Ergens in de wereld, ik mag niet zeggen waar, want er is daar sinds kort een wet die dat verbiedt, is een land waar pogroms, Joden beroven, Joden verkrachten, Joden verbranden, Joden ophangen en Joden vermoorden in het algemeen een nationale hobby was. Toen de Duitsers in de jaren dertig van de vorige eeuw besloten hun cultuur in heel Europa te verspreiden, begonnen zij met de bezetting van dat bewuste land. Er zijn daarna zelfs nog ergere dingen gebeurd in dat land: de grootste moordfabrieken werden in dat land gebouwd en werden, in goede en efficiënte samenwerking met de plaatselijke bevolking, de meesten van de zes miljoen afgeslachte Joden in dat land vermoord. Dat land wil nu dat we hun naam niet meer associëren met deze genocide, beter bekend als de Holocaust. Dat vinden ze niet prettig. Misschien dat het hen in de toekomst gaat lukken, zodat jaren na nu mensen niet eens meer zullen weten op welke beestachtige wijze dit land heeft samengewerkt met de Duitse cultuurmeesters.
Ik ben geboren in Beverwijk.
Een jaar geleden – beter laat dan nooit – besloot deze stad een initiatief te steunen om alle 79 vermoorde Joden uit Beverwijk voor het eerst te herdenken. Ik had de eer daarbij aanwezig te mogen zijn en ontmoette bij die gelegenheid ook de initiatiefnemers Alex van Luijn en Jackie de Vries. Van hen hoorde ik het verhaal van Leo van der Hoorn.
Leo van der Hoorn was politieagent in Beverwijk. Toen hem werd gevraagd een Joods meisje in zijn gezin te laten onderduiken, zei hij geen nee. Helaas werd hij door zijn collega’s verraden. Collega’s. Politieagenten!
Een van die verraders is na de oorlog zelfs nog commissaris van politie in Beverwijk geworden … Ook de ouders van dat meisje werden opgepakt, hoewel zij ergens in de provincie ondergedoken zaten. Deze kleine familie werd vergast, net zoals het overgrote deel van de Nederlandse Joden, die werden verkocht, verraden en afgevoerd door hun mede-Nederlanders.
Van der Hoorn zat korte tijd vast, maar werd vrijgelaten omdat hij eerder een paar Duitse soldaten had gered toen de paarden voor hun wagen op hol sloegen. De rest van zijn leven was Leo van der Hoorn een gebroken man. Ik heb hem niet gekend, maar toen ik verleden jaar zijn verhaal had gehoord, besloot ik tot actie over te gaan. Ons nationaal Sjoa Museum, Yad Vashem, eert mensen die Joden hebben gered. Zij worden ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’ genoemd; mensen die de moord op Joden niet accepteerden en daar ook daadwerkelijk iets tegen gedaan hebben.
Ook de redders van mijn ouders, de familie Snelle uit Sevenum, kregen jaren geleden deze eer. Elk verzoek wordt onderzocht en er moet ook bewijs worden overlegd, wat in sommige gevallen niet eenvoudig is. Hoe verder de tijd verstrijkt des te moeilijker het wordt.
Toch waren we onlangs allemaal weer even terug in Beverwijk om deze eer postuum aan Leo van der Hoorn en zijn vrouw Sijtje te geven, die door de familie Van der Hoorn met gepaste trots in ontvangst werd genomen. Ook het gezin bij wie de ouders van het meisje tot aan het verraad waren ondergedoken, kregen deze onderscheiding. Ik heb beide families ook persoonlijk bedankt. En ik heb hen gevraagd of ze dit verhaal aan hun kinderen en kleinkinderen willen blijven vertellen. En dat ze hen ook op het hart moeten drukken dit verhaal, over deze heldendaad, verder te vertellen. Scholen langsgaan. En zo aantonen dat er ook andere mogelijkheden zijn dan haat en geweld!
Ergens in de wereld, ik mag niet zeggen waar, want er is daar sinds kort een wet die dat verbiedt, is een land waar pogroms, Joden beroven, Joden verkrachten, Joden verbranden, Joden ophangen en Joden vermoorden in het algemeen een nationale hobby was. Maar sporadisch was er een enkeling die “nee, nee en nog eens nee” zei. En bovendien de daad bij het woord voegde. Deze mensen moeten we niet alleen eren, maar ook nooit vergeten.
Je weet nooit of men in de toekomst ook in Nederland zal gaan verbieden om uit te spreken hoe de Nederlanders massaal hebben bijgedragen aan de verschrikkingen die de Joden is aangedaan, maar de Rechtvaardigen onder de Volkeren zijn het bewijs dat er altijd licht in het donker is. Hoe klein dat lichtje ook kan zijn …
Bewerkt en geredigeerd door Hendrien Kloots
© Caun & van Beem