er veiligheidsmensen de business class in en even later liep Arik op me af. “Lily slaapt en jouw vrouw slaapt ook, kom even bij me zitten, ja?” zei Arik. Ik keek de purser aan die instemmend knikte en volgde Arik naar boven, waar de lege first class op ons wachtte. Lily sliep en Arik dekte haar toe met een extra deken.
Arik Sharon was privé een zachte man. Bijna een beetje verlegen soms, jongensachtig. En vaak eindigde hij zijn zinnen met ‘ja?’ Niet als vraag, maar als bevestiging. Na een uurtje praten en Ariks oneindig eten vroeg hij of ik misschien een goede film kon vinden die we samen op het grote scherm konden bekijken. Ik liep naar de purser, die mij de verzameling videofilms liet zien en koos ‘Blazing Saddles’ van Mel Brooks uit. Ik vermoed dat de purser geen oog dicht kon doen vanwege Ariks lachen. Vooral toen Mel Brooks zelf, als Indianen-opperhoofd, Jiddisj sprak, had hij het niet meer. Tijdens de film, die ik van binnen en buiten ken, keek ik een paar keer naar deze man. Zo controversieel, zo veelzijdig. Ik moest denken aan de vele, vele dingen die hij gedaan had voor ons land. Soms eigenwijs, soms tegen alle bevelen in, maar altijd voor de veiligheid van ons land. En de fouten die hij gemaakt had.
Tijdens de vlucht hebben we geen politiek besproken. We hebben geen legerverhalen uitgewisseld. Ik kan niet eens zeggen dat we als vrienden daar zaten. Gewoon, ik kende hem en hij had me wel eerder gezien, zoals vele duizenden anderen. En ik vermoed dat de reden dat ik daar naast hem zat alleen maar was dat hij niet alleen wilde zijn.
Toen hij jaren later, met een overweldigende meerderheid, premier werd en ongelooflijke beslissingen nam, werd hem gevraagd hoe het kon dat hij, die meer dan wie ook, zoveel nederzettingen had gebouwd, plotseling nederzettingen ging ontmantelen. Zijn antwoord was: “Dingen die je van hier ziet (hij bedoelde het kantoor van de premier), zie je niet van daar.”
Velen zullen hem herinneren als soldaat, generaal, minister en premier. En daar ben ik het helemaal mee eens.
Ikzelf denk graag terug aan een Arik Sharon die, op een hoogte van 10.000 voet, zo onbedaarlijk lachte om een zotte film.
© Simon Soesan