Dankbaar

Simon Soesan

vrijdag 31 oktober 2014

Het was heel nauwkeurig berekend. Op Simchat Tora zou onze jongste dochter bevallen van haar eerste kind. Deze samenwerking met haar man, die als kind met zijn ouders uit Oekraïne naar Israël kwam, heeft geresulteerd in de geboorte van een zoon. Gedurende de negen lange maanden op de weg daar naartoe volgden wij allen het wel en wee van dit jonge stel, dat vorig jaar op Onafhankelijkheidsdag hun jarenlange vriendschap en liefde bekroonde met een choppe.

In diverse landen werd meegeleefd: mijn vader, de Nederlandse grootvader van onze kinderen, kon een simche best gebruiken na het grote verlies van mijn moeder afgelopen december. Simches komen niet vanzelf. Mijn moeder zei immers altijd: “doe moeite voor simches en span je niet in voor sores – die komen vanzelf.” Mijn levenspartner en ik volgden deze zwangerschap uiteraard op de voet, voornamelijk via de telefoon en via videogesprekken vanuit Duitsland, waar we nu tijdelijk wonen, vanwege mijn werk.

Maar, Simchat Tora kwam en Simchat Tora ging, terwijl de baby duidelijk nog geen plannen had om het levenslicht te gaan aanschouwen. Als typisch Jiddisje vader wilde ik me er dus mee gaan bemoeien, maar … wat kun je doen? De dokter ter verantwoording roepen? Je kind opjagen? Week 40 kwam en ging ook weer in stilte voorbij. Noppes. Week 41 begon en ik, gezegend met een rijke fantasie, zag inmiddels de meest bizarre en enge scenario’s voor mijn ogen opdoemen. Nee, ik geef u geen details: die kunt u vast zelf bedenken.

Uiteraard werden vragen als “hoe voel je je?” of “gebeurt er al wat?” door onze dochter niet echt op prijs gesteld. Zij leek langzaamaan opgeblazen van het vele vocht in haar lichaam. De artsen in het ziekenhuis hadden geen haast. Genebbisj, ze wisten nog niet met wie ze te maken zouden krijgen toen ze om geduld maanden. Ik was al bezig met een lijstje van dokters in het desbetreffende ziekenhuis die ik eens zou gaan vertellen wat ik van ze denk. Er wordt beweerd dat mijn dochter, ondanks alle spanningen, er blij mee zou zijn geweest dat haar vader niet in de buurt was om de boel op stang te jagen, maar ik ben er vrijwel zeker van dat dit slechts een kwaadaardige roddel was die nergens op gebaseerd is.

Net voor het einde van de tweeënveertigste week liet het ziekenhuis haar blijven. In de verloskamer zelfs. Vanuit het verre Frankfurt eiste ik elke vijf minuten een update, maar via haar moeder werd een compromis gesloten dat ik ‘wel iets zou horen als er nieuws was’. Nieuws was er niet. Er was wel iets aan de gang, maar ook weer niet … Een WEE! Weh mir …

Een hele dag lang hield ze het zo vol. Zoals er geschreven staat in het goede boek: de avond viel en toen werd het ochtend, een nieuwe dag. Om half vier in de ochtend kwam onze nieuwe aanwinst ter wereld. Met een gezond gebrul, want afscheid nemen van de warme baarmoeder stond blijkbaar niet erg hoog op zijn bucket list. Daar was hij dan: gezond, compleet en perfect. Vele gedachten schoten door mijn hoofd. Allereerst wilde ik dank zeggen aan de Almachtige voor dit wonder. Ik dacht aan wie er niet meer bij is, en dit eigenlijk had moeten meemaken. Ik dacht aan de vele, vele familieleden die slechts vijfenzeventig jaar geleden werden afgeslacht. Ik dacht aan het eerste kind van deze dochter, mijn derde kleinkind en mijn vaders drieëntwintigste achterkleinkind.

En terwijl ik in het donker van de nacht, via een internet-videoprogramma, door mijn warme tranen van geluk heen,voor het eerst mijn kleinkind mocht zien, zei ik zacht:
God Zij Dank.

© Simon Soesan

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011