We kennen elkaar een twintig jaar, Yurgo en ik. Hij is een Armeen en woont in de oude stad van Haifa. Als ware Elvis-fan heeft hij ook op zijn zestigste nog steeds een vette kuif en staat bekend om het feit dat hij altijd wel een potlood achter een van zijn oren heeft.
Onze gezinnen gaan veel met elkaar om en delen soms de verschillende feestdagen met elkaar. Yurgo is een Grieks-orthodoxe Christen, wat inhoudt dat bijvoorbeeld kerst en nieuwjaar bij hun iets later vallen. Waardoor onze kinderen dus drie verschillende nieuwjaarsdagen hebben gekend: Joods, Christelijk en Grieks-orthodox. Wat ze uiteraard altijd prachtig vonden.
Yurgo is timmerman. Veel onderdelen in ons huis zijn door hem gebouwd en als we iets willen vernieuwen dan is Yurgo degene die dat uitvoert. Dat gaat niet zomaar: bij Yurgo is dat een voorstelling in diverse aktes: eerst is er een gesprek, want hij wil begrijpen wat we eigenlijk willen. Dan moet er opgemeten worden. Dan moet er een schets komen, die hij ons voorlegt. Daarna gaat hij aan het werk, maar moeten we wel langskomen bij zijn werkplaats, om te verzekeren dat de kleuren en geuren op onze smaak zijn afgestemd. Yurgo is een Pietje Precies. Alles moet helemaal kloppen, anders neemt hij het hele werk weer mee naar huis en begint opnieuw. Hoewel we goede vrienden zijn, waardeert hij mijn smaak niet. Nee, als Yurgo iets voor ons in elkaar timmert, dan werkt hij met mijn vrouw samen.
Onlangs besloten wij een nieuwe keukenkast te laten bouwen. Uiteraard kwam Yurgo langs om te horen waar het om ging. Na het gebruikelijke kopje zwarte koffie keek hij me aan. “Wat doe jij nu nog hier? Ga maar naar je kantoortje verhalen schrijven. Over mij of zo. Maar bemoei je niet met belangrijke dingen” zei hij serieus. Ik keek hem even lang aan. “Je weet zeker dat je mij er niet bij wilt hebben?” vroeg ik. “Ga maar, ik roep je wel als er betaald moet worden” was het antwoord.
Enkele weken later stond er een mooie, stevige Yurgo-kast in onze keuken. De Meester zelf stond er naast en keek kritisch naar alle hoeken en scharnieren. Mijn vrouw en ik wachtten rustig af: we kennen onze Yurgo. Deze zuchtte diep, floot ´Jailhouse Rock´ en knikte met zijn hoofd. Hij draaide zich naar ons om. “Oké!” zei de Armeense Elvis, “het ziet er goed uit. Perfect, al zeg ik het zelf. Je mag me betalen, ik ben bereid hier geld voor aan te nemen.” Na nog een kopje koffie liep hij naar de spiegel en keek kritisch naar zijn vetkuif.
Met een knipoog naar zichzelf mompelde hij “Wap-papaloeba” en ging op weg naar zijn volgende klus.
© Simon Soesan